GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1971 - pagina 203

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1971 - pagina 203

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Toen sprak Gerbrandy met dat hoge nasale geluidje de voor mij fameuze woorden: "Ik heb u niet gestemd, maar u valt me erg mee".'

cus vond zo een wel zeer vroegtijdig einde.

Fractievoorzitter De chronologische volgorde is een beetje zoek, maar dat doet er niet zo veel toe. Want in de nu beschreven episode was ik voorzitter van de a.r. fractie. Het is dus nu het beste dat eerst verteld wordt hoe ik fractievoorzitter geworden ben. Toen Schouten uit de Kamer ging, was hij van mening dat ik fractievoorzitter moest worden. Schouten heeft dat met een paar a.r. kamerleden en met de lijstaanvoerder Zijlstra besproken en ze waren het er mee eens. Ongelukkig genoeg heeft hij dat niet besproken met de ondervoorzitter van de fractie, Roosjen, zodat die toen mijn kandidatuur op de proppen kwam en Schoutens activiteiten in dezen aan het licht kwamen, het gevoel kreeg dat er buiten hem om gekonkeld was. En dat was eigenlijk ook wel zo. Roosjen presideerde dus de fractie waar'n een voorzitter gekozen moest worden. Hazenbos, Van Eysden, Zijlstra - demissionair minister maar toen tijdelijk kamerlid spraken zich voor mijn kandidatuur uit. Roosjen was om bovenvermelde redenen hoos en Gerbrandy was verschrikkelijk gekant tegen mijn kandidatuur. Hij zei; 'U kunt geen fractievoorzitter zijn. U bent helemaal niet antirevolutionair'. De discus^'es liepen erg traag en er was grote ver''eeldheid in de fractie. Op een gegeven

ogenblik zei Gerbrandy tegen mij: 'Trek uzelf terug'. Ik had uiteraard aan de discussie niet deelgenomen, maar ik heb toen gezegd dat ik dat niet deed. Toen deed Gerbrandy een dringend beroep op Zijlstra om zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap. Zijlstra had zich voor mij uitgesproken maar zei ten slotte: 'Als de fractie het wil en als ik daar de zaak mee dienen kan, wil ik wel fractievoorzitter worden'. En aldus is in een overigens verdeelde fractie geschied. Ik bedoel het helemaal niet boosaardig, maar Zijlstra wilde natuurlijk geen kamerlid blijven. Hij wilde - terecht overigens m.i- weer minister worden. Maar dan was het voor hem uiteraard prettiger om zelf als fractievoorzitter de onderhandelingen over de kabinetsformatie te voeren dan dat ik dat zou doen. Ik heb toen dus enige rustige weken gehad. Toen het kabinet tot stand gekomen was en Zijlstra weer minister geworden was, kwam het probleem van het fractievoorzitterschap weer aan de orde. Ik werd opnieuw kandidaat gesteld. Gerbrandy was weer tegen, maar ditmaal won hij het niet en ik ben met grote meerderheid tot fractievoorzitter gekozen. Van Eysden was secretaris van de fractie. Hij was als middenstands-deskundige in de fractie gekomen, maar ontpopte zich al spoedig tot een all-round kamerlid met een uiterst deskundig inzicht in de staatsfinanciƫn. Hij was bovendien een zeer beminnelijke, gave en nobele persoonlijkheid.

Commissies Nu moesten de verschillende fractiecom-

'Romme (foto) was het knapste kamerlid. Hij is geevenaard door Samkalden, die korte tijd P.v.d.A.-fractievoorzitter is geweest. Zij discussieerden op gelijk niveau.'

missies ingesteld worden en voorstellen gedaan worden over de aanwijzing van a.r. kamerleden voor de verschillende kamercommissies. Dat moest dus in een fractievergadering gebeuren en het bureau van de fractie - voorzitter en secretaris - moesten daarover voorstellen doen. Ik zei tegen Van Eysden: 'We stellen voor om Gerbrandy in alle commissies te zetten, waarvan we weten dat hij er graag in wil zitten'. We maakten dus onze voorstellen klaar en ik opende de fractievergadering en zei dat ik met een voorstel kwam van de samenstelling der commissies. Gerbrandy, klein van postuur - ik zie het nog - rechtte zijn rug. Hij dacht: nu komt het. Ze zullen natuurlijk proberen mij zoveel mogelijk te ecarteren. Voordat ik nog iets gezegd had, vroeg hij het woord al om over zijn wensen met betrekking tot de commissies te spreken. Ik. antwoordde hem en zei: 'Wacht nu eerst even af wat wij voorstellen, dan kunt u daarna het woord krijgen over uw wensen'. Nu, we lepelden onze voorstellen op. Toen sprak Gerbrandy met dat hoge nasale geluidje de voor mij fameuze woorden: 'Ik heb u niet gestemd, maar u valt me erg mee'.

Romme Ook met Romme heb ik uiteraard veel te maken gehad. Iedereen erkent Rommes sublieme intellectuele kwaliteiten. Maar niet iedereen erkent zijn karakterologisch zuivere kwaliteiten. Ik vind het een vreugde om te zeggen dat ik het laatste wel doe. Ik heb bijzonder plezierig met Romme samengewerkt. Ik zal nooit de brief vergeten die hij mij bij de dood van Hazenbos schreef, nl. dat hij hem gedacht in zijn gebeden. Romme was het knapste kamerlid. Hij is geevenaard door Samkalden, die een korte tijd P.v.d.A. fractievoorzitter is geweest. Zij discussieerden op gelijk niveau. Toen we na de fakkeldragersdag de kabinetscrisis kregen die aan het bewind-Drees een einde maakte, heb ik Romme voorgesteld om een minderheidskabinet te vormen van de drie christelijke partijen, onder zijn leiding. Hij vroeg mij: 'Ben je bereid daarvan deel uit te maken?' Mijn antwoord was bevestigend. Hij zei: 'Ik zal het met mijn mensen bespreken'. Een paar dagen later zei hij: 'Vooraanstaande mensen in mijn partij voelen er niet voor'. De kous was daarmee af Het merkwaardige is dat men blijkens het informatie-dossier dat Zijlstra mij over de kabinetsformatie van 1956 gegeven heeft, toen van K.V.P. zijde wel over een herstel van een vooroorlogs coalitiekabinet heeft gedacht. Maar in dat jaar voelden antirevolutionairen en christelijk historischen daar niet voor. Je moet dus, zo is mijn conclusie, over coalities en polarisaties maar denken als over zeer relatieve aangelegenheden. 45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's

VU Magazine 1971 - pagina 203

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's