GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 126

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 126

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Taalwetenschap kent veel problemen De s t a t i s t i e k tracht o.a. de vraag te beantwoorden welke klanken en welke woorden in een bepaalde taal 't meest gebruikt worden, en gaat hand in hand met de mechanica bij het inrichten van pons- en vertaalmachines. Maar als al deze wetenschappen al een onderdeel van de taal bestuderen, welk terrein blijft er dan nog over voor de taalwetenschap zelf, zult u vragen. En dan denkt u misschien het antwoord te vinden in de vergelijking en bestudering van zoveel mogelijk talen. Maar dat is het nu juist niet. Er zijn heel goede algemene taalwetenschapsmensen die maar weinig talen kennen. Wat zij bestuderen is n.l. niet een taal of vele talen, maar dè taal, de menselijke taal als zodanig, als verschijnsel. En om dat verschijnsel te bestuderen behoeven wij eigenlijk maar één taal grondig te kennen en in zijn gebruik te bestuderen, immers: iedere taal is een uiting, een belichaming, een verschijningsvorm van dat algemeen menselijk bezit: de taal. Natuurlijk is het een voordeel als men meer talen kent, zodat men kan vergelijken, zoals het ook een voordeel is dat men gebruik kan maken van de gegevens, verzameld door die andere zojuist genoemde wetenschappen, die elk op hun beurt, vanuit een bepaalde hoek licht werpen op het door hem bestudeerde verschijnsel. Maar de linquist maakt een ander gebruik van de gegevens die hij verkrijgt. De medicus ziet zijn gegevens over het oor in het grotere kader, in het systeem van de physiologic van de mens, de linquist ziet diezelfde gegevens over het oor in het grotere kader, in het systeem van de taal. En met dit woord systeem hebben we de essentie aangeduid van de taalwetenschap. Zij probeert te ontdekken wat de systematiek is, die aan alle mensentaal ten grondslag ligt. Wij zouden het heel in 't kort zo kunnen formuleren: de algemene taalwetenschap poogt een antwoord te vinden op de vraag: Wat is taal. Deze vraag heeft door de eeuwen heen allerlei geleerden bezig gehouden; het verschijnsel „taal" is immers een zeer boeiend verschijnsel, één van de typische eigenschappen die van alle schepselen alleen de mens eigen is. Maar, zult u tegenwerpen, ook dieren hebben immers een taal? Waarschuwt een kip niet haar kuikens als ze in gevaar verkeren, en geeft zij niet op duidelijke wijze een roep, ten teken dat er ergens voedsel te vinden is? En kan een hond niet duidelijk laten horen dat hij zijn baas mist of blij is dat zijn baas terugkomt, of dat hij naar buiten wil? Ook dieren hebben een aantal geluiden tot him beschikking, waardoor ze elkaar tekens kunnen geven. En

Samenvatting van de toespraak van mejuffrouw prof. dr. B

Siertsema, gehouden op de vergadering van Vrouvpen V.U.Hulp te Groningen.

Het terrein van de algemene taalwetenschap is zeer uitgestrekt, en heeft daardoor ook raakpunten met zeer vele van de andere wetenschappen. Met psychologie en de filosofie, met de medische wetenschap, met de physica en de statistiek en de anthropologie, om er maar enkele te noemen. Al deze wetenschappen houden zich n.l. ook, in één van de onderdelen, bezig met de menselijke taal. Zo bestudeert p s y c h o l o g i e o.a. de gang van zaken bij de taalverwerving: hoe leert het kind zijn moedertaal? De f i l o s o f i e houdt zich bezig met het wezen van de taal (als tekensysteem) en zijn plaats in het grote geheel van de menselijke samenleving. De m e d i s c h e w e t e n s c h a p is er in geïnteresseerd hoe een mens zijn spraakklanken voort brengt, hoe het oor werkt en op welke wijze bij beschadiging van spraak- en gehoororganen, de bezwaren in het taalgebruik daardoor veroorzaakt ondervangen kunnen worden. Ook de p h y s i c a houdt zich de laatste tientallen jaren intens met de taal bezig op het gebruik van de radiotelegrafie, bij de verbetering van grammofoons en telefoons, bij het ontleden van klankgolven door de spraakorganen voortgebracht, om te ontdekken wat daarin essentieel is voor het verstaan. 6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 126

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's