Studentenalmanak 1902 - pagina 106
NAJAARSZANG.
m aarom gaat toch zoo ras de zomer heen?
Waarom verstijft zoo snel zijn blijde lach?
E n wordt de nacht zoo lang, zoo kort de dag
En giert door dor geboomt' het herfstgeween?
Verdwenen is 't natuurschoon, dat ik z a g :
De akker staat zoo naakt, zoo gansch alleen.
Door tak en twijg blikt droef het zonlicht heen:
Helaas! verstorven is zijn zomerlach. —
Maar is natuur ook koud en doodsch en dor,
E n zingt zij ook heur sombren uitvaartszang.
En huilt de wind zijn ruwen gorgel schor.
Toch — in mijn boezem ruischt een Lentelied,
Blijd' blinkt mijn oog, dat, is het najaar bang,
In geestesdroom een nieuwen Zomer ziet.
AoiDOS.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's