GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1932 - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1932 - pagina 121

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KALVERHAAT 113

of Van Wijlen, — hem gemeene vragen had gedaan over

sexueele dingen, hem had gesoholden en onder de tafel ge-

stopt, waar hij dan, terwijl 'hij al uitgeput was van een

langen dag, diens sahoppen had moeten verduren. Wouters

bleek gezicht en schuw-verschrikte gebaren hadden den

oudere blijkbaar geprikkeld totdat hij, ongeveer de trap

afgegooid, diep-ellendig het huis moöht verlaten,

In zulk 'n vernederende klaarheid zag Wouter thans dit

tooneel, dat het hem een bijna physieke pijn veroorzaakte.

Zijn handen balden zich tot vuisten, terwijl de ander, rustig

een cigaret rookend, ihem koel stond aan te kijken van

onder den ihoedrand,

„Waar moet je heen."

Zijns ondanks, antwoordde Wouter met een gewone

stem: „Naar mijnheer Stoks, mijnheer,"

,,Geef me je boekje eens,"

Wouter haalde z'n opdraöhtenboekje te voorschijn, reik-

te het met trillende vingers over. Het verwachte ,,bah, wat

een kruideniersboekje" bleef uit. Er stonden zeker teveel

menschen omheen. Zwijgend bladerde de student er in, gaf

het dan terug, zonder een Woord te zeggen.

Zoemend en fel-tjingend reed de tram door een drukke,

bijna daghelder verlichte straat. Wouter nam zich voor, zoo

dadelijk bij het uitstappen den ouderejaars straal te negee-

ren. Het ziedde in hem. Hij kon dat gezicht wel tot moes

stampen. Als hij hem maar eens alleen had, wat zou hij

hem de waarheid in 't hatelijk gezicht striemen, „Kijk eens,

mannetje" — ja, mannetje, of kereltje, zou hij zeggen, —

„kijk eens, ik weet wel dat je een ploert bent, maar dat

hoeft u (u, want hij zou beleefd blijven) nog met zoo te

toonen," Vooral kalm moest hij zijn, zoo koeltjes weg, maar

snerpend en sarcastisch, tot den ander spreken,

,,Ja, u dürft niet tusschen de menschen, ik merk 't heusch

wel. U is erg op uw figuur gesteld, op uw fatsoen en zoo.

Ik doorzie u heel goed, meneer. U hebt 'n hoop branie, en

tegenover een groen speelt u de groote meneer, maar als

u examen doet, waar is dan uw drukte? Och nee, 'n ploert

is u niet eens, u is er te onbenullig voor. 'n Nietig baasje!

8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932

Studentenalmanak | 158 Pagina's

Studentenalmanak 1932 - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932

Studentenalmanak | 158 Pagina's