Vrije Universiteitsblad 1939-40 - pagina 183

1389 komehjk zijn. Juist nu moeten wij onzen plicht beseffen, dien God ons op de schouders heeft gelegd. Meer dan ooit is het noodig dat onze stem, al is zij ook zwak, blijve klinken. W a t ons beschoren is als uitkomst van den nu woedenden krijg, wij weten het niet, het ligt alles in G o d s hand, wat er met ons gebeuren gaat. Maar die wetenschap behoeft er ons niet van terug te houden uitdrukking te geven aan onze hoop en aan ons verlangen. En dan gaat die hoop uit naar een toekomst, waarin de V.U. vrij zal kunnen blijven ademen, waarin zij haar nationale taak zal kunnen vervullen. De grondslag van onze Universiteit is niet eng, zooals men wel eens zegt, maar juist zoo breed, omdat hij dezelfde is waaraan we ons nationaal volksbestaan danken. De geboorteakte van den Nederlandschen Slaaf en die van de Vrije Universiteit zijn eigenlijk gelijkluidend. Onze grondslag is geen andere dan die, waarop het Nederlandsche sfaatsgebouw werd opgericht. In dien zin is onze Universiteit dan ook zuiver nationaal en heeft ze mitsdien ook een nationale taak te vervullen. Deze roeping dient de V.U. zich vooral in dezen tijd bewust te zijn. Wij kunnen er ons geen voorstelling van maken, hoe het Nederland van nu, na den oorlog er uil zal zien, maar in ieder geval zijn de uitkomsten van dezen oorlog ook voor onze naaste toekomst beslissend. Dat de veranderingen op elk gebied zeer aanzienlijk zullen zijn acht spr. infusschen een niet gewaagde onderstelling, al voegt hij er dadelijk aan toe, dat de eindontwikkeling van wat in onze dagen plaats grijpt nog volkomen in het duister ligt. Veel van het oude, waarmee we vertrouwd waren geraakt, zal echter niet meer terugkeeren. Als de vulkaan zijn lava heeft uitgeworpen zien de berghellingen er nu eenmaal anders uit dan vóór de uitbarsting. Echter wil dit niet zeggen, dat we onder het verleden nu een streep zouden moeten zetten in dien zin, dat wij nu een nieuwe wereld binnentreden, waarin wij niets van het oude zouden wenschen over te brengen. Er zijn in ons volk krachten aanwezig, die niet slechts in stand moeten worden gehouden, maar die vergroot, die vermeerderd moeten worden. Er zijn nationale waarden, die men niet offeren mag op het altaar van gemakzucht. Wij moeten thans meer dan ooit onze geestelijke verwantschap gevoelen met de krachten, die in de 16e en 17e eeuw zoo heerlijke vruchten hebben afgeworpen. Zoo wil de Vrije Universiteit een diepvoelende nationale instelling zijn, die de waarachtige belangen van het geheele Nederlandsche volk op het hart draagt. Het Nederlandsche volk, hoe ver soms ook afgedwaald van der vaderen leer, verstaat in zeer breede kringen nog de faal dier vaderen. En een frissche, stoere

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen