GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 339

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 339

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wi magame 29

„De zorg voor de verre neefis de essentie en de trots van de Afrikaanse „grote" familie"

om het zwaargewicht van deze techniek te kunnen dragen. De noden van de miljoenen armen in Afrika zijn simpel en de ,,zachte" techniek moet daarop gericht zijn. Ze zal echter in een organische relatie moeten staan tot de kennis die bij de mensen aanwezig is en zal niet kant-en-klaar moeten komen van modieus geklede, administratieve kantoorklerken uit de stad, die nóch door hun opleiding, nóch door hun ervaring enig idee hebben van de problemen van de armen. Deze techniek moet tot stand worden gebracht door een mobilisatie van de mensen zelf, maar dan ook van allen.

Hoogste prioriteit

lever bezig de scheringdraden te ordenen (foto: Kon. 1st. v.d. Tropen) iltenbakster aan het werk (foto: Kon. Inst. v. d. open) «»..«( tver achter z'n weefgetouw (foto: Kon. Inst. v. d. open) snden worden van gespleten twijgen gevlochten (foto: on. Inst. V. d. Tropen)

Men zal zich herinneren, dat de ..subcultuur" van jongeren in het Westen een poging was (en is) om te ontsnappen aan de ..kooi" waarin de techniek de mensen gevangen hield. Het is interessant dat de geneugten en het ,,echte" waarnaar de Europese, de Japanse en Amerikaanse jeugd in de subcultuur zoekt, nog altijd gratis verkrijgbaar zijn in ieder typisch Afrikaans dorp. Terwijl dus de techniek in de hoog-ontwikkelde landen ontmenselijkend en benauwend werkte, kreeg de Afrikaan de kans, doordat die techniek daar niet was, van het leven te genieten. Deze afwezigheid van techniek echter bezorgde hem geen regelmatige, goede oogsten; geen goede bestrijding van droogte, kindersterfte of besmettelijke ziekten enz. De,,zachte" inheemse techniek zal aan deze zaken de hoogste prioriteit moeten geven. De,,zachte" techniek heeft te maken met de kwaliteit van het leven en dan niet alleen gemeten naar sociale indicatoren zoals voldoende huisvesting, voedsel, kleding, gezondheid, onderwijs, communicatie, gezond milieu, maar ook gemeten naar een zo weinig mogelijk voorkomen (en liefst geheel ontbreken van) zelfmoord, misdaad, verslaving, doodslag, geestesziekten, vervuiling, aanslagen op het milieu en andere sociale ziekteverschijnselen. De aanwezigheid van de eerste groep indicatoren is net zo rampzalig als de afwezigheid van de tweede groep. Daarom moet de techniek zacht genoeg zijn om een techniek van de mensen te kunnen zijn, klein genoeg om hanteerbaar te kunnen zijn en eenvoudig genoeg om begrijpelijk te kunnen zijn. Het is niet bewezen, dat het

meubilair dat vroeger werd geïmporteerd en dat nu in Afrika wordt gemaakt door een paar machines in een ,,moderne" fabriek niet zou kunnen worden gemaakt (en wie weet zelfs beter) door plaatselijke timmerlieden overal in het land. Ook zijn er geen redenen om afwijzend te staan tegenover de gedachte dat het malen van yam of cassavewortel efficiënt kan worden gedaan, in kleine lokale fabrieken die zich in de eerste plaats richten op de plaatselijke consumptie in plaats van de gecentraliseerde verwerking in èèn grote industriële vestiging in de stad. Hetzelfde geldt voor de smeden en andere handwerkslieden.

Grote familie In het gezin zoals het in het Westen functioneert doen ouders hun uiterste best zich te gedragen zoals hun kinderen. In de traditioneel-Afrikaanse,,^ro^é'"familiegedragen de kinderen zich zoals hun ouders, grootouders, voorouders. Een erfenis om trots op te zijn die bovendien zeer bruikbaar is. Toch hebben verschillende Westerse economen zich op het standpunt gesteld dat in de ,,^ro/é'" familie het individu te weinig kan worden aangespoord en dat het voor een dynamische ontwikkeling vereist zou zijn, haar te vervangen door het Westerse gezin. In een overtuigend betoog heeft Hirschman gezegd, dat Westerlingen die dit standpunt zijn toegedaan ,,zich moeilijk kunnen indenken dat iemand zich zou willen inspannen wanneer de vruchten van zijn arbeid voornamelijk ten froede komen aan wat zij beschouwen als verre verwanten. In cie gedachte dat de ,,grote" Jamilie een barrière vormt tegen economische vooruitgang ligt daarom het oordeel opgesloten, dat niemand die goed hij zijn hoofd is zich iets gelegen laat liggen aan het welzijn van zijn achter-achter-neef". Maar dat is nu juist de essentie en trots van de Afrikaanse ,.grote" familie: de zorg voor de verre neef. Daarop moet de inheemse techniek worden gebouwd. De belangrijkste economische besluitvorming vindt hier niet plaats in het gezin of in een vér-verwijderde instelling, maar in een grotere groep. De speciale verhoudingen die tussen de leden van de groep bestaat, stelt hen in staat nieuwe taken te aanvaarden waarbij het aankomt op samenwerking. Zij kunnen hun

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 339

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's