Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 50

het gymnasium, al heet het dan officieel nog steeds voorbereidend hooger onderwijs en al blijit het waar, dat van het gymnasium vrijwel allen, van de H.B.S. slechts een deel der leerlingen naar de Um\ersiteit gaat, van karakter en naderde het in leerplan meer en meer tot een school die niet was bedoeld als vooropleiding te geven tot de hoogescholen. Men moet daar niet over treuren. Het was noodzakelijk. Men kan meer sympathie hebben voor de eene of voor de andere school, men moet erkennen dat een mensch slechts één leven heeft, dat kort is, en daL slechts een deel van dat leven, en liefst een niet te groot deel, aan de opleiding kan worden besteed. Gekozen moet worden wat het meest noodzakelijk is. En het was ternauwernood verantwoord, dat een 50 jaar geleden de leerlingen, die van het gymnasium kwamen,, meest twee jaar voor hun propaedeutisch medicijnen noodig hadden, de H.B.S.-ers slechts één. Er moet hier echter nog pp een ander verschijnsel worden gewezen. Vroeger was' het zoo, dat wie naar het gymnasium of de H.B S. ging, Fransch moest hebben geleerd, „tot en met" "de onregelmatige werkwoorden, daarna ,,tot aan" die werkwoorden, tenslotte verviel het Fransch. Over die kwestie zelf schrijf ik hier niet, ik zeg er nu alleen van, dat de volle last van het Fransch te leeren thans drukt op de Middelbare school, ook in dien zin, dat aan haar jonge leerlingen nog niet eenig begrip van een vreemde taal is bijgebracht. Zoo is de school, die opleidt voor de Universiteit, het ezeltje geworden, dat al zwaarder pak te dragen kreeg. En het is geen wonder, dat men ook thans weer uit is op verandering. Maar de Universiteit! Minder goed voor-opgeleiden vragen meer aan de Universiteit dan behoorlijk gevormden. We draaien hier in een cirkel rond. Men kan de Middelbare school ontlasten, doch dat beteekent belasten van de Universiteit of verlaging van haar peil. Ik stem toe, dat er verschil is. Theologen en litteratoren ontvangen aan de Middelbare school minder dan vroeger, medici en wis- en natuurkundigen meer. Men kan niet een afzonderlijke school oprichten ter voorbereiding voor een bepaalde faculteit, een voordeel, dat de Roomschen Seminaria bezitten, doch dat Protestanten op die wijze zeker niet begeeren. We stellen alleen het feit vast, dat de Universiteit studenten ontvangt, die voor een deel of misschien allen minder goed voor hun taak zijn voorbereid dan vroeger. Zulks niet door schuld van het voorbereidend hooger onderwijs, doch tengevolge van de uitbreiding van de wetenschap in de eerste plaats, van sociale factoren (waarop ik slechts doelde) in de tweede. De taak der Universiteit is aanzienlijk verzwaard, naar beide zijden. Kan die Universiteit nog voldoen aan den dubbelen eisch, dien we in ons vorig stukje stelden, dat ze leert de beoefening van de wetenschap en dat ze opleidt v^oor de praktijk? Over deze viaag D.V. in een volgend artikel. F. W. G.

V^.U.werk moet geen vuuriverk zijn, dat spoedig

uitgaat

(verslag ringvergadering) 1754

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen