Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 186

I6l4 Beantwoording vragen. Na de causerie van Di- Grosheide en de traditioneele „theepauze , waarin de tongen eerst recht los kwamen, was er gelegenheid tot het stellen van vragen over de busjesactie, voor de beantwoording waarvan de administrateur, de heer B. Faber, ter vergadering aanwezig was. In de pauze hadden reeds verscheidene dames de op haar hart liggende vragen aan den heer Faber gesteld, terwijl na heropening van de vergadering ook nog een enkele vraag naar voren kwam. Bij de beantwoording kon de heer Faber tegelijk eenige inlichtingen geven over de actie in het algemeen en daarbij de mededeeling doen dat, dank zij de schitterend geslaagde actie tusschen de „schoonmaaktijd" en de „vacantietijd", het aantal busjeshoudsters met bijna tweeduizend toegenomen was en nu weer evenals in de beste jaren vóór 1937, ruim 3 0 0 0 0 bedraagt. Een mededeeling die door de vergadering met applaus begroet werd en die de belofte van een voortgezette actie voor verdere uitbreiding inhoudt. De bidstond,

Aan den vooravond der eigenlijke jaarvergadering van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag, kwamen nu ook de vrienden en vriendinnen der Vrije Universiteit in een gebedsure bijeen, welke bidstond in de Oosterkerk aan den Z. O . Buitensingel te 's-Gravenhage werd gehouden. In deze ure des gebeds, waartoe zeer velen bijeengekomen waren, was voorganger Dr J . Hoek, predikant der Gereformeerde Kerk van 's-Gravenhage-West, die, nadat gezongen was het „Maar trouwe God. Gij zijt het schild, dat mij bevrijdt", de bijeenkomst op gebruikelijke wijze opende. In zijn inleidend woord wees Dr Hoek er op dat we in deze bewogen tijden bijzondere reden en behoefte hebben om de Vrije Universiteit den Heere in den gebede op te dragen, Wij willen, aldus spr., ons daartoe laten leiden door het Woord Gods, dat we lezen in Openb. 1 : 8. „Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komen zal, de Almachtige". Hiermede openbaart G o d zich aan Johannes op Padmos tot diens persoonlijke bemoediging, maar vooral ook tot bemoediging van de Kerk aller eeuwen. Het boek der Openbaring teekent ons ontzaggelijke gebeurtenissen onder schokkende, apokalyptische teekenen, die vooral tegen het wereldeinde zich zullen vermenigvuldigen. Doch vóórdat de apostel dit alles onthult, openbaart de Heere zich aan hem vol majesteit. In het licht van deze zelfopenbaring des Heeren moet heel de ontwikkeling van kerk en wereld bezien worden. Daarbij moet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen