Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 161

Miljoenendans van de V.U.

Hoofdstuk 9 van de „Regelingen betreffende de organisatie der Vereniging voor Hoger Onderwijs op Gereformeerden grondslag (Vrije Universiteit) te Amsterdam" heeft tot titel: overige vergaderingen. Daarin staat, onder artikel 57, dit te lezen: „Tenminste éénmaal per jaar, september of oktober, nodigt het bestuur der vereniging de provinciale besturen uit tot een vergadering. Deze vergaderingen worden gehouden opdat het bestuur der vereniging op de hoogte blijve met de stand der actie en vooral ook, om maatregelen te bespreken voor het voeren van de propaganda, alsmede tot bespreking van de belangen der vereniging in het algemeen". Welnu, aan deze regel wordt goed de hand gehouden, — en zo zijn de provinciale besturen ook dit jaar — het was op 20 oktober — weer bijeen geweest met directeuren. Ze zijn uitstekend op de hoogte gebracht, onder andere door de penningmeester van het directorium, de heer H. van Namen. Deze sprak over de financiering van de V.U., nu en straks, en hij moest zijn gehoor een reeks grote getallen voorzetten. Het was miljoenendans: de heer Van Namen begon met te vertellen, dat op grond van de thans beschikbare gegevens het totale bouwprogramma van de V.U. kan worden geschat op minstens 250 miljoen gulden. Van dit bedrag is inmiddels ruim 20 miljoen uitgegeven, maar de heer Van Namen stelde het gehele investeringsprogramma voor zijn prognose toch op 250 miljoen: dit bedrag is immers

samengesteld uit een aantal onderdelen, welke eerst in de loop der jaren tot uitvoering komen. Hij splitste dit bedrag in drieën: voor de wis- en natuurkundige faculteit, voor het ziekenhuis en voor de overige nieuwbouw. Nu zullen wij de lezers van ons blad niet vermoeien met allerlei cijfers van netto-uitgaven, percentages, eigen aandelen enz. Een paar notities uit de rede van de heer Van Namen volgen hier. Eerst het punt van de subsidie. We moeten ons niet verkijken op die 95 procent subsidie. Die geldt zowel voor de bouw als de exploitatie. Géén subsidie wordt verleend voor de kosten van de theologische faculteit en die van de Vereniging. Deze beide zijn echter ook in de bouw begrepen en dat komt, ook in de toekomst neer op een eigen bijdrage van 8 a 10 procent. Het V.U.-kapitaal is momenteel 8,5 miljoen gulden. Elk jaar wordt het vermeerderd met de opbrengst van Vrouwen V.U.-hulp, interest, schenkingen etc. Als dit, in verband met de exploitatie, volgehouden kan worden, is er over enkele jaren sprake van 10 miljoen gulden en nog later van 12,5 miljoen. Dan kunnen we de bouw financieren. Maar, het tekort op de exploitatierekening is nu al 1 miljoen gulden per jaar; dit bedrag, of liever: dit tekort, wordt gevormd door de vijf procent van de subsidiabele uitgaven (450.000) en de kosten van de theologische faculteit, de niet-subsidiabele universitaire uitgaven en de kosten van de Vereniging. De noodzaak van verhoging van het subsidie zou wel eens niet onvermijdelijk kunnen blijken te zijn. Men kan hierbij onderscheid maken tussen bouw en exploitatie. Men spreekt over verhoging van subsidie voor de nieuwbouw tot honderd procent, over subsidiëring van de theologische faculteit (maar zeventig procent van de kosten der exploitatie van deze faculteit wordt gedekt door de opbrengst van de collecten in de gereformeerde kerken), en ook over verhoging van het algemeen subsidie-percentage. Er zal nog heel wat over gesproken moeten worden. De heer Van Namen zei, dat verhoging van het subsidie voor de Vrije Universiteit gunstig kan zijn: aan de specifieke taken van de V.U. als V r ij e Universiteit kan dan meer aandacht besteed worden. Deze taken zijn: het studentenpastoraat, het studentenleven in het algemeen, de geldelijke steun aan afgestudeerden, die hun studie in het buitenland willen voortzetten, het verstrekken van beurzen aan christenstudenten uit het buitenland enz. Aan deze dingen komt de V.U. thans niet zodanig toe als wij dit wel zouden wensen. We zullen zelfs een zeer zorgvuldig beleid moeten voeren, willen we kunnen doorgaan op de wijze van nu. En: als dat n i e t kan raken wij als wetenschappelijke onderwijsinstelling achter op. Verdubbeling van de eigen inkomsten van de universiteit is nodig. Er zal zo omstreeks 1967—1970 jaarlijks twee miljoen uit eigen middelen beschikbaar moeten zijn, zeide de heer Van Namen met nadruk. 9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen