GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 16

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magazine 14

Reactie op energie-verhaal september 1975 Het artikel van de studenten Jos van den Eijnde, Willem Spierenburg en Hans Bedet over de energie-nota in het septembernummer van VU-magazine gaf minister Lubbers van Economische Zaken een reactie in de pen. U vindt de brief hiernaast afgedrukt evenals het antwoord daarop van de drie studenten. Over het meest uitspringende punt, nl. of kernenergie nu al of niet „schoon" mag worden genoemd uit oogpunt van milieu-verontreiniging vroeg VU-magazine nog de visie van prof. dr. Joh. Blok, voorzitter van de commissie Kernenergie van de Gezondheidsraad, die een rapport aan de regering heeft uitgebracht over mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid van kernenergie (zie VU-magazine november '75). Prof. Blok: „De toepassing van de kernenergie roept allerlei vragen op. Daarover heb ik het al gehad in een interview in het novembernummer van het VUmagazine. Er is daardoor een begrijpelijke huiver om de consequenties van de kernenergie te accepteren. Ook de minister kent die huiver, zoals blijkt uit de energienota, waarin hij schrijft dat toepassing op ruime schaal nog niet verantwoord is, omdat in onze verbrokkelde samenleving nog niet de vereiste transnationale structuren tot stand gebracht kunnen worden. Intussen lijkt het mij gewenst de discussie zuiver te houden en niet aan de kerenergie nadelen toe te schrijven die er niet zijn. De milieuvervuiling door de kernenergie is inderdaad

Uitnodiging Prof. dr. J. W. van Hulst, hoogleraar in de Theoretische en Historische Pedagogiek aan de Vrije Universiteit, gaat per 1 februari 1976 met emeritaat. De Subfakulteit der Pedagogische en Andragogische Wetenschappen zal ter gelegenheid hiervan aan professor Van Hulst een ludiek en sportief afscheidsfeest aanbieden op zaterdagavond 31 januari 1976 in de hal van de „Jaap Eden IJsbaan".

uiterst gering. De normale lozing van radio-actieve afvalstoffen is veel minder riskant dan het roet, het zwa veldioxyde en het koolmonoxyde uit conventionele centrales. Een voordeel is bovendien dat radio-actieve stoffen veel gemakkelijker zijn aan te tonen dan chemische verontreinigingen. Ook het sterk radio-actieve afval vormt geen bedreiging voor het milieu meer nadat het in onoplosbare vorm is gebracht en zeker niet nadat het diep onder de grond in zoutlagen is opgeslagen. Dat deze procédés nog niet veel zijn toegepast vindt voornamelijk zijn oorzaak in het feit dat dit economisch pas aanvaardbaar wordt bij een voldoende groot aanbod van afval. Het sterk radio-actieve afval vormt dan ook geen praktisch probleem, maar ttn principieel probleem: Mag men onderdelen van de aardkorst voor duizenden jaren in beslag nemen ten behoeve van de huidige energieproduktie? Verder is er de vraag van de schaalvergroting: Het afval van de weinige Nederlandse kerncentrales is nog wel te hanteren, maar zal het automatisme van de technologie niet leiden tot een veel massaler transport, behandeling en dumping van radio-actieve stoffen, waarvan de consequenties veel moeilijkr zijn te overzien? Er is alle reden voor een principiële discussie over de kernenergie. Ik hoop dat men voor die discussie de tijd zal nemen ondanks het feit dat het gebruik van kerncentrales uit milieuoverwegingen zo aantrekkelijk is". Een ieder die hetzij als collega, hetzij als medewerker, hetzij als student met professor Van Hulst heeft samengewerkt in de Subfakulteit Pedagogische en Andragogische Wetenschappen en het prettig vindt om aan het feestelijk afscheid bij te dragen en deel te nemen, wordt uitgenodigd zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de voorbereidingscommissie: mevr. E. Visser, Subfakulteit Pedagogische en Andragogische Wetenschappen, V.U., De Lairessestraat 142, Amsterdam-Zuid, telefoon: (020) 79 30 31.

Met veel belangstelling las ik in het door u toegestuurde VU-magazine een artikel over de energienota. In het artikel staat zeer veel dat ik kan onderschrijven. Dit lijkt mij echter temeer reden om op enkele onjuistheden te wijzen. Bij de hoofdjes „De Crisis" en „Afbraakprijzen" mag ik wellicht toch eens verwijzen naar de memorie van toelichting begroting 1974, zoals ik die medio 1973, dus voor de crisis, schreef. Daarin werd de naderende schaarste niet helemaal over het hoofd gezien. Verder begrijp ik dat het aantrekkelijk is een soort complot tussen OPEC en multi-nationals te veronderstellen. Helaas (uit intellectueel en vooral uit science fiction oogpunt) moet ik echter opmerken dat dezelfde multinationals in 1973 in talrijke landen de deur plat liepen van de betrokken regeringen om hun bemiddeling te vragen bij het afremmen van de door OPEC gevergde prijsstijgingen. Daarnaast is een bekend feit dat een van de grote drijfveren van de OPEC was juist de winsten van de multinationals te verkleinen (lees b.v. de interviews met minister Yamani). Het kadertje op pag. 20 met betrekking tot de milieuverontreiniging is eenzijdig te noemen. Kernenergie brengt natuurlijk problemen met zich mee. Men kan echter niet zeggen dat zij uit een oogpunt van milieuverontreiniging zeer ernstig zijn. Integendeel: het is schoon. Uit milieu-oogpunt is er alleen de wat hogere thermische belasting. Op pag. 22 spreekt u onder „Nieuw Beleid" over de bezinningsnota. Deze werd niet op mijn verzoek geschreven. Ik heb haar natuurlijk wel aandachtig bestudeerd, maar toen was de definitieve versie van het hoofdstuk kernenergie die ik zelf tijdens de zomervakantie schreef, reeds lang afgerond. Bij het punt kernenergie zou veel op te merken zijn. Kortheidshalve beperk ik mij er toe op een niet vermeld argument te wijzen nl. het feit dat uit aardgas vrijkomend vermogen zo getransformeerd kan worden in kapitaal, waar ook de toekomstige generatie van kan profiteren. Bij uw vet gedrukte conclusie bovenaan pag. 25 vraag ik mij af op welke belangen u doelt. Ik zie voorshands geen reden dat in de toekomst geen democratische afweging zou kunnen plaatsvinden, als dat nu blijkt wel te kunnen (er draait

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's