Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 70

De tropische plantkunde houdt zich in het bijzonder bezig met de planten in de tropische streken. Vóór de tweede wereldoorlog was deze tak van de plantkunde voor ons land van grote betekenis met het oog op Indonesië, maar ook na de oorlog, nu ons land zich oriënteert op andere tropische gebieden, heeft de bestudering van de tropische planten nog zeer grote betekenis.

Prof. dr. L. Algera (vierde van links) is met een aantal van zijn studenten op excursie in Winterswijk, waar de oeverbegroeiïng van een beek onderzocht wordt.

Het studieprogramma maakt het mogelijk o m in het begin van het vierde jaar het kandidaatsexamen af te leggen. Na het afleggen daarvan is de studie in de hulpwetenschappen beëindigd en de basis van de studie voor het doctoraal-examen gelegd. Deze studie spitst zich geheel toe op de biologie, waarbij men kan kiezen tussen dierkunde en plantkunde als hoofdrichting van studie. Daarnaast dienen nog twee bijvakken te worden gekozen die in de regel beide betrekking hebben op bepaalde onderdelen der biologie. Daar mij gevraagd is te schrijven over de plantkunde zal ik mij daartoe beperken. Zoals in alle wetenschappen schrijdt ook in de plantkunde de specialisering steeds verder voort en het is dan ook niet te verwachten, dat alle specialismen op het terrein der plantkunde aan de Vrije Universiteit worden onderwezen. Dit is trouwens ook aan de andere universiteiten niet mogelijk. Momenteel heeft men de keuze uit plantenfysiologie, plantensystematiek, experimentele oecologie en tropische plantkunde. De plantenfysiologie onderzoekt de levensverrichtingen der planten zoals voeding, ademhaling, groei, voortplanting, reacties op prikkels van buiten zoals b.v. het licht. De plantensystematiek houdt zich bezig met de beschrijving der planten en h u n indeling in soorten, geslachten, families enz. Hierbij wordt getracht aan iedere plant die plaats in het systeem toe te wijzen, die haar krachtens haar eigenschappen toekomt. De experimentele oecologie is een onderzoekrichting, die proefondervindelijk de betrekkingen nagaat, die er bestaan tussen de plant en h a a r omgeving. Zij bestudeert daarbij de invloed, die het milieu op de planten uitoefent en ook omgekeerd de invloed van de plant op haar milieu.

6

De opleiding voor het doctoraal-examen, die ongeveer drie jaar duurt, bestaat hoofdzakelijk uit de practische bewerking van een aantal onderwerpen voor onderzoek, zowel binnen als buiten het laboratorium. Nadat het doctoraal examen met goed gevolg is afgelegd kan men zijn studie voortzetten met het samenstellen van een proefschrift of men aanvaardt een betrekking. Het doctoraal-examen geeft, wanneer tevens aan bepaalde pedagogisch-didactische eisen is voldaan, de bevoegdheid tot het geven van onderwijs bij het V.H.M.O. Momenteel is er bij dit onderwijs een groot tekort aan leraren in de biologie. Ongeveer tweevijfde deel van de lessen in de plant- en dierkunde wordt door onbevoegden of zelfs in het geheel niet gegeven. De betrekkingen zijn echter niet beperkt tot het onderwijs. Veel plantkundigen vinden hun werk bij proefstations voor land- en tuinbouw, niet alleen in ons land, maar ook in tropische gebieden. Steeds groter wordt ook het aantal biologen, dat een werkkring vindt bij industriële ondernemingen. L. Algera.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen