GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 16

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Intelligentie te hoog gewaardeerd De Britse psycholoog, prof H. J. Eysenck, heeft in het decembernummer van het maandblad Encounter uitvoerig zijn beklag gedaan over de behandeling van zijn boek 'Race, Intelligence and Education' in de pers. Het boek handelde over wat een zeer heet hangijzer zou blijken te zijn, namelijk de verschillen in intelligentie tussen blanken en negers. Dat was een onderwerp'dat ook door Eysenck's Amerikaanse collega Jensen was behandeld. Deze had in een uitgebreid artikel over intelligentieverschillen de volgende (voorzichtige; stelling geponeerd: 'Het lijkt niet onredelijk, gezien het feit dat variatie in intelligentie voor een groot gedeelte genetisch bepaald is, te veronderstellen dat ook bij deze verschillen erfelijke factoren een rol spelen.' Intelligentieverschil en erfelijkheid werd een niet alleen wetenschappelijk, maar ook politiek fel-bediscussieerd onderwerp. De discussie werd ook in ons land gevoerd, naar aanleiding van het rapport van prof dr. A. D. de Groot, die in een inmiddels vrijgegeven geheim-rapport aanbevelingen had gedaan. De opvattingen van prof De Groot werden in Trouw/Kwartet (26 oktober '72j samengevat met: Intelligentie is voor het grootste deel een erfelijke kwestie, in ons land is het potentieel aan intelligentie wel zo ongeveer uitgeput, iedereen die daarvoor in aanmerking komt krijgt het onderwijs dat bij z'n intelligentie past. Voor het hoger onderwijs is het nodig streng te selecteren in verband met de schaarse ruimte op universiteiten en hogescholen.' Prof De Groot kreeg kritiek van onder anderen dr. Jan Rupp, ontwikkelingspsycholoog: 'Het gaat niet alleen om feiten, het gaat uiteindelijk alleen maar om belangen. De hele kwestie, waarom het hier gaat is een politieke kwestie.' Dat was nu juist een van de klachten van prof Eysenck. Hij schreef dat bij de gebruikelijke valkuilen, verbonden aan het populariseren van wetenschappelijke onderwerpen, ook de 'rechtspraak' van de journalistiek was gekomen. 'Men kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat deze journalistieke kritiek eerder door politieke dan door wetenschappelijke bezwaren werd opgeroepen.' Drie VU-psychologen, drs. Erik Andriessen, drs. Nico Bleichrodt en drs. Henk van de Flier (medewerkers aan de afdeling Bedrijfspsychologie en Psychodiagnostiek) richtten 14

hun verwijten op andere zaken. In een artikelenreeks betreffende de erfelijke bepaaldheid van intelligentieverschillen, die deze maand in 'Intermediair' zal verschijnen en daarna in brochurevorm zal worden uitgegeven, verwijten ze de Amerikaan Jensen o.m. dat deze zich geen rekenschap heeft gegeven van het effect van zijn geschriften. 'Men moet niet zo naïef zijn om te denken dat publikaties in vakbladen aan de aandacht van journalisten en dus van het publiek zullen ontsnappen,' schreven zij. Dat Jensen wel naïef was, bleek uit wat hij in een interview met de Times zei: 'Ik moet toegeven dat ik nooit heb gedacht dat de discussie de vakbladen te buiten zou gaan.' Juist wanneer de kans bestaat, dat wat men wil zeggen verkeerd kan worden uitgelegd, of kan worden misbruikt, zal men des te zorgvuldiger moeten zijn bij het naar buiten brengen van het materiaal, zo schreven de VU-psychologen. Ze noemden twee gevallen waarin Jensens stelling werd misbruikt: tegenstanders van de rassenintegratie binnen het onde™js berie-

Drs. E. Andriessen

pen zich tijdens een proces op Jensen; in Intermediair van 31-3-'72 gebruikte prof dr. J. H. van der Berg de veronderstelde hogere intelligentie-aanleg van het blanke ras als argument ter verdediging van het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. Over de intelligentie en de waardering daarvan in onze samenleving, had VU-magazine een gesprek met de heren Andriessen, Bleichrodt en Van der Flier. Daarin kwam onder meer het volgende aan de orde. In jullie stuk wordt intelligentie gedefinieerd als 'datgene wat gemeten wordt door intelligentietests'. Is dat een serieuze definitie? Ja. Het is al een oud punt; vroeger beston-

Drs. N. Bleichrodt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's