GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 479

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 479

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

mmm

\ni magamte 37 Dr. Antonie Wessels is tijdelijk terug in Nederland. De verbitterde gevechten die de laatste maanden in de Libanese hoofdstad Beirut werden geleverd, maakten het noodzakelijk dat de hogeschool waaraan dr. Wessels als docent islamologie is verbonden (de Near East School for Theology) de lessen afbrak. Dr. Wessels blikt in dit dagboek terug op de laatste dagen voor zijn vertrek. Hij begint op 19 oktober.

Hallo. Is Saswan er ook? Een Iraakse vluchtelinge die we in huis hadden, maar die we de laatste tijd niet meer gezien hebben. Wie bent u? O, een vriend. Geef inlichtingen. „ Wat doet u nog in Beirut?" vraagt de onbekende. „ Waarom belt u mij?" zeg ik, „in een van de weinige nachten datje nog wat kunt slapen". Hij verontschuldigt zich en breekt af.

woensdag Heb een urenlang gesprek met een van mijn Indonesische studenten. Hij heeft zich de laatste twee en een halfjaar onder mijn leiding op de Islam-studie geworpen. Hoewel hij zijn gesprek eindigt met een woord van waardering — hij gaat over enkele dagen vertrekken — bekent hij al die tijd reserves tegen mij gehad te hebben omdat ik een Nederlander was. „ Die denken dat wij toch niet kunnen studeren". Ik ben wat beduusd omdat ik meende nimmer aanleiding te hebben gegeven vooreen dergelijke reactie. Wel vertelde ik eens een Nederlands bezoekster, die het steeds had over .,hï] ons in Indonesië" dat wij niet moesten denken dat wij zo geliefd waren bij de Indonesiërs. Ik zei dit op grond van mijn ervaringen met deze en andere Indonesische studenten in Beirut en contacten met verschillende moslimse Indonesiërs. Het viel me bij voorbeeld steeds weer op bij „social meetings" van onze school hoe onze studenten versterkt met andere Indonesische studenten die men had meegenomen liederen zongen die steeds anti-Nederlands waren. Ik kreeg natuurlijk van deze dame te horen dat ik niets van Indonesië weet, omdat ik er niet geweest ben. Van anderen kan ik over het middenoosten niets zeggen omdat ik er wel (geweest) ben. En zo gaat ^de Nederlander zijn betweterige gang... Bel met een Libanese vriend die vrijdag naar Europa vliegt. Hij biedt aan post mee te nemen.

donderdag Faculteitsvergadering. Op enkele collega's na die buiten de stad wonen, is iedereen er. De president geeft een overzicht van de situatie. Er zijn maar vijf studenten terwijl we veertig full-time en nog eens veertig part-time studenten verwachten. We besluiten voorlopig de enkelen privé-les te geven in de hoop dat we binnen afzienbare tijd gewoon verder kunnen gaan... Loop naar de Beirutse

„Kalverstraat" (Hamra) om een geldwisselaar te vinden. Er heerst een vreemde atmosfeer. Militairen op de kruispunten. Een wilde markt op de trottoirs. Van alles wordt te koop aangeboden. Veelal gestolen goed uit de benedenstad. Men verkoopt verder üever zijn spullen voor een lage prijs dan ze geheel te verliezen door roof, plunder of dynamietering. Onderhandel met een wisselaar over de koers. De dollar staat gunstig, maar de Nederlandse gulden staat laag genoteerd. Ik „bargain". Ontmoet op de terugweg de secretaris van de orthodoxe jeugdbeweging. Vraag wat zij doen in deze tijd. Zij proberen, vertelt hij, gemengde moslims-christelijke comité's op te richten die onder meer bij ontvoeringen kunnen bemiddelen. Hij is bezorgd over de feitelijke scheiding van gemeenschappen: moslims die uit christelijke wijken en christenen die uit moslimse wijken verhuizen.

vrijdag We eten nu 's middags warm op school. Dat spaart niet alleen tijd, maar vooral moeite om eten te kopen en vervolgens dan nog te koken. Het buta-gas is erg moeilijk te krijgen. De president vertelt met zijn normaal al sombere stem de laatste berichten over ons zustercollege dat door twee elkaar bestrijdende partijen is bezet. Men heeft een gedeelte van de boeken verbrand. Thuis krijg ik twee Sudanese studenten op bezoek. Ze studeren de laatste jaren op kosten van het Algemeen Diakonaal Bureau (Utrecht) in Beirut, resp. landbouw en politieke wetenschappen. Bespreek met hen wat zij moeten doen als de universiteit al of niet opent. Kom een TROS-reporter tegen. Ik hoorde hem in september een cynisch verslag geven over het samenleven van moslims en christenen in Libanon, ,,van wie er," zo besloot hij, „sinds vannacht 20 minder zijn". Zo spreek je niet over je medemensen. Maar dat kan allemaal blijkbaar voor de TROS. Zet de t.v. aan voor de kinderen. Er zijn tekenfilms die elke drie maanden herhaald worden omdat er kennelijk geen nieuwe voorraad aankomt. Later op de avond kijk ik naar het nieuws. Irriteer me aan de toon waarop de nieuwslezers spreken over de relatieve kalmte terwijl er op drie honderd meter van het radiostation gevochten wordt.

zaterdag Oproepen tot demonstraties. Bijeenkomst in de kerk in onze straat. Loop wat rond en maak een praatje met de orthodoxe priester met wie ik bevriend ben. Luister door het raani naar de toespraak die overigens ook via luidsprekers buiten te horen is. Een Palestijns predikant in de kerk ziet me en nodigt me uit binnen te komen. Via een zijdeur en de achterkant van de ikonstase (ikonenwand), vind ik mijzelf even later in de koorbanken vooraan. Een journalist naast me vraagt me of ik de naam ken van de spreker die op het moment bezig is. De aanwezigen zijn van alle leeftijden, mannen maar vooral ook vrouwen. Een schreeuwt emotioneel haar verontwaardiging uit vooral over de politici. Ze wordt door applaus onderbroken: „ Waarom kunnen wij wel komen en de parlementsleden niet naar het parlementsgebouw?" (Dagenlang gaan de parlementszittingen niet door vanwege een gebrek aan quorum). Een moslim spreekt over de eenheid van moslims en christenen. Loop mee in de demonstratie. Voorop lopen mensen die spandoeken dragen. Helemaal vooraan loopt een jongen met een mosÜmvaandel. Er staat op: ,,Er is geen overwinning dan van God". Daarnaast loopt iemand met een gouden kruis. Daarachter loopt iemand met een boven zijn hoofd geheven Koran, met daarnaast iemand die het Evangelie met beide handen houdt opgeheven. Er staat een ikoon op afgebeeld. Er worden leuzen geroepen over de Libanese eenheid. Ik ervaar het als een authentieke uiting van frustratie, machteloosheid. Ik ben overtuigd dat het ten diepste niet gaat om een strijd tussen mosUms en christenen. Breng zoals gebruikelijk de avond binnen door. Er is een avondklok. We vertonen een serie dia's van de schepping voor de kinderen. God scheidt het licht van de duisternis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 479

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's