GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 149

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 149

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Calvijns relatie tot Erasmus' denkbeelden uit te leeren

kennen. Toch hebben wij eenigen grond voor het ver-

moeden, dat Calvijn tegenover die denkbeelden niet vol-

strekt afwijzend heeft gestaan. Ik heb hier het oog op

de bekende rede, welke door Nicolaas Cop als rector

der Parijsche universiteit op Allerheiligen van het jaar

1533 is gehouden. Vrij algemeen wordt aangenomen, dat

deze oratie in werkelijkheid door Calvijn was opgesteld.

Volkomen zekerheid bestaat er dienomtrent wel niet,

doch de betrekkingen, welke Calvijn reeds sedert jaren

met Cop onderhield, en het feit, dat, toen de overheid

den rector trachtte te grijpen, niet alleen deze zelf, maar

ook Calvijn zich uit de voeten maakte, leveren bewijs

genoeg, dat de inhoud van het betoog hem van te voren

niet onbekend kan zijn gebleven. Al zou hij dan niet zelf

de opsteller zijn geweest, de rede moet toch zijn volle in-

stemming hebben gehad en zal ook min of meer zijn

eigen ideëen hebben vertolkt.

Zoo is het van belang te weten, dat men in deze oratie

heel duidelijk den invloed van Erasmus heeft geconsta-

teerd. Veelzeggend is in dit opzicht de door den auteur

gebezigde uitdrukking „philosophia Christiana". Want

zij behoort tot het kenmerkende spraakgebruik van

Erasmus. Wie haar overnam, gaf hierdoor onwillekeurig

zijn instemming met diens ideëen te kennen. Waarschijn-

lijk is dus ook Calvijn het daarmee min of meer eens

geweest, al laat het gemis aan genoegzame gegevens niet

toe te bepalen, in hoeverre hij er in is meegegaan.

Lang heeft deze instemming met Erasmus' denkbeelden

in elk geval niet stand gehouden. Vrij spoedig moet hij

er weer mee hebben gebroken. Want in zijn Institutie

van 1536 zijn alle sporen van den Erasmiaanschen geest

verdwenen. Mocht er in zijn leven al ooit een periode zijn

geweest, waarin hij neiging heeft gevoeld een aanhanger

van den vorst der humanisten te worden, dan is deze

neiging van voorbijgaanden aard gebleken te zijn en

heeft zij in zijn geest geen diepe plooi achtergelaten.

Dit beteekent niet, dat Erasmus na 1536 voor Calvijn

143

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 149

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's