GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 102

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 102

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

faculteiten reeds lang traditie is, in steeds sterkere mate te worden gevoeld. Te verwachten valt dat dit zal leiden tot uitbreiding van het aantal instituten, als werkgemeenschappen waarin hoogleraren, wetenschappelijke medewerkers en studenten gezamenlijk bepaalde gebieden van onderzoek zullen kunnen bearbeiden. Door de voortschrijdende concentratie van de huisvesting der onderscheidene onderdelen der universiteit in gemeenschappelijke gebouwen zal de mogelijkheid daartoe ook worden begunstigd. Voor een universiteit die voor alle onderzoek een gemeenschappelijk uitgangspunt aanvaardt, is er zeker alle reden aan deze groeiende behoefte tot groepsvorming ook door het treffen van personele en materiƫle voorzieningen zoveel mogelijk tegemoet te komen. Doet zich, wegens de toenemende gecompliceerdheid van het wetenschappelijk onderzoek reeds binnen de afzonderlijke vakgebieden de behoefte aan teamwork gelden, nog duidelijker treedt zij aan de dag wanneer het onderzoek zich richt op problemen voor welker oplossing de deskundigheid van onderscheiden disciplines vereist is. Als een veelbelovend voorbeeld van de ontwikkeling van een interdisciplinaire samenwerking binnen de Vrije Universiteit kan hier het revalidatie-onderzoek genoemd worden, waarbij de afdelingen heelkunde, neurologie en anatomie van de faculteit der geneeskunde en de subfaculteiten der pedagogiek en der psychologie van de faculteit der sociale wetenschappen betrokken zijn. De in het verslagjaar ontworpen plannen om aan deze reeds spontaan op werk-basis tot stand gekomen samenwerking ook organisatorisch gestalte te geven heeft het bestuur met instemming begroet, mede omdat zij gericht zijn op de leniging van menselijke noden, die zich in onze technische samenleving met steeds groter frequentie voordoen. De integratie van de wetenschappelijke staf in de structuur van de universiteit is evenals elders ook aan de Vrije Universiteit een wel voortschrijdend, maar nog niet voltooid proces. Bij de herziening van het reglement der Vrije Universiteit, die in het verslagjaar tot voorlopige afsluiting kwam, zijn o.a. voor wat betreft de vertegenwoordiging in de Senaat, maatregelen getroffen die de voortgang van

dit proces zullen bevorderen. Ook de studieraden, waarin hoogleraren, leden van de wetenschappelijke staf en studenten over de studieprogramma's overleg kunnen plegen, vormen nog een jonge component in de universitaire structuur. Zij beginnen echter bij sommige onderdelen der universiteit reeds duidelijker gestalte te krijgen en bevredigender te functioneren. De overal in de studentenwereld aan de dag tredende wens tot het verkrijgen van grotere invloed op de gang van zaken aan de instelling waaraan zij hun vorming verkrijgen, kwam in het verslagjaar ook in sommige activiteiten en uitingen van bepaalde studentengroeperingen van de Vrije Universiteit naar voren. De, naar de trant van de tijd, daarmee verbonden publiciteit gaf daaraan dan soms een onevenredig groot gewicht, waardoor buitenstaanders een geheel onjuiste indruk kunnen krijgen van de werkelijke verhoudingen aan de Vrije Universiteit. Poogt men deze tendenzen in de studentengemeenschap op de juiste waarde te schatten, dan is er ongetwijfeld plaats voor kritiek op voorbarig en soms zelfs onbesuisd oordelen over zaken, waarvan wegens onvoldoende kennis en ervaring de juiste inhoud en betekenis niet kan worden doorzien. Maar er is evenzeer reden tot waardering voor het feit dat studenten de universiteit niet slechts, zoals vroeger veelal het geval was, als een hun vreemd blijvend ,,doorgangshuis" beschouwen, maar als het ,,eigen huis", waarvan grondslag, structuur en toekomst ook hun regarderen en dus interesseren. Als sprekend bewijs hiervoor zij vermeld, dat de Studentenraad aan de Vrije Universiteit zijn leden de gelegenheid biedt nu tegelijk met de betaling van de contributie een bijdrage te storten aan onze Vereniging en dat door de voorzitter van de Studentenraad, de heer J. de Vries, uit hoofde hiervan, op de Algemene Vergadering een bedrag van f 5.000,- aan de Vereniging werd aangeboden. Het Bestuur stelt er prijs op ook hier zijn hartelijke dank te betuigen voor deze royale gift en voor de gevoelens van verbondenheid met het ,,eigen huis", waarvan zij getuigenis aflegt. Het behoeft nauwelijks toelichting dat bij de voortgaande uitbouw der Universiteit de personeelsvoor-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's