GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 16

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

gaan overwegen en bestuderen of het beeld dat wij ons van de geschiedenis van de eerste mensen gemaakt hebben op grond van het profetisch getuigenis in en aan Israël enkele duizenden jaren geleden, of dat beeld wel juist is. Leert de Bijbel inderdaad wel wat wij er van hebben gedacht of hebben wij er misschien toch een heleboel bij bedacht wat oorspronkelijk door de Bijbelschrijver helemaal niet is bedoeld en ook geen openbaringsinhoud kan zijn. Deze vragen die betrekking hebben op de eerste mens en de zondeval moeten vandaag eenvoudig opnieuw worden gesteld omdat God ons daarvoor plaatst. En hoe moeilijk dat ook schijnt te zijn in de Gereformeerde wereld in Nederland, daarvoor zal de ruimte, met name ook aan de theologen, gegeven moeten worden. En het zijn niet de enige vragen die opnieuw moeten worden gesteld!

Onze

kinderen.

In de vraag: ,,Wat moeten we nu aan onze kinderen verteilen", komt tenslotte de hele problematiek nog eens naar voren. Wanneer het mij gelukt zou zijn u de bedoeling van het voorgaande wat duidelijk te maken, misschien dat er dan even die begrijpende glimlach komt omdat deze vraag toch eigenlijk de menselijke wetenschap een beetje te veel eer geeft, hoewel het duidelijk mag zijn geworden dat ik, overigens naar ik meen, óók in de lijn van Prediker, de wijsheid en de wetenschap allerminst wil bagatelliseren. Het zou te pretentieus zijn wanneer ik zou proberen alle vragen omtrent de verhouding van wetenschappelijke ontwikkeling en het verstaan van het bijbels getuigenis te behandelen, maar wel zou ik met instemming een uitspraak willen vermelden die prof. dr. K. J. Popma in dit verband eens deed: ,,De wetenschap is niet meer dan een poetsmiddel voor het tempelgerei." Ik zou er daarom grondig bezwaar tegen hebben wanneer er met betrekking tot de kinderen ook maar iets zou leven van een gedachte als: ,,Nu, die eerste hoofdstukken van Genesis dat wordt een heel hachelijke zaak. Laten we die voorlopig maar overslaan en ook de eerste bladzijden uit onze kinderbijbels scheuren tot ze eerst wat biologie van Lever en theologie van Kuitert hebben gehad!" Het gaat in de eerste hoofdstukken van Genesis inderdaad wel om de diepste levensvragen van de mens, maar anderzijds mag worden erkend dat-onze Heer ons via de profetie in het volk Israël daarop een antwoord heeft gegeven dat honderden generaties vóór ons in het geloof hebben verstaan en waarvan ook onze kinderen op hun wijze heel veel begrijpen kunnen. Wel is het nodig dat ze bij het opgroeien in déze wereld, in hun omgaan met de Schrift, zo begeleid worden dat ze niet meer voor een valse problematiek komen te staan als waarmee de gereformeerde wereld nu al zoveel jaren worstelt. Dan zal het misschien wel zo blijven dat ze bij het opgroeien moeite hebben om los te komen van een voorstelling als: ,,had Adam maar niet gezondigd, dan was het nu misschien goed geweest" en te geraken tot het geloofsinzicht dat het in Adam gaat

16

over dé mens. De eerste mens maar evengoed over mij vandaag en dat ik daarom ook maar niet het geringste van mijn schuld en verantwoordelijkheid op een eerste Adam kan afschuiven. Maar doet zich iets dergelijks ook niet ten aanzien van de tweede Adam voor.' Als kind gaat wel al onze verontwaardiging uit naar Judas die Hem verraden en het Sanhedrin dat Hem overgeleverd heeft. Maar als we, volwassen, het geloof hebben mogen behouden, dan erkennen we meer en meer de waarheid van de woorden van de dichter Revius: ,,'t En zijn de ]oden niet, Heer Jesu, die U kruisten . . ." Ook dat is realiteit van het geloof, vandaag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's