GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1912 - pagina 161

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1912 - pagina 161

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

FARRAGO 153

nog terecht gebracht kan worden, wanneer men plaats

laat voor berouw".

Op dit schrijven antwoordde Trajanus het volgende :

„Gij hebt, mijn (waarde) Secundus (Plinius) in het onder-

zoeken der zaak van hen, die als Christenen bij U zijn

aangebracht, den weg gevolgd, dien Gij volgen moest.

Immers in het algemeen kan er geen bepaalde handelwijze

worden vastgesteld. Zij moeten niet worden opgespoord;

indien zij worden aangebracht en hun schuld bewezen

wordt, moeten zij gestraft worden, maar toch zóó, dat wie

ontkent, dat hij een Christen is en dat metterdaad heeft

betoond, namelijk door tot onze goden te bidden, hoezeer

ook, wat het verleden aangaat, verdacht, na berouw (getoond

te hebben), vergiffenis moet verkrijgen. Maar schriftelijke

aanklachten zonder onderteekening mogen bij geen enkele

misdaad plaats vinden. Want dat levert een zeer slecht

voorbeeld en is niet van onzen tijd".

Deze brief van Plinius en het antwoord van keizer

Trajanus hebben natuurlijk eeuwen lang de aandacht ge-

trokken van voor- en tegenstanders der Christelijke belij-

denis. Reeds de kerkvader Tertullianus kent beide, zooals

blijkt uit zijnen Apologeticus, cap. 2, geschreven omstreeks

200 n. Chr. Toch werd er hier en daar wel eens eenige

twijfel aan de echtheid uitgesproken, maar het was de

rationalistische theoloog Semler, die tegen het einde van

de i8<le eeuw vrij uitvoerig betoogde, dat beide brieven

door eenen falsaris ondergeschoven waren; ook onder de

latere geleerden waren het vooral de theologen, die de

onechtheid aannamen. De uitstekendsté philologen echter

van vroeger en later tijd, ik noem slechts G. I. Vossius,

Orelli, Keil, Marquardt, Mommsen, Boissier, Teuffel, Schanz

zijn van de echtheid overtuigd. Het is hier de plaats niet,

op deze zaak dieper in te gaan: wie er meer van weten

wil, leze de Leidsche dissertatie van Dr C. Wilde, 1889,

de geschiedenis der Romeinsche litteratuur van Teuffel en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Studentenalmanak | 242 Pagina's

Studentenalmanak 1912 - pagina 161

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Studentenalmanak | 242 Pagina's