GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 535

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 535

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het recht van de sterkste? d o o r ds. Hans

Bouma

De manier, waarop in het VU-magazine van dierproeven zover gaan, dat zij vegetariër november de noodzakelijkheid van dierproe- worden. Van dezelfde dr. Brouwer begrijpen ven wordt verdedigd, maakt een overtuigen- wij tenslotte, dat de proefdieren zo humaan de indruk. Prof dr. J. Lever herinnert ons er mogelijk opgevangen en verzorgd worden. aan, dat wij onze gunstige levensomstandig- Tussen hen en hun begeleiders kan een zekeheden niet weinig te danken hebben aan ex- re binding ontstaan. perimenten met dieren. Tijdens een in 1966 Ik kan me indenken, dat de overwegingen gehouden symposium over de toelaatbaar- van prof. Lever, prof. Oort en dr. Brouwer heid van het dierexperiment merkte hij op, veel lezers hebben gerustgesteld. Vindt het 'dat niet de helft van de aanwezigen geleefd dierexperiment met name als bijdrage in de zou hebben, wanneer er geen dierproeven warenstrijd tegen ziekte en honger geen royale uitgevoerd'. Het dierexperiment blijkt voor rechtvaardiging? Er zijn wel minder respectahem in dienst te staan van de verpUchte strijd bele redenen voor dierverbruik! De diensttegen het lijden en de honger, waaronder het baarheid van het dier aan alleen maar comgrootste deel van de mensheid nog immer merciële belangen, bijvoorbeeld aan die der gebukt gaat. Hij zou het zeer betreuren, wan- kosmetische industrie, valt heel wat moeineer hem in deze moeizame strijd beperkin- lijker te verdedigen. Wanneer ik u thans gen werden opgelegd. deelgenoot maak van enkele vragen, die het Ondertussen heeft prof. Lever wel zijn aarze- betoog van prof. Lever, prof. Oort en dr. lingen. Er zijn grenzen. 'Vermoedelijk,' zegt Brouwer bij mij heeft opgeroepen, doe ik dat hij, 'zou ik persoonlijk geen proeven willen of met grote schroom. Ik ben zonder meer overkunnen doen, waarbij ik in de hersenen van een tuigd van de integriteit van deze onderzoeaap of een hond elektroden zou moeten aan- kers. Hun motieven zijn van het hoogste nibrengen. Ik denk, dat ik daar niet goed tegen veau. Zij worden bezield door de beste bezou kunnen. 'Ervaart prof Lever deze weerzin doelingen. Ik zou het een ramp vinden, wanals een zwakte of acht hij bepaalde wapens neer zij hoe dan ook geremd of gefrustreerd in de strijd eenvoudig illegitiem? Het is niet zouden worden in hun gevecht voor een gezonde en gelukkige samenleving. Ik richt helemaal duidelijk. Van prof dr. J. Oort vernemen wij, dat een mijn vragen dan ook niet primair tot hèn. onderzoeker het veel Uever zónder dierproef Natuurlijk hoop ik, dat zij meeluisteren. Miszou doen. Een dierproef is vaak een uiterst schien klikt er af en toe iets. Zij zijn immers, gecompliceerd model. Zij kan nooit méér dan ondanks de schijn van het tegendeel, allereen benadering van de werkelijkheid zijn. minst zeker van hun zaak. Is het niet veel'Veel van de experimenten voorde geneeskunde zeggend, dat prof. Lever huivert voor bezouden we,' aldus prof Oort, 'om een juist ant- paalde experimenten? En de oproep van prof. woord te krijgen, aan mensen willen doen, maar Oort om óók eens na te denken over kippendaarvan kan natuurlijk geen sprake zijn.' batterijen en de manier waarop varkens worDe emoties komen volgens hem vooral los, den 'gefokt' suggereert, dat hij met het dierwanneer men het rollenspel experimentator- verbruik bij experimenten toch nog niet heproefdier niet goed doorheeft. Hij vraagt lemaal klaar is. Met de vragen die ik heb, begrip voor de situatie, die bepalend is voor zullen wij in de eerste plaats allemaal bezig moeten zijn. De visies van prof Lever, prof. de rol. De man, die thuis zijn hond aanhaalt, speelt Oort en dr. Brouwer verraden immers enige in de situatie van het experiment de rol van culturele, zo niet religieuze apriori's, die zó wetenschappelijk onderzoeker. Het dier op algemeen zijn, dat zij er beslist niet alléén op tafel is een object voor hem. De mens is zeer aangesproken kunnen worden. Wij zullen bedreven in dit rollenspel, volgens prof. Oort. ons samen moeten bezinnen op wat wij gezaOf het dier het spelletje zo gauw kan mee- menlijk aan vooronderstellingen met ons spelen, krijgen wij niet te horen. Het proef- meedragen. dier is voor prof Oort een nieuw type 'verbruiksdier'. Het staat op één lijn met koeien, De superieure mens varkens en kippen. Hij vindt het onbillijk, dat mensen vaak fel protesteren tegen het ver- Het ingrijpendste apriori is wel het recht, bruik van dieren bij experimenten, terwijl zij waarmee wij als mensen menen te kunnen kritiekloos allerlei andere vormen van ver- beschikken over het dier. Wij gaan er van uit, bruik accepteren. dat het dier opgeofferd mag worden aan onze Ook dr. H. Brouwer verbaast zich erover, belangen. Wij voelen ons duidelijk superieur. dat slechts weinigen in hun protest tegen Dit apriori is inherent aan de verzakelijkende

objectiverende houding, die de Westeuropese mens sinds Descartes tegenover de natuur aanneemt. Descartes kent twee substanties: de res cogitans, de denkende mens en de res extensa, de uitgebreidheid, de wereld der zielloze dingen. Als denkend wezen is de mens de meerdere van de hem omringende natuur, de neutrale materie. Alles moet zich eerbiedig onderwerpen aan zijn zegevierende ratio. De natuur heeft geen eigen kwaliteit, geen intrinsieke waarde. Zij is een voorwerp, waarmee de mens naar beheven mag manipuleren. In feite poneert Descartes het recht van de sterkste. In de bijbel liggen de verhoudingen totaal anders. De natuur is daar geen materie, maar schepping van God. Als zodanig heeft zij een eigen waarde. Als schepping, eigendom van God moet zij 'geheiligd' worden, 'bewerkt en bewaard' (Gen. 2:15), doordrongen van gerechtigheid en vrede. Het blijkt de mens te zijn, die zich hiervoor mag inspannen. Hem valt de eer te beurt om te 'heersen' over de werken van Gods handen. Deze heerschappij is een kwestie van nederig en dienstvaardig herderschap. Zij kan nooit neerkomen op uitbuiting, terreur, manipulatie. In zijn heerschappij zal de mens zich immers moeten waarmaken als 'beeld' en 'gelijkenis' (Gen. 1:26) van een God, die vóór alles de schéppende God is. Op schéppende wijze zal de mens zich moeten inzetten voor het leven op aarde. Hij is de meerdere, wanneer hij de mindere wil zijn. Hij is er niet om zich te laten dienen, maar om te dienen. Het is typerend dat de mens 'adam' heet. Deze naam betekent zoveel als 'aardman', 'zoon der aarde'. De mens komt niet zomaar, als een hoger wezen, uit de lucht vallen. Hij is uit de aarde genomen. Hij is van hetzelfde materiaal gemaakt als de dieren. In Genesis 1 krijgt de mens niet eens een aparte scheppingsdag. God schept hem in één adem met 'het vee, het kruipend gedierte en het wild gedierte'. De mens is niet méér dan een Ud van dat ene, allesomvattende gezin, dat God met één majesteitelijke greep uit de aarde opdiepte. In Prediker 3 lezen we: 'Want het lot der mensenkinderen is gelijk het lot der dieren, ja, eenzelfde lot treft hen: gelijk dezen sterven, zo sterven genen, en allen hebben enerlei adem, waarbij de mens niets voor heeft boven de dieren.' Anders dan een doorgaans antropocentrische 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 535

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's