GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1934 - pagina 82

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1934 - pagina 82

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

76 IN MEMORIAM W . F. DOUWES

wel met een ontwikkelingsstadium te doen hebben? Door

de kunst was hij het leven ingeleid, door haar had hij het

in zich opgenomen, nog vóór hij het zelf in al z'n realiteit

had meegemaakt. Innerlijk was hij verder dan uiterlijk.

Dat het hem inderdaad niet louter om de schoonheid te

doen was (hoezeer deze hem ook ontroerde), maar om het

leven óók, dat in de kunst aesthetisch was verwerkt, blijkt

wel uit zijn liefde voor van Gogh, den ruigen, zeker niet

„mooien", schilder van harde realiteiten. Niet schoonheids-

gevoel, maar „ware menschelijkheid" zag hij als den diep-

sten grond van van Goghs kunst, i) Hoe haatte hij het zoete-

lijke, lieve, kleine, hoe minde hij bovenal het forsche, groot-

ontroerde, diep-mystieke. En mocht hij in den eersten bloei

van zijn enthousiasme voor de kunst zich al eens rem- en

weerstandloos hebben laten meevoeren, al spoedig legde zijn

critische aanleg aan zijn lyrische vervoering den teugel aan.

Ook dit geschiedde soms al te strak. In beide richtingen

overdreef hij. Maar deze disharmonie, deze neiging tot het

overmatige naar twee kanten, getuigt zij niet van een aan-

leg, die, eenmaal tot rijpheid gekomen, de schoonste vruch-

ten had kunnen afwerpen? Temeer doet zij dat, nu wij, in

zijn boek over van Gogh (in 1930 verschenen), en in 'n

aantal artikelen waarvan sommige door hun beperktheid en

bondigheid m.i. het eerste nog overtreffen, reeds de bewij-

zen vinden van dezen aanleg.

Alleen als hartstochtelijk pianist zal hij voortaan voor

ons zwijgen. Ook op 't gebied der muziek treft ons die-

zelfde neiging tot het groote die we hiervoor zagen, tot

figuren als Beethoven, Mahler, Tschaikowsky. Met hoe

forsche grepen kon hij den eersten spelen, zoodat de piano

kreunde onder het geweld van zijn geestdrift! Maar ook

het zuiver-musicale, Mozart, Debussy, genoot hij en gaf hij

weer in klare beheerschtheid. De dionysische drang werd

getemperd door een apollinische behoefte aan harmonie,

^) Vincent van Gogh, blz, 28. Op blz, 22 heet Vincent de „heros

van het leven". Hij stond overigens lang niet critiekloos t.o, het anthro-

pocentrische in v, Gogh.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Studentenalmanak | 226 Pagina's

Studentenalmanak 1934 - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Studentenalmanak | 226 Pagina's