Studentenalmanak 1899 - pagina 121

119

Rembrandt te zien^

Zoo ooit, dan was 't hier — de kunstenaar, de van God

begenadigde geeft zich zelve in zijn werk — hij stort zijn

ziel uit in zijn Schepping.

God, de ideale Kunstenaar en Bouwmeester — kennen

we uit Zijn schepping.

Zoo ook uit de schepping van den beelddrager Gods —

den mensch-kunstenaar — leeren wij kennen den persoon

zelve in zijn grootheid.

Ik kwam er 's morgens; in de hooge elegant gedrapeerde

salons een uitgelezen publiek — aan de wanden leefden,

overtogen met dat wondere mysterieuse coloriet, dat Rem-

brandt alleen scheppen kon, de doeken van den meester

hun onbegrijpelijk rijk leven.

In bonte verscheidenheid hingen ze dooreen geschikt

slechts naar 't voor elk vereischte lichteffect.

Naast Homerus een Amsterdamsche Calvinist.

Naast de schildering van Jacob, den bebloeden rok van

Jozef ontvangende, 't portret van Rembrandt.

Naast de „wijnproevers," links „Maria en 't kindeke

Jezus", rechts een Christus-kop.

Naast den geslachten os, een oude vrouw, lezende in den

Bijbel.

Naast de „Besnijdenis" 't portret van Rembrandt's „Keu-

kenmeid."

Deze verscheidenheid is inderdaad buitengewoon.

Zoo en niet anders moesten ze geschikt, de lichtval

eischte het.

Maar zoo ook alleen valt voor ons 't helderste licht op

Rembrandt's leven.

Voor alles een oog hebben, in 't kleinste, en 't geringste

van dit leven, in 't platste en 't meest alledaagsche, de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen