Vrije Universiteitsblad 1939-40 - pagina 163

1369 Buitengewoon omvangrijk is zijn arbeid voor de V.U. niet geweest. Voor zulk een omvangrijken arbeid was in het klein ressort van zijn correspondentschap geen plaats. Den gewonen arbeid, dien het c o r r e s p o n d e n t s c h a p meebracht heeft hij getrouw verricht, maar zelfs in dezen gewonen arbeid kwam het aan den dag, hoezeer deze man gegrepen was door de gedachte, dat onderwerping aan de souvereiniteit van den Christus voor het Gereformeerde volk vanzelf de roeping meebrengt, de wetenschap te beoefenen en een eigen wetenschappelijk centrum te bezitten. Een Calvinistische Universiteit kon zich nauwelijks een beter vertegenwoordiger denken dan dezen man van zoo typisch Gereformeerden levensstijl, in wiens Calvijns „prompte et sincere" (vaardig en oprecht) schier vleesch en bloed had aangenomen. Met de hem eigen zeggingskracht kon hij, waar noodig, opkomen voor het goed recht van de stichting, die hem zoo lief was. Sterk was zijn meeleven met die stichting in haar vooren tegenspoed. God hechte aan den verrichten arbeid van dezen trouwen dienstknecht nog Zijn goedkeuring en zegen. Zijn vast geloof in de groote roeping onzer Universiteit, zijn optimisme ten aanzien van haar toekomst, zijn helder besef van de roeping van ieder Gereformeerde tegenover deze instelling mogen nog tot ons spreken ook nadat hij gestorven is. B. H. M. M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen