VU Magazine 1972 - pagina 532
griep? nisylén 't zijn druppels 't is plantaardig
helpt!
NwiarS
en gewrichtspijn
^ARNIFLOR ZALF (uit natuurlijke grondstoffen)
helpt vlug
ook bij verstuikingen en lichte kneuzingen dr. willmar schwabe nv- zaandam
LEKKER EN HANDIG Sanovite ! Heerlijk voor snacks en hartige hapjes. Ze zijn in een oogwenk klaar. Door de "sandwichlljn" ook zo geschikt om als drjehoeksmodel te serveren. Probeer Sanovite eens met kaas. Een attractie! Sanovite harmonieert met alle beleg.
SANOVITE hoort bij gezellige avondjes
(Ook zoutarm overal verkrijgbaar) 12
zeggen, dat de EG alleen maar bereid is gebleken aan dergelijke maatregelen op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking deel te nemen, als zij daarmee tegelijkertijd ook een of ander eigen belang kon dienen. Een voorbeeld daarvan is de in het kader van de Gemeenschap verstrekte voedselhulp aan ontwikkelingslanden. Niet dat deze voedselhulp op zich geen nuttige zaak zou zijn (hoewel er ook wel enkele nadelen aan kleven). Maar voor de EG was echter het voornaamste, dat hierdoor een zeer welkome uitlaat werd geboden voor bepaalde overtollige landbouwvoorraden (zoals zuivel en granen). Hoe weinig oprecht haar werkelijke intenties wel zijn bleek vorig jaar, toen de Gemeenschap een tijdlang niet aan haar toezeggingen aan het Wereld-Voedsel-Programma voldeed, omdat de voorraden toevallig op waren - de normale commerciële verkoop had blijkbaar een hogere prioriteit!
Eigen belang Overwegingen van eigenbelang vormen kennelijk de voornaamste leidraad van de Europese Gemeenschap of van de lidstaten afzonderlijk - al wil ik er onmiddellijk aan toevoegen dat dat voor andere landen niet minder zal opgaan. Dezelfde overwegingen speelden en spelen nog steeds een grote rol bij het beleid dat de grote Gemeenschap heeft gevoerd met betrekking tot een beperkt aantal ontwikkelingslanden in Afrika en het Middellandse-Zeegebied. Toen het Verdrag van Rome in 1957 werd gesloten, werden er meteen op speciale aandrang van Frankrijk een aantal regelingen getroffen voor de Franse koloniale gebieden in Afrika, en zo ook voor die van Italië en België, en voor die van Nederland in de West. Sinds de staatkundige zelfstandigwording van de meeste van deze gebieden zijn deze associatie-akkoorden twee keer verlengd, namelijk in 1963 en in 1969.
Er bestaat eigenlijk weinig meningsverschil over het feit dat deze associatie-akkoorden in de aanvang door Frankrijk aan de andere lidstaten van de Gemeenschap werden opgedrongen. Frankrijk bestendigde hiermee haar politieke en economische invloedssfeer in Afrika, terwijl de lasten ervan mee worden gedragen door de EG-partners. De associatie houdt in dat deze Afrikaanse landen een voorkeursbehandeling krijgen voor hun produkten op de EEG-markt. Daarnaast is er een fonds gevormd, het zogenaamde Europese Ontwikkehngs-Fonds, waarin de EG-landen op basis van een vaste verdeelsleutel hun bijdragen storten, die worden gebruikt in de associatielanden voor de financiering van ontwikkehngsprojecten en dergelijke.
Wederkerig Beide punten, de handelsvoordelen en de hulp, hoe nuttig zij misschien ook zijn voor de ontvangende landen, laten tegelijk ook zien dat de Gemeenschap niets voor niets geeft. De handelsvoordelen moeten wederkerig zijn, d.w.z. dat de geassocieerden op hun beurt, als een tegenprestatie, ook een voorkeursbehandeling moeten geven aan de exporteurs uit de EG. Het Europese Ontwikkelings-Fonds is tegelijk een indirecte vorm van subsidie aan het Europese en met name het Franse bedrijfsleven. Bijna 90% van de bestedingen geschiedt in Europa, en bijna de helft daarvan in Frankrijk, terwijl de resterende 10% ook nog een groot deel ten goede komt aan Franse dochterondernemingen die zich in de associatielanden hebben gevestigd. De associatie mag dus met recht een lucratieve zaak voor het Europese bedrijfsleven worden genoemd. Het blijkt dan ook wel dat met name de Fransen deze speciale relatie met Afrika niet graag zien verwateren, en er rekening mee wensen te houden als het erom gaat iets te doen voor de rest van de Derde Wereld. Zo is het stelsel van voorkeursbe-
De negen Europese regeringsleiders, in oktober bijeen in Parijs, werden ool< op iiet Eiysée ontvangen. Van iinks naar rechts: Pierre Werner (Luxemburg), Gaston Eyskens (België), Jack Lynch (Ierland), Anker Joergensen (Denemarken), Willy Brandt (West-Duitsland), Barend Biesheuvel (Nederland), Georges Pompidou (Frankrijk), Edvrard Heath (Engeland), Giulio Andreotti (Italië) en Pierre Messmer (Frankrijk).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972
VU-Magazine | 570 Pagina's