GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 6

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

De studie der „moderne" talen aan de Vrije Universiteit

Men zou onder ,,moderne" talen, in tegenstelling bijvoorbeeld tot „dode" talen, al die talen kunnen verstaan, welke nog heden ten dage, ergens ter wereld, gesproken worden. Het gangbare spraakgebruik evenwel beperkt dit begrip, volkomen willekeurig, tot de in Europa, en dan veelal nog in West-Europa, gesproken talen. Een verdere beperking, die hetzelfde spraakgebruik eveneens volkomen willekeurig, aanbrengt is dat men met ,,moderne" de moderne vreemde talen bedoelt. Het Nederlands is ongetwijfeld een moderne taal en toch verstaat men onder de studie van de ,,moderne" talen, zoals die aan de Vrije Universiteit wordt beoefend alleen de studie van het Engels, het Frans en het Duits en van enkele andere talen, die daarmee samenhangen. Dat voorts daarbij niet alleen de moderne taal, maar ook het oudere Frans, Engels en Duits aan de orde komen, is nog een reden te meer om in bovenstaande titel het woord ,,moderne" van aanhalingstekens te voorzien. Blijkens de correspondentie die bij verschillende instanties van de Vrije Universiteit wordt ontvangen, heerst omtrent het bestaan van deze studierichtingen nog een vrij grote mate van onbekendheid. Het kan derhalve nuttig zijn hier met enkele woorden op hun aanwezigheid te wijzen. In feite zijn deze nieuwe studiemogelijkheden inderdaad van vrij recente datum. De plannen tot het instellen van deze nieuwe leerstoelen zijn dat bepaaldelijk niet. Dat deze plannen pas na de oorlog vastere vorm hebben gekregen, hangt zeker wel samen met de nieuwe en grotere mogelijkheden tot uitbouw van de Vrije Universiteit, die zich pas toen voordeden. Ook wellicht met het tekort aan docenten voor deze ,,moderne talen" aan de gymnasia en bij het middelbaar onderwijs, een tekort, dat weldra de verontrustende vormen ging aannemen waar de dagbladpers de laatste jaren steeds op wijst, en dat we wel bij ieder bekend mogen veronderstellen. Het zou evenwel een misverstand zijn te menen, dat het lerarentekort hier de voornaamste of enige 2846

drijfveer geweest zou zijn. Men mag deze nieuwe studierichtingen zeker niet uitsluitend als opleidingsinstituten zien, welker enige taak het zou zijn het tekort aan docenten bij het V.H.M.O. te doen verdwijnen. Al spreekt het uiteraard vanzelf, dat de Vrije Universiteit gaarne alles zal doen wat in haar vermogen ligt om aan deze zeer verontrustende misstand een einde te maken. Maar het is daarbij wel degelijk de bedoeling de studie van deze talen, de litteratuur die er in geschreven is en de cultuur van de landen waar ze gesproken worden, te betrekken bij het wetenschappelijk onderzoek, dat aan de Vrije Universiteit verricht wordt. Voor de studie van deze laatste is de kennis van de taal een onmisbare voorwaarde; een sleutel die toegang kan verlenen tot de geestelijke achtergronden van deze cultuur. Zodra tot het instellen van deze nieuwe studierichtingen besloten was, hebben de colleges van curatoren en directeuren de organisatie er van en het bezetten van de leerstoelen met voortvarendheid ter hand genomen. De studie voor Franse en Engelse Taal- en Letterkunde werd mogelijk met ingang van het academiejaar 1954-1955, die voor Duits in 1958-1959. De belangstelling die de studenten aan de dag legden voor deze nieuwe studierichtingen bleek reeds dadelijk verheugend groot en hun aantal neemt nog van jaar tot jaar toe. Een belangrijke factor is hierbij geweest, dat door doeltreffende maatregelen voor de studie van het begin af volledige mogelijkheden bestonden. Voor Frans en Engels zijn al een bemoedigend aantal candidaats- en doctoraal examens

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

VU-Blad | 104 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 6

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

VU-Blad | 104 Pagina's