Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 38
Opgaaf ontvangen van nieuwe/veriioogde contributies Aclilum Leeuwarden NijemirdujTi Oudebildtdijk Oudega (Sm) Piaam Stiens Twijzelerheide Aduaard Blijiiam Groningen Helpman Houwerzijl Kloosterburen Leens Lutjegast Onderdendam Zuidhorn Hoogeveen
8 6 7 4 I
— ï
2
lo
4 I
— 4 4 3 3
20
22
7 33 4 4 4 i' 3
-^ «3 I I
— 26 i6
6
4
4J
2t
12
4
Nijensleek Smilde Enschede Apeldoorn Bameveld Nunspeet
Velp Well
9 7 39 28 6 S 6 3
Breukelen li Bunschoten 17 ,i6 Scherpenzeel Amsterdam 48 Wleringen 4 Berkel 3° Bleiswijk lo 's Gravenhage-Zd. 6i 's Gravezande 14 Hillegersberg-Terbregge i Oostvoome 4 Rotterdam-Charlois 39 Éotterdam-Delfshaven 4 Rotterdam-Katendrech 6
— 1 22
I 1
3 3 4 17 S 11 2 2 I
4 21
J
Boekbeoordeeling Bertus Aafjes, Maria Sybilla Merian, De Ceder, J, M. Meulenhqff, Amsterdam. Maria Sybilla Merian, zoo w o r d t ons aan h e t einde van h e t dichtstuk dat haar naam draagt, meegedeeld, was een schilderes van vlinders en bloemen die in 1647 geboren w e r d t e Frankfort a. d. Main en stierf in 1717 t e Amsterdam. Haar zeer avontuurlijk leven inspireerde Aafjes tot een zang. Hij gaf ons een schoon gedicht, dat vooral uitmunt door de treffende beschrijving der insecten, die Maria schildert. F. W. G. Teixeira de Pasoa^s, Verbum Obscurum, Aphorismen, vertaald door Albert Vigoleis Thelen en K. Marsman. De Eik, Amsterdam, J. M. Meulenhojf. Een boekje met korte spreuken, die mij over het algemeen niet veel zeggen en waartegen ik soms bezwaar heb. De taal is schoon, ook de vertaling. D e uitgave is voortreffelijk. Zoo geeft dit boekje wel kimstgenot, maar, wat baat dat, als de inhoud niet voldoet? F. W. G. Dr A. A. Verdenius, Studies over Zeventiende Eeuws. Verspreide opstellen en aanteekeningen .J.M. Meulenhojf, Amsterdam 1946. Dit boek is vol rijke en rijpe kennis van onze zeventiendeeeuwsche taal. W i e het aandachtig doorwerkt, zal leeren instemmen met de typeering die de Redactie van den Schrij'ïer geeft: Leermeester voor het aandachtig, indringend en verantwoord lezen. In alle vier gedeelten komt dit duidelijk uit. Allereerst in I. Tekst- en Woordverklaring, maar niet minder ook in II. Klankgeschiedenis, III. Grajjamaticale problemen en IV. Syntactische problemen. Veel verkeerde uitleggingen worden rechtgezet op inagressieve en bescheiden, maar niettemin grondige wijze. Het aantal wetenschappelijke werken over ons zeventiende-eeuwsch is nog veel t e gering; een gelukkige gedachte dus van het Comité van 1806
Rijswijk Schiebroek Sliedrecht Voorburg Zuidland Baarland Goes Kamperland
S
3 7
8 8 ï8
20
—
3 9
13
I
37
I
Kapelle Oostburg RiUand Bath Serooskerke Souburg Vlisslnge'n Dinteloord
3
4 J
30
9 6
'4 32 --31
J
2
— — «
aantal nieuwe spaarsters Oosterzee Oudemirdum Raard Rinsumageest Twijzelerheide Baflo Nieuw Buinen Nieuwlande Zweeloo ZwoUe Driebergen
9 17
9 4 >3 13 lï 11 11 11
7
Harmeien Utrecht Duivendrecht Enkhulzen Zuidland Delft 's Gravezande Honselersdijk Naaldwijk Klundert Geleen
13 IJ
f 18
J '9 8 15 103
7
n
Uitgave om ter gelegenheid van den 7osten verjaardag van Prof. Verdenius niet alleen voor vrienden en leerlingen deze prachtige taaistudies te doen drukken, maar ook enkek honderden exemplaren in den handel te brengen. Voor allen die het Nederlandsch onzer Gouden Eeuw bestudeeren, is dit boek een waardevol bezit; de bruikbaarheid er van wordt nog verhoogd door twee registers, a. van de behandelde plaatsen, b . van de behandelde woorden. Zeer belangrijk "is het, dat h e t boek ons laat zien, welk een grondige kennis van historie, toestanden, opvattingen, gewoonten, folklore e.d. er noodig is, en ook welk een belezenheid, om de bedoeliagen onzer voorouders goed te kunnen begrijpen. Op allerlei bijzonderheden gaat de Schrijver in: geen wonder dus, dat er temidden van de talrijke overtuigende uitleggingen en besprekingen wel eens iets is, "Waarachter men geneigd is, een vraagteeken te plaatsen. Zoo worden m.i. in de rede Bredero's Dialectkunst als Hollandsche reactie tegen Zuidnederlandsche Taaihegemonie ten onrechte op grond van het gebruik vat dialect iii kluchten en blijspelen Bredero's taalbeginselen tegenover die van Spiegel en de zijnen gesteld. Iets wat niet strookt met Bredero's taalpractijk, wanneer hij rechtstreeks zijn eigen gedachten neerschrijft, en met zijn bewondering voor de mannen van de Twe-spraack. Wij zijn den Schrijver dankbaar voor deze vruchten van zijn liefde voor onze kleurrijke zeventiende-eeuwsche taal en het Comité voor haar sympathieke uitgave, die we hartelijk aanbevelen. G. X,
,,Indien wij tot de verdediging van het rijk van Christus bezield zyn, zpoals het behoort, moeten we noodzakelijk in een onverzoenlijken oorlog zijn met hen, die samenzweren tot de vernieling
vandatrijk".
I
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947
VU-Blad | 105 Pagina's