GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1928 - pagina 180

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1928 - pagina 180

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

170 ZWERVER

versehe haring voor de rookerijcn te rijgen aan de wilgen-

teenen, wat hij meestal nog op zijn elf en dertigst deed.

Zoo was hij bij 't opgroeien steeds meer tot last geworden

van zijn vader, die hem eigenlijk niet alléén vertrouwde

thuis, als hij zelf dagen aaneen op zee zwierf; en 't was met

een gevoel van verlichting geweest dat hij Tijmen onder-

gebracht zag in de stichting die werk en eten biedt aan de

zwervers en marskramers die, hoewel vóór alles hun vrije

leven langs 's Heeren wegen lievend, ten laatste als ze

geen anderen uitweg meer zien, zich daar komen melden.

Al hoefde hij nu niet mee te doen aan het zware ontgin-

nen van de hei- en boschgronden, toch was werk noch

omgeving van het prettigste, maar zooals een mijnpaard

ten laatste niet meer weet, dat er hoog boven die sombere

donkere steengevaarten nog een lichte, blije wereld is,

zoo dacht Tijmen niet meer aan z'n vrije jeugd, doorge-

bracht tegen de groenende dijken langs altijd rustelooze

zee, dan alleen tegen die paaschtijd, als hij uitmocht in

't zwarte pak, door de stichting gekocht van zijn wekelijk-

sche zakgeld.

• • •

Ook nu weer is hij op weg naar Spakenburg; triumfan-

tclijk blij zit hij op de bok, naast de melkrijder van de

stichting, die op weg naar Amersfoort is.

Luidruchtig en druk roept hij zijn kennissen van 's avonds

tegen, met breed gebaar, en vol verheven minachting nu,

voor hen, die daar in daagsohe pltmje op 't land aan 't

ploeteren zijn,

„Gao d'r op 'n vrouw uut, Tijmen?", schreeuwt scham-

pend een opgeschoten kerel, achter een kruiwagen met

meel, grinnikend om z'n geestigheid, met slordig spuug-

gemors,

„Nee jong, ik gaon naor me Vaoder in Spaokenburg,"

En tevreden over dit antwoord, fluit hij een lustig liedje,

op den maat van het vroolijk verder kleppend karrepaard,

In het lage vertrekje, met z'n groezel-gele behangsel,

gebroken door ingelijste bloem-bonte teksten, en daar-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Studentenalmanak | 238 Pagina's

Studentenalmanak 1928 - pagina 180

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Studentenalmanak | 238 Pagina's