Studentenalmanak 1926 - pagina 155

H E T TRAGISCHE 143

hoogste oplossing vindt. Wij zien niet, zooals Ed. von Hart-

mann, in de Willensverneinung des levens de oplossing van

het tragische ^), Maar wij zien het geweldige van het tragi-

sche daarin, dat wel menschelijke, zelfs hooge menschelijke

waarden daarin ten onder kunnen gaan, maar desondanks, of

juist daardoor het goddelijke raadsplan wordt volvoerd.

,,Man dürfe vertrauen, dasz das, was dem menschlichen Den-

ken und Begreifen unvereinbar erscheine, doch vor der un-

endlichen. Göttlichen Vernunft in die Einheit einer Synthese

zusammengehe, Lotze schlieszt seine „Metaphysik" mit dem

alten Spruche; Gott weisz es besser"^), En dit vertrouwt

niet alleen de Christen, maar dit wèèt hij op grond van

Gods Woord, En het weten, d a t Gods Raad volvoerd wordt,

geeft mèèr dan ,,metaphysische Trost" (Nietzsche), n,l,

volkomen zielsrust, wijl de Christen Gods wil kent, ,,der in

sich selber klar und beständig, frei von Willkür xmd Wan-

kelmut ist, einen Willen, der in sich selber eine Ordnung

hat, die gilt und nicht gebogen werden kann" ^).

En nu komen er ook in het leven van den Christen telkens

conflicten voor en wil hij zich verzetten en dan is in beginsel

de voorwaarde voor het tragische ook in hem aanwezig.

Maar zijn geloof in God zal het steeds van zijn verzet

winnen. In het „mijn wil heeft zich met Uw wil vereend"

Vein den geloovige, houdt voor hem het conflict op. Het einde

van alle tragiek is voor hem; ,,Ruhe in Gott dem Leben-

digen" (Carrière) *),

') Ed. von Hartmann: Philos. des Schonen, bl. 378 v.v., kent geen

diesseitige berusting, ziet het conflict alleen transcendentaal opgelost.

2) Volkelt, a.w., bl. 450.

3) Karl Barth, a.w., bl. 6.

^) Volkelt zegt, dat door het christelijk geloof „der tragische Ein-

druck stark herabgemindert wird", bl. 392, wat inderdaad geen wonder

is, daar immers juist dan het essentiëele van het tragische is weggeno-

men. Ook Goldschmit zegt, dat op den bodem van het christendom het

tragische niet kan ontstaan. Tegenover zijn opmerking, bl. 6 1 : „Der

Christ ist aber Dulder, hingebender, gläubig sich dem Schicksal beugen-

der Mensch" moet deze van Bavinck geplaatst. (Verz. Opst., bl. 165)-

der Mensch" moet deze van Bavinck geplaatst, (Verz. Opst., bl, 165)'

„In het; uw wil geschiede ligt zoowel eene kracht ter berusting als eene

kracht tot energieke actie opgesloten."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen