Studentenalmanak 1965 - pagina 276
roep. Na oogopening bleek dat afkomstig te zijn van Grevers, „waaaat,
waaaat" was het, in onmogelijke toonaarden. De patiënt bevond
zich echter niet in de bekende hijgende, half-zittende houding te bed,
maar vlak voor het geopende raam. Verbijstering sloeg de ontwaakten
om het hart: eenbenig stond daar iemand, in rode pyama voor het
venster, de lege broekspijp fladderde zinloos en alles aan hem balan-
ceerde en zweefde, zelf zijn roep, zijn eindeloze „waaaat, waaaat"
leek een steunzoeken. Gelijk verwacht mocht worden was het eerst
de cipier over zijn schrik heen. Afgericht op elk soort rebellie als hij
was, gevolg van een jarenlange gevangenispraktijk, sprong hij meteen
het bed uit en diende de schreeuwer en misdadiger Grevers een
routine-slag toe, die zelfs een van kwaad bewuste tweebenige onmid-
dellijk geveld zou hebben. Grevers knakte, geheel zwelgend in zijn
„waaaat" en fladderende lingerie. Gelijkertijd was het vertrek in licht
gedompeld en waren verpleegsters van worstelaars-allure toegesneld.
Onmiddellijk was de bewusteloze weggevoerd en lag de cipier weer
toegedekt in zijn bed, met warme kompressen en onder een zwijmeling
van lieve woordjes, die de verpleegsters hem bij het bedgaan toege-
voegd hadden: hij was immers nog niet geheel hersteld van zijn lever-
aandoening. Wijma en de bloemist hadden alles met een mengeling
van schrik en ergernis aangezien: de vier worstvrouwen, gegroepeerd
om de levenloze Grevers, de hoorbare strelingen, de cipier toegebracht
maar bovenal het berooide bed van Grevers, waar de stank afsloeg,
daar Grevers zich bevrijd had van het aan hem gekonstrueerde exkre-
tie-systeem, — delen daarvan moesten nog aan hem zijn. Ten laatste
werd het Grevers-bed weggevoerd, weer door vier stouwende vrouwen,
onherkenbaar, vanwege haar martelaarsgelaat. Zonder dat een woord
over deze onverkwikkelijke affaire gesproken was, keerde de slaap
terug tot de zich te veel vermoeid hebbende mannenlijven.
De volgende morgen kan niet anders dan als de morgen van Wijma ge-
boekstaafd worden. Reeds na de wasbeurt en het havermoutontbijt
was zijn tong in de weer, met de bekende uitweidingen de spreektrant
van zijn vroeger beroep eigen. Zijn vinnig vogelkopje bewoog heen en
weer onder het spreken, louter van verontwaardiging. Af en toe was
de stem hem te vlug en ontaardden de zinnen in een vruchteloos ra-
telen, dat noch de cipier, noch de bloemist kon volgen, hoewel geen
276
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
![Studentenalmanak 1965 - pagina 276](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1965/1965/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's