GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 194

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 194

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEER OP DE PRAKTIJK GERICHT Het is niet zo heel moeilijk een boek te schrijven. Heel wat zwaarder is het de juiste titel voor dat boek te vinden. Een titel, die de goedkeuring verkrijgt van de uitgever en die tegelijk de bedoeling van de auteur precies weergeeft. Z o ongeveer ligt het ook met het vinden van een juiste benaming voor een nieuw stukje theologische opleiding. 't Is wel duidelijk, dat zowel kerk als universiteit er belang bij hebben, dat de theologische faculteit zo goed mogelijk functioneert en dat daarom telkens weer de vraag aan de orde komt, welke verbeteringen aangebracht kunnen worden. Het ligt voor de hand, dat te midden van veel andere vragen ook de kwestie te voorschijn moest komen of de naar de praktijk gerichte zijde van de opleiding meer aandacht behoefde. Hier zitten we al wat met de naamgeving. W e l k e naam moeten we gebruiken ? In elk geval een naam, die niet de suggestie wekt, dat tot hiertoe de theologische opleiding een theoretische zaak was waar de praktijk heel in de verte even om de hoek mocht komen kijken.

Ds. S. J. Popma

3138

Er zijn lieden, ook onder ons, die zich zelf en anderen trachten aan te praten, dat de jonge theologen op de gemeente worden losgelaten volkomen onvoorbereid op de taak, die hen wacht. Z e mogen dan wat wetenschap verzameld hebben, maar daarmee kunnen ze in de praktijk weinig of niets beginnen. Een dergelijke zienswijze wordt dan begeleid met — vermoedelijk wel eerlijk gemeende — kreten van verontwaardiging als : wat weten ze van evangelisatie ? totaal onbekwaam tot enig goed woord gericht tot buitenkerkelijken en geneigd tot alle kwaad, dat de gemeente kan belagen ! In deze lijn doorgaande kunnen we de gemeenten beklagen, die het dan maar doen moeten met deze ongevormde lieden en we kunnen de jonge dominé's meewarig aanstaren om hun eenzaamheid, hun mislukkingen, hun levensgang van échec naar échec. Als ik van dit alles ook maar iets geloofde, had ik nooit de uitnodiging aanvaard een begin te maken met het leiding geven aan een aanvullende meer op de praktijk gerichte opleiding van de theologische studenten aan de Vrije Universiteit. Wanneer dat zou betekenen : de universitaire opleiding is louter theorie en iemand moet er wat praktijk aanplakken — dan had ik maar één antwoord geweten, n.l. zoek daarvoor een ander, in de hoop, dat u hem nooit vindt. De zaak ligt gelukkig anders. W e moeten als uitgangspunt nemen, dat elke universitaire studie altijd op de praktijk gericht is. Deze studie bedoelt natuurlijk vakkennis bij te brengen, maar dan zó, dat er iets komt van een wetenschappelijke houding, een academische vorming, die zelfstandigheid van oordeel mogelijk maakt, liefde voor de waarheid wakker maakt, de grens doet zien tussen wat we weten en niet weten, een methode van werken bijbrengt, waardoor we later in nieuwe situaties verantwoord tot inzichten en beslissingen kunnen komen. Z o geeft de universitaire vorming van de theologische studenten hen iets van deze wetenschappelijke houding. Dat is dus een zeer praktische zaak. Bovendien hangt het onderwijs niet in de lucht, maar houdt het altijd rekening met zeer concrete punten als — om nu te blijven bij de situatie van de V.U. — de belijdenis van de geref. kerken en de levensopenbaring van deze kerken, met de vragen, die daar leven en de behoeften, die gevoeld worden. W e mogen dus zeker niet zeggen, dat de praktijk buiten de universitaire opleiding staat. Een andere vraag is of het in onze tijd wenselijk en mogelijk is de weg naar de praktische toepassing van wat men aan vorming en kennis gekregen heeft te vergemakkelijken. „In onze tijd" moet er bij gezegd worden. E r zijn tijden, waarin de veranderingen zich in rustig tempo voltrekken. Wij hebben althans het gevoel, dat we in een tijd van stroomversnellingen leven. N u wordt het wenselijk, dat onze studenten zowel vóór als na het kandidaatsexamen hiermee in aanraking komen. Daarom stelt de kerk nu de eis, dat de kandidaten vóór ze zelfstandig in de gemeente gaan werken, een aantal maanden met het werk in de gemeente kennis maken onder leiding van een bekwaam predikant.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 194

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's