Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 56

tevredenheid konden worden behandeld. Tot voortzetting van de gedachtenwisseling, al of niet congresgewijs, is dan ook besloten. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN « i'/j , I S fh /•'..

ENTHOUSIASTE JONGE ^^::'^"'^:i:'-'-~... _. '-

een electronious -•^"^-'--S:';»;-

"•'"•• •••-•:—-•: 'j •

perSOneU

voorzieningen

of uitvoering is, waarmede thans nog circa ƒ 300 miljoen gemoeid zal zijn. Het zal duidelijk zijn, dat het van bijzonder groot belang is dat het bureau der universiteit ook voor de leidinggevende werkzaamheden op de genoemde terreinen over eersterangs medewerkers kan beschikken. De heer Sikking, die reeds geruime tijd zijn werk als hoofd van de financiële administratie als gevolg van ziekte niet had kunnen verrichten, verkreeg invaliditeitspensioen en verliet in verband daarmede de dienst van de Vrije Universiteit. Gedurende meer dan 20 jaar heeft hij zijn beste krachten aan de universiteit gewijd. ADJUNCT-SECRETARISSEN

De laatste jaren werd allerwegen de klacht vernomen, dat de docenten in steeds sterker mate hun aandacht en tijd moeten geven aan vraagstukken van organisatorische aard, besprekingen en correspondentie inzake personeelszaken en materiële onderwijsvoorzieningen en dergelijke vraagstukken, voor de behartiging waarvan de meeste docenten vanzelfsprekend ook niet de aangewezen figuren zijn. In verband daarmede besloten de besturende colleges aan de faculteiten functionarissen ter beschikking te stellen, die de faculteitsbesturen en de individuele docenten van allerlei beheers- en administratieve taken zouden kunnen ontlasten. Inmiddels zijn in verschillende faculteiten zulke functionarissen benoemd — met de titel adjunct-secretaris van de faculteit — en worden voor de overige faculteiten benoemingen voorbereid. UNIVERSITEITSCONGRES

In het begin van het verslagjaar werd onder auspiciën van de senaat een tweedaags universiteitscongres gehouden, bedoeld om docenten, wetenschappelijke medewerkers, studenten en leden van de besturende colleges samen te brengen tot een open gedachtenwisseling over een aantal onderwerpen 'die het hart van de Vrije Universiteit raken. Als discussiestof dienden — vooraf aan de deelnemers uitgereikte — referaten onder de titel ,,Balans van het verleden" (prof. dr. W . J. Wieringa); ,,Het Christelijke in de Vrije Universiteit" (prof. dr. J. v. d. Hoeven, prof. dr. H. M. Kuitert); ,, Leef baarheid binnen en bestuurbaarheid van de Vrije Universiteit" (ir. C. A. Doets) en ,,De toekomstige ontwikkeling van de Vrije Universiteit" (prof. mr. W . F. de Gaay Fortman en prof. dr. J. Lever). Vanzelf spreekt dat de vraagstukken die in dit tweedaags beraad aan de orde kwamen, niet uitputtend en tot ieders

10

De bouwwerkzaamheden op het universiteitsterrein werden ononderbroken voortgezet. In het verslagjaar kwam nagenoeg gereed het gebouw van de faculteit der geneeskunde, waar met name de zogenaamde preklinische opleiding plaatsvindt. Begonnen werd met de bouw van het hoofdgebouw van de universiteit, waarin de alpha-faculteiten, de centrale bibliotheek en de centrale diensten e.d. ondergebracht zullen worden. Dit project zal nog verscheidene jaren vergen voor het geheel opgeleverd is. Het streven is erop gericht het hoofdgebouw met ingang van het academisch jaar 1970-'71 althans ten dele in gebruik te kunnen stellen. De snelle ontwikkeling van het aantal studenten maakte het nodig de capaciteit van dit gebouw nog met circa 60 % te vergroten ten opzichte van het enkele jaren geleden ontworpen bouwplan! Indien deze ontwikkeling zich blijft voortzetten — en er is geen reden het tegendeel te veronderstellen — dan zal omstreeks 1975 het aantal studenten tot circa 15.000 zijn toegenomen. Om dit aantal studenten te kunnen opvangen zal nog een aantal grote bouwwerken op het universiteitsterrein dienen te verrijzen. Met het oog daarop is een uit een stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar bebouwingsplan ontworpen. De realisering daarvan zal nog enkele honderden miljoenen guldens vergen. Op de regering is een dringend beroep gedaan tijdig de nodige middelen ter beschikking te stellen. Intussen zal de vraag onder ogen gezien moeten worden, of de Vrije Universiteit — c.q. de vereniging waarvan zij uitgaat — ook elders of in een ander verband zich voor de uitbreiding van de mogelijkheden tot wetenschappelijk onderwijs dient in te zetten. De colleges van curatoren en directeuren en de senaat beraden zich hierover. De historische panden aan de Keizersgracht werden in het verslagjaar verkocht. Deze gebouwen waren op het geven van modern universitair onderwijs aan grote aantallen studenten niet berekend; een zinvolle bestemming voor andere (para-)universitaire doeleinden kon niet worden gevonden. Het besluit tot verkoop werd met een zekere weemoed genomen; overheersend was echter de overweging, dat het niet verantwoord zou zijn deze panden tot een niet functionerend, fossiel bezit te laten verworden. STUDENTENAANGELEGENHEDEN

In de kring der studenten bestaat de laatste tijd een opvallende belangstelling voor de plaats en de taak van de universiteit en haar organisatiepatroon. Het moet positief gewaardeerd worden, dat de student zich mede betrokken voelt bij de gang van zaken aan de universiteit en de medeverantwoordelijkheid wil dragen. Dit verschijnsel valt aan alle universiteiten waar te nemen en manifesteert zich ook aan de Vrije Universiteit: de student van deze tijd wil en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen