VU Magazine 1973 - pagina 448

Dat beschreef Fals Borda mij als volgt: 1. Werk onder Indianen. Het weer terugwinnen en doen herleven van hun tradities. De afbraak van hun cultuur weerstaan. Dit werk vindt plaats in de buurt van de grenzen met Peru, Ecuador en Brazilië. Er zijn regionale groepen, die zich hergroeperen en verenigen. Besef ontstaat dat het niet zo behoeft door te gaan als het gaat. 2. Werk onder boeren. Dit omvat assistentie bij hun pogingen land terug te claimen. Hierin wordt samengewerkt met studenten en met ANUC, de boerenorganisatie. De kleine boeren beschikken over de titulos (eigendomsbewijzen), maar de grote landbezitters beschikken ook over titulos, die zij meestal via omkoperij verkregen hebben. Dit werk vindt in diverse delen van het land plaats. 3. Werk onder negers aan de Pacifickust. Hier speelt ook de rasfactor een rol. Deze groep bestaat voornamelijk uit havenarbeiders, arbeiders van houtbedrijven en vissers. Hier gaat het om het terugvinden van hun identiteit. 4. Werk onder urbane en marginale groepen. Een van de middelen tot bewustmaking is hier volkstheater. Bij al dit v/erk blijkt dat de betrokkenen de leiders van hun eigen gemeenschap willen worden. De kern is: geen object maar .subject van ontwikkeling. Fals Borda was zelf bezig met werk onder boeren in de provincie Boyaca. Daar

Ontwlkkelingseconoom drs. G. J. van Apeldoorn, die het Colombia-onderzoek van de VU uitvoert.

28

bestaat een sterke acción-communal beweging. Borda heeft een sociologische detailstudie van de situatie gemaakt. Hij kwam tot de conclusie dat een community development project van 1957 opnieuw tot leven moest worden gebracht. Het oude project was verwaterd en een instrument voor de autoriteiten geworden tot handhaving van de status quo. Zo'n verwaterd project wordt dan 'modernisation without change', zoals Borda het noemde.

hebben, moet tot uitvoering gebracht worden. Borda geeft op uitnodiging van deze boeren een cursus hierover. Zij betalen zelf zijn huisvesting. Zo kan de praktijk van de reforma agraria, die nu ten bate van de bestaande orde werkt, omdat ze het platteland onderwerpt aan het industriële centrum, ten bate van de arme boeren aangewend worden.

Marxistisch? Borda stond op het punt naar de Verenigde Staten te vertrekken teneinde het beleid van ROSCA te verdedigen voor de voornaamste donors, de United Presbyterian Church naar aanleiding van een aanklacht door de Presbyteriaanse kerk van Colombia ingediend. Het verwijt was dat ROSCA te veel marxisme in zijn program stopt. Daarna zou hij onder boeren in Monte"^ia gaan werken, samen met een ANUCmedewerker. Dit betreft een gebied waar lokale autoriteiten in meerderheid achter de boeren staan. De absentee-landowners (landeigenaars, die niet op hun grond wonen) werken echter de reforma agraria tegen. Deze wet, die op zichzelf goede elementen bevat en die o.m. inhoudt dat niemand meer dan 200 ha land in eigendom mag

Colombiaanse autoriteiten, beschermd door politie, waarschuwen Colombiaanse boeren geen grond te bezetten waarvan grootgrondbezitters beweren dat het hun eigendom is. De acties gaan echter door.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen