Studentenalmanak 1914 - pagina 152
142 FARRAGO
natuur en menschheid. Het verdiept, verbreedt, verrijkt ons
innerlijk leven, heft ons voor een oogenblik op boven de ge-
lijkvloersche, zondige en droeve werkelijkheid, en werkt alzoo
reinigend, bevrijdend, verlossend op onze neergebogen en mis-
troostige harten in.
Het valt in geene woorden uit te spreken, welke kostelijke
gave de Schepper aller dingen in de schoonheid aan zijne men-
schenkinderen schonk. Hij is de Heer der heerlijkheid en spreidt
zijne schoonheid met kwistige hand in al zijne werken voor onze
oogen uit. Zijn naam is heerlijk over de gansche aarde, en wijl
Hij zich ons niet onbetuigd liet, vervult Hij ook door het aan-
schouwen dier heerlijkheid onze harten met vroolijkheid-Schoon-
heid en schoonheidszin beantwoorden dus aan elkaar, als het
kenbare object aan het gekende subject, als de religio objectiva
aan de religio subjectiva. Neen waarlijk, de schoonheidszin gaat
in „Einfühlung" niet op; het is bij het waarnemen en genieten
van het waarachtig schoon niet de mensch, die zijne aandoeningen
en stemmingen in het aanschouwde object verlegt, maar het is
de heerlijkheid Gods, die hem in werken van natuur en kunst
tegemoet treedt en instraalt in zijn ontvankelijk gemoed. Mensch
en wereld zijn elkander verwant, omdat zij beide verwant zijn
aan God; in beide woont dezelfde rede, dezelfde geest, dezelfde
orde. Schoonheid is de harmonie, die nog door het chaotische
in de wereld henenschijnt; door de kunstenaars bij Gods genade
aanschouwd, gevoeld, vertolkt wordt; die profetie en onderpand
is, dat deze wereld niet voor het verderf, maar voor de heerlijk-
heid is bestemd, en waarnaar het heimwee diep in iederen men-
schelijken boezem woont.
Wijl het schoone zoo rijke, goddelijke gave is, heeft het op
onze liefde aanspraak. Wel treedt het niet met zulk een ver-
plichtend karakter als het ware en het goede voor ons op;
want juist omdat het geen eigen inhoud heeft, de verschijning
betreft en eene zaak der aanschouwing is, is het veel nauwer
dan het ware en het goede met de weelde des levens verbonden,
en is het veel later tot vrijheid en zelfstandigheid gekomen.
De theïstische wereldbeschouwing blijft daarom als de religieus-
ethische tegen de pantheïstische als de aesthetische overstaan.
De kunst kan den cultus, het theater kan de kerk, en Lessings
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's