GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1964 - pagina 130

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1964 - pagina 130

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

zeggeiijk in ons Corps heerscht, weg te nemen?"

„Die onvoldaanheid kan slechts verminderen als men zich geen over-

spannen voorstelling maakt van wat het Corps moet bieden en de leeg-

heid van eigen leven niet op rekening van het Corps schuift."

,,Maar die onvoldaanheid zal geheel verdwijnen, als wij allen met opge-

wektheid doen wat onze hand vindt om te doen ook in ons Corpsleven,

zodat weinigen, die met toewijding arbeiden, niet meer het deprimerend

gevoel hebben van alleen te staan tegenover een massa, die slechts

critiseren kan, en dat dan ook met graagte doet, maar die vooral zelf

geen vinger in koud water wenscht te steken."

Zo schrijft de tweede onder andere:

„Waar blijven de tijden dat een corpslid wat uitvoert."

„Toen wij in onze proloog op 't futlooze, 't energielooze wezen in de

hedendaagsche maatschappij, toen hoopten we, dat dit aan ons wereldtje

zou zijn voorbij gegaan."

„Maar-helaas, ook in ons Corps is een laffe geest gekropen."

Maar gelukkig ligt daar ook het jaarverslag van de rector corporis

C. j . Honig (1952-1953), dat ik als laatste met genoegen citeer:

„In de jaarverslagen van mijn voorgangers las ik voortdurend van gebrek

aan enthousiasme, indolentie en onverschilligheid."

„Het is mijn stellige overtuiging, dat er hier langzaamaan een wending

ten goede valt op te merken."

Tenslotte maak ik nog een aantal kritische notities op de huidige situatie:

1 de splitsing van het Corps, in zich als stimulerende functie bedoeld

en in vele van zijn mogelijkheden toe te juichen, heeft, afgezien van

vele belemmerende omstandigheden, nog niet dat effect wat werd

verwacht.

2 het corpsleven loopt nog te vaak dood in een star disputenstelsel en

dispuutsisolement, hoewel dat enigszins verbetert; de communicatie

komt op gang.

3 slechts weinig corpsgezelschappen bloeien en er ontbreken er nog

meer.

4 nog altijd geldt een onbevredigend uitnodigingenstelsel.

130

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's

Studentenalmanak 1964 - pagina 130

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's