GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 329

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 329

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

uu fttagazine 19 Onuitputbaar Deze verschuivingen zijn volledig verklaarbaar als w e bedenken dat in de vijftiger jaren de olie ontdekt w e r d als „onuitputbare" energiebron (lage prijzen!) waarna in de zestiger jaren er in Nederland de aardgas-ontdekkingen gedaan werden. De regering, die in het achterhoofd de gedachte had dat in de jaren tachtig kernenergie in overvloed aanwezig zou zijn, besloot deze aardgasvoorraad in een zo hoog mogelijk tempo te verkopen (lage prijzen!) om niet met onverkoopbare voorraden te blijven zitten als andere, goedkopere energiebronnen beschikbaar zouden komen. In die tijd was van mogelijke gevaren van kernenergie nog niet veel bekend en één en ander was dan ook begrijpelijk, hetgeen o.a. resulteerde in de aardgascontracten met het buitenland. Uit het voorafgaande valt af te leiden dat het beleid van de Nederlandse regering in die tijd (vóór de oliecrisis dus) gericht was op heX „voorzien in de vraag naar energie tegen een zo laag mogelijke prijs". Hiertoe nam zij allerlei maatregelen, zoals het reeds eerdergenoemde aardgasbeleid, de sluiting van de kolenmijnen (omdat kolen niet meer konden concurreren met b.v. aardgas, olie en in de toekomst kernenergie) en zelfs al in 1955 het oprichten van het RCN, een stichting die als doel meekreeg het verkrijgen van kennis op het gebied van de toepassing van de kernenergie (ten behoeve van de industrie). Zo werd in 1970 besloten om in samenwerking met Duitsland en Engeland een fabriek te bouwen om uranium te verrijken (het ultracentrifugeproject in Almelo). Uranium is nl. de brandstof voor een kernenergiecentrale. Het komt in de natuur voor. Slechts een heel klein deel echter (0,7 %) van het natuurlijke uranium is geschikt als brandstof voor een normale kerncentrale (het isotoop U235) en dit percentage is te laag om zo'n centrale goed te doen werken. Vandaar dat men dit gaat „verrijken". Men doet dit in Nederland via de ultra centrifugemethode (er zijn ook andere methoden). Verder participeert Nederland in een samenwerkingsverband met Duitsland en België in het Kalkar-project. Het betreft hier een snelle kweekreactor die, de naam zegt het al, z'n eigen brandstof voor een groot deel kweekt. Zo'n kweekreactor doet daarom veel langer met een zelfde hoeveelheid brandstof (ca. 50 maal zuiniger). Als w e dan naar de hiernaast afgebeelde tabel kijken, dan zien w e dat zo'n factor 50 bijzonder belangrijk is als w e praten over de vraag hoelang w e met het uranium in onze energiebehoefte kunnen voorzien. Iedereen in Nederland is direct betrokken bij de bouw en de ontwikkeling van de snelle kweekreactor te Kalkar middels de 3 %-regeling bij de electriciteitsprijzen.

Concluderend mag gesteld worden dat het regeringsbeleid in Nederland vóór de oliecrisis gericht w a s op een zo goedkoop mogelijke voorziening in de vraag naar energie met in het achterhoofd de veronderstelling dat kernenergie in de toekomst (tachtiger jaren) zou voorzien in deze vraag.

De crisis Eind 1973 werd de wereld geconfronteerd met de „oliecrisis". Voor Nederland en Amerika was er ten tijde van deze oliecrisis ook nog een stagnatie van de aanvoer; er werd een „kunstmatige schaarste" gecreëerd hetgeen een gevolg was van de houding van beide landen inzake het conflict in het Midden-Oosten. Tegen de pro-lsraël opstelling werd door de Arabische landen, en dus de OPEC (Oil Producing and Exporting Countries), voor eerst de olie a l s „ w a p e n " gehanteerd. Met de oliecrisis had dit „olie-embargo" echter weinig te maken, hoogstens versterkte het de gevoelens van onmacht en afhankelijkheid. Omtrent de ware reden van het ontstaan van de oliecrisis bestaan vele gissingen, het geheim is (en blijft) in het bezit van de OPEC en de oliemaatschappijen. Een verklaring die de laatste tijd nogal opgang maakt, w i l l e n w e u niet onthouden.

TABEL III Voorraadcijfers (globaal) in aantallen jaren waarin in het wereldenergieverbruik van 1 9 7 0 voorzien kan worden (nota biz. 21) Kolen Aardolie Aardgas Teer in leien en zand Uranium (gewonekerncentrale)

2210 90 100 40 100

jaar jaar jaar jaar jaar

Afbraakprijzen Voor de oliecrisis was er sprake van een overproductie aan olie. De grote oliemaatschappijen probeerden de prijzen hoog te houden, maar door kleinere maatschappijen werd de prijs gedrukt (witte pompen!). De grote konden niet tot een beperking van de productie komen zonder hun marktaandeel aan de kleineren te verliezen. Daarom werd de hulp van de OPEC-landen ingeroepen. Deze landen zagen, ondanks een steeds stijgende productie hun olie-inkomsten relatief steeds verder dalen: ze moesten immers op een markt die verzadigd was van olie, hun olie proberen te verkopen. Dit leidde tot afbraakprijzen. Ook voor hen zou een productiebeperking gunstig uitkomen. Na overleg tussen de oliemaatschappijen en de OPEC zouden in '73 productiebeperkingen zijn ingevoerd resulterend in de ons bekende prijsverhogingen; de prijs die de oliemaatschappijen voor de olie aan de productielanden moesten betalen werd in oktober '73 verdubbeld en in januari '74 opnieuw verdubbeld. Forse prijsstijgingen voor het verbruikende deel van de wereld waren het gevolg, maar in eerste instantie betekende dit grote winsten voor de oliemaatschappijen die tijdens de voorbereidingen enorme hoeveelheden voor de oude (= lage) prijs hadden ingeslagen en die nu voorde nieuwe (= hoge) prijs doorverkochten! Dat de OPEC-landen zich nu bewust zijn geworden van hun macht en nu zelfstandig kunnen overgaan tot beperkingen en prijsverhogingen is voor de oliemaatschappij-

Él

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 329

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's