GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 6

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN GREEP UIT DE BEANTWOORDING VAN DE VRAGEN door prof. dr. H. M. Kuitert

De vragen die op de V.U.-bijeenkomsten naar voren komen, draaien voortdurend om hetzelfde thema: de uitleg van de eerste hoofdstukken van Genesis. Er zal hieronder ook een begin van een antwoord komen. Maar ik begin met heel iets anders. Dat lijkt een omweg, maar in werkelijkheid is het, geloof ik, de enige goede weg om deze vragen te benaderen. We moeten nl. beginnen met het doel der Schriften: wat is het doel der Schriften? Ik meen dat wij altijd geleerd hebben (en daar vandaag nog onze kinderen bij groot brengen) dat het doel der Schriften is: te prediken wie Christus is en wat het wérk van Christus is, wat wij van Hem mogen verwachten, wat Hij gedaan heeft en doen zal! En dat deze prediking in ons midden is gekomen als de hoop van ons bestaan en de hoop van heel de wereld. Ik dacht dat de mens daardoor dan ook Christen is geworden, dat hij door de knieën is gegaan voor Jezus Christus en dat we op zo'n manier ook proberen andere mensen christen te maken. Dus het doel der Schriften is: het getuigenis van Jezus Christus. Dat zegt onze Heer zelf; in het evangelie van Johannes leest u dat antwoord aan de Joden, waar Christus dan zegt: „Onderzoekt de Schriften, die zijn het die van Mij getuigen" (Joh. 5 : 39). Dat is dus het eerste: we laten öiis door de Heer zelf zeggen waar de Schriften voor dienen en hij zegt: ,,Die zijn het die van Mij getuigen". In die grote samenhang moet een mens, moet heel de christelijke kerk telkens weer die Schriften zien. Wij moeten die Schriften dus niet van die bedoeling van de Schriften losmaken. Als we dat wel doen, lezen we de Schriften verkeerd;.dan komen we er ook verkeerd mee uit en ik zal straks nog zeggen op welke punten. Maar ik wil nu vast zeggen dat, als we de Schrift daarvan losmaken, we precies bij die schriftbeschouwing terecht komen die ons vandaag parten speelt, en die inhoudt dat alles letterlijk zo gebeurd moet zijn als in de Schrift staat, dat nergens — in het licht van de wetenschap of in het licht van de menselijke kennis in het algemeen — ook maar één draadje los mocht zitten enz., want

6

anders wordt de bijbel als Gods Woord ondergraven. Het is 20, voor mijn besef, dat geweldig veel mensen de zekerheid van hun geloof gronden op deze schriftbeschouwing. Dat lijkt mij een ontzaglijke verarming en een verschraling van het geloof. Als er één oorzaak is, waarom ik mij nogal wat druk maak om deze zaken, dan is dat o.a. omdat ik geloof dat we elkaar daar — terwille van het geloof — vanaf moeten helpen. De zekerheid van het geloof is niet gegrond op mensenwerk, d.w.z. niet gegrond op een menselijke schriftbeschouwing, of ze nu van onze orthodoxe vaderen afstamt of van wie dan ook maar. De zekerheid van ons geloof berust in laatste ipstantie op de blijde Boodschap die wij — door middel van de gepredikte Christus — ,,zelf uit Zijne mond" gehoord hebben. Dat is waar een mens in laatste instantie op steunt en niet op een schriftbeschouwing die onze gereformeerde vaderen uit de 17e of 18e eeuw langzamerhand in elkaar gezet hebben en waar we het een hele poos mee konden doen. Maar daar rust ons geloof niet op. Het geloof rust op de stem van de Herder, die de schapen herkennen en dan verheugen ze zich (Joh. 10 : 4). Als we eenmaal zo, bij het goede begin beginnen, worden al die vragen die we elkaar tegenwoordig stellen over de schriftuitleg en over allerlei gegevens die daarbij op tafel komen, heel wat minder angstwekkend, krijgen ze ook een heel wat nuchterder en een heel wat gewoner vorm. Het worden kwesties waarover men rustig met elkaar kan praten. Wij moeten ons ook rustig er over laten voorlichten. Zelfs dat kan dan allemaal! We worden dan nl. minder angstig, als die schriftbeschouwing, die we al die tijd erop nahielden blijkbaar achterhaald is. Niet de bijbel is achterhaald, maar een bepaalde beschouwing over die bijbel en hoe we hem moeten lezen. Dat moet alles helemaal opnieuw en anders worden opgezet. „Anders" betekent niet minder; het kan misschien veel beter opgezet worden dan vroeger. Maar het moet en het zal anders, want zo kan het niet meer. Het eigenlijke punt zit vooral hierin, dat wij er heel wat minder angstig voor moeten zijn om te erkennen dat de Here God mensen gebruikt heeft om Zijn boodschap in deze wereld binnen te dragen. Mensen uit een bepaalde tijd, met de wijsheid van hun tijd, met de kennis van hun tijd. Zo bijv. de mensen die over de schepping schreven in Genesis. Zij wisten van de werel-d zoveel af, als men in die tijd over de wereld wist en meer niet. Behalve dan één ding, dat het Gods wereld was, dat hij er niet zomaar gekomen was, dat er één Heer over deze wereld was, omdat Hij de Schepper van deze wereld was en dat is Israels God. Zó hebben ze het beleden en verkondigd. Dat wil dus zeggen, dat ze over het hoe van de schepping — of het in de weg van de evolutie zou wezen of in de vorm van een wonderdaad ineens — evenmin wat wisten als wij ervan weten (al weten wij er vandaag dan wat meer van dan vroeger, mogen we er misschien wel bij zeggen). Is deze erkentenis aantasting van de Schrift ? Natuurlijk niet. Als we zeggen dat deze mensen schreven als kinderen van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 6

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's