Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 36

HET GEHALTE-ONDERZOEK DER TALENTEN

GAAT MIJN KIND STUDEREN ? In het januarinummer van het V.U.-blad schreef ik iets over het vraagstuk van de activering der talenten. Daarin werd betoogd, dat bij de beslissing van ouders hun kind aan het wetenschappelijk onderwijs toe te vertrouwen niet enkel geld een rol speelde, maar dat dit ook een zaak van mentaliteit en visie was. Tenslotte wees ik op de mogelijkheden van financiële steun van overheidswege en in dat verband kwamen ook begrippen als voorlichting en selectie even naar voren. Over het vraagstuk van de selectie in meer algemene zin en over de voorlichting die daarmee nauw verband houdt, wil ik hierover wat verder uitweiden. Waar vindt selectie plaats ? Men kan wel bepaalde momenten aangeven waarop de selectie duidelijk naar voren treedt, maar men moet in het oog houden, dat die selectie eigenlijk een steeds voortschrijdend proces is. Na het doorlopen van de lagere school verspreiden kinderen zich over allerlei instellingen van voortgezet onderwijs, zoals L.T.S., U.L.O., H.B.S. en Gymnasium. Vooraf wordt geselecteerd door adviezen van schoolhoofden en toelatingsexamens. Bij het middelbaar en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs gaat de selectie echter door van klas tot klas. Elk jaar verlaten jongelui de school, die te hoge eisen aan hun studiecapaciteiten scheen te stellen. Tenslotte moet de proef van het eindexamen worden afgelegd. Na dat eindexamen komt er weer zo'n moment waarop een beslissing moet worden genomen. Zoals in een vorig artikel al werd vermeld, tracht de Afdeling Rijksstudietoelagen er op grond van cijfers en een oordeel van rector of directeur achter te komen of het verantwoord is van het begin af reeds financiële hulp te verlenen voor het volgen van wetenschappelijk onderwijs. Men mag echter aannemen, dat het merendeel der ouders, die zelf wel kans zien de studie te bekostigen, eveneens pogingen zal doen om de geschiktheid voor verdere studie van zoon of dochter zo zorgvuldig mogelijk te bepalen. Het verloop van de middelbare schoolperiode, behaalde cijfers, oordeel van leraren speelt dan natuurlijk ook een rol. Er is geen enkele reden om aan te nemen, dat die selectie aan universiteit of hogeschool in de loop van een aantal studiejaren niet zou doorgaan en men mag het dus ook niet als een abnormaal verschijnsel beschouwen dat jaarlijks een aantal studenten de studie opgeeft. 4

Zijn er selectienormen ? De vraag of er selectienormen zijn, is eigenlijk in het voorgaande reeds bevestigend beantwoord. We beperken ons hier tot de periode tussen eindexamen en inschrijving aan universiteit en hogeschool. De vlotheid waarmee de middelbare school werd doorlopen en de cijfers van rapporten en eindexamen worden onder de loupe genomen, m. a. w. aan de intelligentie wordt aandacht besteed. Dat is echter niet het enige. Vader, moeder, rector, directeur, leraren, misschien ook de dominee, kennen de ex-scholier wel enigszins. Er wordt dus gelet op karakter - eigenschappen, die je voor een succesvol verblijf aan universiteit of hogeschool wel schijnt te moeten bezitten. Daarop wordt in het vervolg verder ingegaan. Moeilijkheden bij de selectie. Het oordeel over de intelligentie levert niet de meeste moeilijkheden op. Als ouders soms geneigd zijn hun uil voor een valk te houden, dan kunnen schoolresultaten en het oordeel van leraren dikwijls wel van die waan genezen. Het beoordelen van karakter en aanleg voor studeren stelt echter voor grotere problemen. Men gaat zich afvragen of een leerling ijverig was, van volhouden wist, zich door moeilijkheden wist heen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen