Revue 2002 - pagina 78
Faculteit der Bewegingswetenschappen Alumniactiviteit Op 16 november 2001 vond de alumnidag plaats ter ere van het dertigjarig lustrum van de faculteit. Zoals verwacht, vonden de alumni het erg leuk elkaar weer eens te ontmoeten (zie fotoboek alumniclub: www.fbw.vu.nl/alumniclub). Daarom organiseert de alumniclub samen met de faculteit op vrijdag 7 februari 2003 weer een alumniactiviteit, dit keer gekoppeld aan de arbeidsmartktoriëntatiedag die elk jaar voor alle studenten wordt georganiseerd. Nadere informatie volgt op de website. Promoties Op 24 juni 2002 promoveerde Tom Welter (afgestudeerd in 1992, hoofdrichting Inspanningsfysiologie) op het proefschrift EMC in planar arm movements with external forces in different directions applied at the wrist. Armbewegingen. Hoewel we onze armen in het dagelijks leven doelgericht alle kanten op bewegen, is nauwelijks bekend hoe het zenuwstelsel de hiervoor benodigde spieren aanstuurt. Welter onderzocht de sturing oftewel het 'aan' en 'uit', en 'harder' en 'zachter' van armspieren tijdens zeer langzame en zeer snelle (stomp)bewegingen. Deze sturing is onderzocht met elektromyografie (EMC): een grafische weergave van de elektrische activiteit van spieren die de samentrekking ver-
oorzaakt. Deze elektrische activiteit ligt in het verlengde van de elektrische activiteit (pulsgeleiding) van zenuwen en zegt dus iets over de werking van het zenuwstelsel. Voor het maken van een specifieke beweging heeft een arm eigenlijk veel te veel spieren. Theoretisch zijn er misschien tien nodig maar in de anatomieatlas worden er minstens 23 benoemd. De vraag is welke strategie ('sturingsstrategie') het zenuwstelsel gebruikt om een selectie te maken uit dit aanbod. Wijlen prof. dr. ir. C.J. van Ingen Schenau kwam naar aanleiding van voorgaand onderzoek (onder andere naar de klapschaats) met een hypothese: er wordt een strategie gebruikt waarbij het zenuwstelsel onderscheid maakt tussen spieren
die over één gewricht lopen en spieren die over meerdere gewrichten lopen. Welter keek of het gebruik van deze strategie met behulp van EMC aantoonbaar was. Hiervoor keek hij naar systematische variaties in het EMC die optreden wanneer de arm in verschillende richtingen wordt bewogen, terwijl weerstand wordt geboden aan een kracht uit de omgeving. Er is echter een belangrijk probleem: EMC varieert ook om andere redenen dan de gebruikte strategie. De kracht die een spier kan leveren, hangt namelijk af van de omstandigheden en van specifieke eigenschappen van de spier. Dit bemoeilijkt het trekken van conclusies. De conclusie is dat er geen aanwijzingen zijn dat de bovengenoemde strategie wordt
Onderzoek Tom Welter vrije Universiteit
amsterdam
bron: Brenda van Keeken
Revue
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Revue | 112 Pagina's