GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1925 - pagina 112

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1925 - pagina 112

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

100 MENSCH EN R U I M T E

treden er „in" op, zonder er uit geboren te worden, Deze

ruimte is niet iets zichtbaars, maar veeleer de niet-geziene

mogelijkheid van al het zichtbare, de vormlooze grond van

allen vorm, Hoe simpel en arm aan gestalte is reeds het

platte vlak, drager evenwel van zoo menigvuldige figviren-

mogelijkheid. En hoe concretiseert zich eigenlijk op die

omvattende, maar vage achtergrtond de belijnde gestalte

voor onzen op vorm belusten blik? Welk principe teekent

op dat blanke doek het zwarte lijnenspel? Deze vraag is

niet enkel een kwestie der wiskundige wetenschap. Zij is

in haar voorzichtige scherpte een goede voorbereiding tot

de algemeene idee hoe de ledige ruimte zich met den bonten

wereldinhoud verdraagt. De mathesis voert ons als schim-

menspel op wat in de werkelijke wereld bonzende realiteit is.

Het kennen is, naar Plato's voorschrift, op de oefenschool

der getallen en figuren aangewezen, alvorens de werkelijk-

heid in te gaan.

De verbindingsschakel van de ruimte, waarin alles

ononderscheidbaar is met de werkelijke zichtbare wereld,

is de mensch. In de ijlte zonder grens, de inhoudloosheid die

zelfs geen vorm meer heeft, leeft slechts de denkende,

logische geest. Het oordeel daarover spreekt zich in formules,

niet in woorden uit. Daarentegen wordt met; hier, heden, ik,

dit de situatie opgewekt waarin wij bewust-levenden ons

oog op het gegevene richten. Door het ik krijgt de baaierd

van het ongemetene een centrum. Eensklaps teekent zich in

de onverschillige leegte het objectenbeeld af. Elk willekeurig

zichtbaar object heeft een betrekking tot de ruimte, die

plaats heet. Het plaatsbegrip hoort thuis in de concrete orde

van het ik en z'n gezichtsveld, Menschen zonder horizon,

zonder voor en achter, die alles tegelijk zien, bestaan in

onze fantasie slechts. De grondvorm der zichtbare wereld

is de halve bol. Er is bij menig object een nauw verband

voorhanden met ,,zijn" plaats, bijv. dan wanneer z'n ,,ge-

stalte" bij z'n ,,omgeving" past. „Omgeving" bemiddelt

tusschen het in eerste instantie ongelocaliseerd object en

de ruimte. De grenzen zijn hier naar binnen toe scherp, naar

buiten toe vager, evenwel in het bewustzijn toch voorhanden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Studentenalmanak | 176 Pagina's

Studentenalmanak 1925 - pagina 112

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Studentenalmanak | 176 Pagina's