GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 286

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 286

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magazine 20 Tumoren in de mondholte plegen via de lymf e-vaten in eerste instantie uit te zaaien naar de lymf e-klieren in de hals

Een gezwel in de mondhoek groep van ziekten, die w e l een aantal kenmerken gemeen hebben, maar zich toch ook zeer verschillend gedragen. Dat kan bij voorbeeld afhangen van het orgaan waarin en de weefselsoort waaruit de tumoren zich ontwikkeien. Bij kanker in het hoofd-halsgebied (een vorm die in de westerse landen vijf tot acht procent van het totaal aantal kankergevallen omvat. In Nederland, zo schat dr. Snow gaat het per jaar om 2 5 0 0 nieuwe patiënten) geldt op het ogenblik dat één op de twee patiënten geneest (dat w i l net als hierboven zeggen, dat de vijf-jaars overleving wordt gehanteerd. Dr. Snow leverde in zijn les een paar cijfers uit het patiëntenbestand van het Antoni Leeuwenhoek Ziekenhuis en het Academisch Ziekenhuis van de VU (beide in Amsterdam). Patiënten met kanker aan 't strottenhoofd hebben 65 tot zeventig procent kans op vijf-jaars overleving. In het gesprek met VU-magazine zegt dr. Snow dat het merendeel van de patiënten die het niet halen, overlijdt aan andere ziekten dan kanker, bij voorbeeld aan een hartinfarct of een hersenbloeding. „Met andere woorden; wanneer je vandaag de dag met kanker in het strottenhoofd in een centrum komt als het Van Leeuwenhoekhuis, of hier aan de VU, dan wil dat zeggen datje een bijzonder hoge kans hebt dat je het haalt". Voor de mondholte ligt het vijf-jaars overlevingspercentage ongeveer op vijftig; bij tumoren in bij voorbeeld de neusbijholten is het cijfer duidelijk ongunstiger: twintig tot dertig procent.

Tong-carcinoom

Vroeg ontdekt Als de belangrijkste reden waarom de cijfers voor kanker in het hals-hoofdgebied globaal een gunstiger beeld geven dan die van alle vormen van kanker bij elkaar, noemt dr. Snow het feit, dat tumoren in dit gebied vaak betrekkelijk vroeg worden ontdekt. Dat is te zeggen: vaak nog niet vroeg genoeg naar de zin van de behandelende medici, maar toch meestal vroeger dan bij voorbeeld een maagof longcarcinoom (met „carcz/ioo/??" wordt het type gezwel aangeduid, dat ontstaat in de weefselsoort d i e „ e p/?/7ee/" wordt genoemd. Dit weefsel vormt de bedekkende laag van de huid en de holle organen zoals mond, slokdarm, luchtpijp etc. Negentig procent van alle kwaadaardige gezwellen bij de mens gaan uit van epitheel. Daarnaast zijn er dan nog vormen, die uitgaan van de steunweefsels (bot-, bind- en spierweefsel), 't beenmerg, de lymfeklieren en de hersenen. Hoe vroeger 't tijdstip waarop.men zich ter behandeling meldt, hoe groter de kansen van de patiënt. Dr. Snow legt uit hoe dat verband ligt: „De meest voorkomende tumor in de mondholte is het tong-carcinoom. Hoewel er geen absolute relatie is tussen de grootte van de tumor en de tendens tot uitzaaiing, heeft deze omvang er duidelijk wel mee te maken. Een tong-carcinoom met een grootste diameter van onder de twee centimeter zal, in ruw geschat, vijftien procent van de gevallen uitzaaien. Maar zodra je gaat praten over een diameter van meer dan vier centimeter, heeft in meer dan de helft van de gevallen reeds uitzaaiing plaatsgevonden. Met andere woorden: uitzaaiing is afhankelijk van de grootte van de tumor In z'n algemeenheid geldt dit ook voor tumoren op andere plaatsen in het lichaam, al is het zeker niet het énige criterium ". Er is nog een andere reden voor de betrekkelijk gunstige cijfers die dr. Snow in zijn les kon noemen. Bij de meeste tumoren in het hoofd-halsgebied gaat de uitzaaiing ni. over het algemeen niet, zoals op vele andere plaatsen in het lichaam, primair via de bloedvaten, maar voornamelijk via de lymf e-vaten {„waarom dat zo is, weten we niet"). De lymfe-klieren in de hals fungeren als het w a r e als eerste „opvangstation" van de uitzaaiing. Deze „voorspelbaarheid" in het uitzaaipatroon van bij voorbeeld een tong-carcinoom, vergroot de kansen van de patiënt. Want de lymfe-klieren in de hals kunnen operatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 286

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's