GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 96

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 96

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

g.a.van solinge heeft ''machtig interessant werk'' J _ v e tweede helft van zijn vijftig levensjaren heeft de Edese heer G. A. van Solinge doorgebracht in dienst van de Vrije Universiteit (en vanwege dit feit is hij onlangs hartelijk gehuldigd). Sinds een jaar of twee wordt zijn functie aangeduid als: buitendienst-functionaris, maar daarvóór heette hij; vertegenwoordiger/propagandist. Maar afgezien van de manier waarop je zijn baan noemt, de jubilaris heeft ,,machtig interessant werk". Dit stellen wij niet vast, dat zegt hij zelf zo en hij zegt het met bijzonder veel nadruk. In juni 1946 kwam de heer Van Solinge naar de VU, waar de heer B. Faber de landelijke organisatie van de VU-Vereniging, die door de oorlog op de rug was komen te liggen, opnieuw overeind zette. Daarbij was onmisbaar het werk van een paar propagandisten die door het hele land de correspondenten van de VU gingen opzoeken en met hen het contact bleven onderhouden. Tot de taak van de vertegenwoordigers/propagandist (het waren en zijn er drie, nu dus buitendienst-functionarissen genoemd) hoorde ook het goodwill kweken voor de Vrije Universiteit, bijvoorbeeld via relaties bij het onderwijs of de kerkelijke jeugdbenden, of het christelijk vakverbond. Ik vraag de heer Van Solinge, of zijn taak in de loop van de achterliggende kwarteeuw erg veranderd is. Hij antwoordt: ,,In principe niet, maar wel is het accent veel meer komen te liggen op dat goodwill-kweken dan op het bezig zijn met de correspondenten. Dit laatste had en heeft vooral ook deze achtergrond, dat het er om gaat de contributies binnen te krijgen. Nu moet je vooral niet zeggen dat het geld niet

2 0

VU-BLAD

meer belangrijk is: de mensen kunnen weten van de bijzondere taken waarvoor de VU zich gesteld ziet en waarvoor de VU zich ook wil stellen, maar je kunt tegelijk nuchter constateren dat die enorme drang van vroeger hier niet meer achter zit. Dit brengt mee dat je meer aandacht aan die zaak van de goodwill kunt besteden". Volgende vraag: bij wie klopt u aan om goodwill te kweken ? Toch niet in 't wilde weg? De heer Van Solinge: ,,Neenee, natuurlijk niet. We mikken speciaal op de afgestudeerden van de VU. Och, de meeste dominees bleven of werden lid van de Vereniging, een paar juristen ook wel, maar daarmee was het toch bekeken. En dan vraag je die afgestudeerden niet alleen of ze lid van de VUVereniging willen worden, maar ook of zij zich tegelijk betrokken willen voelen bij het werk van de VU en dan ook iets van die betrokkenheid willen laten merken". Ik vraag weer: hoe moeten ze dat dan laten merken? De heer Van Solinge: ,,Om te beginnen denk ik nu even aan dat nieuwe VUMagazine, daar zouden ze aan mee kunnen doen en dat hoeft direct niet te betekenen dat ze grote verhalen gaan schrijven, maar ze kunnen de redactie attenderen op een bepaalde problematiek. Verder kunnen de afgestudeerden hun zegje doen op plaatselijke of regionale VU-vergaderingen. Kijk, de tegenwoordige vraagstukken zijn van dien aard dat er altijd wel deskundigheid bij te pas komt en deze mensen hebben een bepaalde deskundigheid. Zo verlevendigen ze de discussie en bovendien, de discussie wordt ook verdiept

en dan ben je meteen uit de buurt van hele debatten om incidentele uitlatingen van deze of gene professor". Vraag: hoe staat u tegenover die accentsverandering in uw werk? De heer Van Solinge: ,,Laat ik het zo zeggen: onze taak is moeilijker geworden, maar ook veel boeiender. De vanzelfsprekendheid van voorheen is weg, toen gaf je aan de kerk, aan de zending en aan de VU, daar was in menig gezin geen speld tussen te krijgen. Maar als je er vandaag mensen bij krijgt, nieuwe leden wint, dan betekent dat een veel bewustere keus van de betrokkenen. En dit is naar mijn mening een machtig goeie verandering. Nog iets. Het is niet alleen boeiend, maar ook prettig werk. In negen van de tien gevallen schiet je raak. De mensen vinden het leuk dat je ze benadert. We zijn er ook op uit om de afgestudeerden op bepaalde posten in onze VU-organisatie te krijgen, alweer omdat je voor de vraagstukken van vandaag, die meer dan voorheen in het ideële vlak liggen, ook mensen nodig hebt die op zo'n terrein thuis zijn". Vraag: u had het net over moeiten in verband met bepaalde uitlatingen . . . komen die veel voor? De heer Van Solinge: ,,Het komt nogal eens voor dat de mensen bedanken o m . . . ja, kon je nog maar zeggen: om wat ze van deze of die prof. gelezen hebben, maar meestal is het niet meer dan: ,,ze" zeggen of: ik heb es gehoord. Maar goed, er zijn ook wel concrete aanleidingen. Een recent voorbeeld is het stemadvies voor de PPR van een paar hoogleraren. Iemand bedankte: nu kon ze — het was een dame — niet langer lid van de VU zijn. Ik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 96

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's