Studentenalmanak 1960 - pagina 212
dwingen zich nader op het vanzelfsprekende en op de stoornis te
bezinnen. De eigen levenswerkelij kheid moge dan al enigermate
geobjectiveerd zijn, deze objectivering is toch uiterst gebrekkig
omdat de objectieve normen veelal blijven ontbreken. Er is niét
voor niets een voortdurende belangstelling bij de leek voor medische
literatuur in gepopulariseerde vorm. Deze literatuur helpt immers
de leek enigermate tot objectivering te komen van de dreigende
machten die hij in eigen leven ervaart. Het leven van de mens is,
zoals De Wilde opmerkt, een aaneenschakeling van situaties waarin
de vanzelfsprekendheid van zijn bestaan wankelt en waarin hij
gedwongen wordt van zich zelf kennis te nemen.
Het is deze dwang waartegen de psychiatrische patiënt zich vaak
zeer intensief blijft verzetten. Moge de omgeving al bereid zijn
iemands gedrag als „ziekelijk" te erkennen, de patiënt blijft zich
hiertegen verzetten omdat hij deze bedreiging van zijn vanzelf-
sprekende gezondheid niet aan kan. Anderzijds is het zo dat door
de excentrische positie waarin hij leeft, hij wel gedwongen wordt
de stoornis en de verandering in zijn bestaan gewaar te worden.
Deze gewaarwording is oorspronkelijk echter nog zeer vaag. Er
is dan ook een zekere mate van ontwikkeling in het ziekte-inzicht.
Jaspers zegt dat alleen dan sprake is van werkelijk ziekte-inzicht
wanneer alle geïsoleerde ziektesymptomen vanuit de ziekte als
geheel naar hun aard en zwaarte juist beoordeeld worden. Dit is
dus nogal wat. Een zodanig ziekte-inzicht is uiterst zeldzaam.
De patiënt weet wel langzamerhand zijn klachten te formuleren,
maar de ware aard en zwaarte van de symptomen kan hij moeilijk
beoordelen.
Er moet dan ook direct bij gezegd worden dat dit inzicht slechts
relatief kan zijn in die zin dat rekening gehouden moet worden
met de culturele situatie en de levenservaring van het individu.
Vandaar dat men liever andere termen gebruikt die minder intellec-
tueel aandoen, zoals ziektegevoel en ziektebesef. Hierbij doen zich
echter bepaalde discrepanties voor. Een melancholicus voelt zich
wel ziek en heeft ook vaak nog een zeker ziektebesef, maar een
werkelijk inzicht in zijn symptomen naar aard en zwaarte, zoals
Jaspers zegt, kan men moeilijk van hem verwachten. Hierbij is een
onderscheiding bruikbaar, die vaak gehanteerd wordt, namelijk de
onderscheiding van personale en instrumentale stoornissen. Zolang
de stoornis nog in de instrumentale sfeer blijtt is de mogelijkheid
van objectivering in principe aanwezig. De patiënt kan zich toch
nog een zeker oordeel vormen omtrent de gestoorde functie. Dit
208
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Studentenalmanak | 350 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Studentenalmanak | 350 Pagina's