GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 166

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 166

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

in de contrapunctische werken, blijkt dit heel duidelijk.

De monumentale rust, de eenheid van indruk, alles pleit

voor het statisch karakter.

Met het bovenstaande hangt samen, dat muziek, waarin

het melodisch krakter sterk naar voren treedt, met den

naam van dichterlijk, die werken daarentegen, in welke

de harmonie de voornaamste plaats inneemt, met het

woord beeldend moeten betiteld worden. Eveneens kun-

nen we de componisten onderscheiden in subjectief dich-

terlijke geesten en objectief beeldende toonkunstenaars.

Ik wil trachten aan de hand van twee beroemde getuigen

der klankenwereld dit duidelijk te maken. Misschien zijn

ze niet de meest karakteristieke voorbeelden. Maar in

ieder geval is tusschen hen, als vertegenwoordigers van

de genoemde richtingen, een duidelijk verschil waar te

nemen.

Ik bedoel B e e t h o v e n en B a c h . B e e t h o v e n de

groote dichter, B a c h een der corypheeën uit de rijen

der plastische componisten.

Wat de v o c a l e werken betreft, bestaat bij hen het

verschil in opvatting en behandeling van den tekst. Beet-

hoven is hierin dynamisch, Bach statisch. Bach be-

schouwt den tekst als met schildersoog. Hij beeldt de

leidende gedachte in een bepaalden zijns-toestand uit,

schildert de idee op een kernachtig oogenblik. De

dichter Beethoven wil de voortdurende handeling van

zijn idee voorstellen, volgt den tekst op den voet, dicht

ons haar in ontstaan, levensworsteling, sterven.

Beethoven is dynamisch, wil de beweging, Bach wil het

oogenblik, de rust. De een gaat uit van het detail, geeft

opeenvolging van indrukken; de ander tracht het

geheel in een enkele impressie vast te leggen. Heel

anders dan Beethoven, die het volledige leven van

de leidende idee, haar strijd, haar ondergaan in de

smart, haar ingaan tot de vreugde wil uitdrukken,

schildert Bach ons niet het achtereenvolgende gebeuren,

maar beeldt het pregnante moment uit, waarin de

handeling haar hoogtepunt vindt. Beethoven kan een

160

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 166

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's