GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 28

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 magamte 26

Constant's Stad van de spelende mens (New Babyion) als een netwerk uitgespreid over het landschap (foto uit de collectie van het Haags Gemeentemuseum)

„ D e Kleine Aarde" in Boxtel

Dynamisch labyrinth van Constant: krijgertje spelen (foto: Stedelijk Museum, Amsterdam)

taan tikkertje te spelen en volslagen onbekenden deden mee. Een barse suppoost maakte er een einde aan met de boze opmerking: Het is hier geen speeltuin", waaruit blijkt dat de boodschap van de tentoonstelling bij hem niet was overgekomen ", scii reef h ij. Maargoed: een speciaal ^oox\,.stad" dus, naast een speciaal soon „platteland". In deze stad is de routine-arbeid teruggebracht tot een minimum. De produktie is vergaand geautomatiseerd en gestandaardiseerd. Men heeft de beschikking over een pakket aan goederen als de Nederlander van 1970. Op hei „platteland" is er minder, maar genoeg om het aantrekkelijk te laten zijn. De arbeid is zodanig georganiseerd, dat die niet geestdodend is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen„ar6e/c/va/7 de eerste soort", dat is arbeid die nodig is voor de produktie van landbouw- en industriële produkten en „arbeid van de tweede soort" \NaaT men in een organisatorisch kader bezig is met culturele en maatschappelijke activiteiten. „De eerste soort" is werk dat nu eenmaal gedaan moet worden. Het wordt op basis van vrijwilligheid bij gebleken bekwaamheid verdeeld: wat aan werk overblijft wordt verdeeld via een algemene sociale dienstplicht. De betaling is voor allen gelijk. De arbeid van de tweede soort staat in hoog aanzien en behoeft niet te worden gehonoreerd. Grote aandacht wordt besteed aan het opbouwen van menselijke relaties en aan communicatie. In de kleine agrarische gemeenschappen zal het onderscheid tussen eerste en tweede soort niet zijn te maken. Voor stad en platteland beide geldt dat de besluitvorming er plaatsvindt via gekozen vertegenwoordigers. Aan de belangrijkste beleidsbeslissingen die vorm geven aan de wereld waarin men leeft, gaat uitvoerige meningsvorming vooraf. Natuurwetenschappen en techniek zouden bij het realiseren van dit globale toekomst-beeld van dienst kunnen zijn. Wanneer men kringloopsystemen wil realiseren dan is nog heel wat biologisch en fysisch-chemisch speurwerk nodig. Wanneer men zuinig moet zijn op z'n grondstoffen en produkten wil maken die lang meegaan, zal het nog heel wat studie kosten om de industriële produktie daarop af te stemmen, om nog maar te zwijgen van de maatschappelijke veranderingen. En als je wilt dat kleine landbouw-eenheden zichzelf goeddeels zullen bedruipen, moeten er eerst zo goed mogelijke landbouwmethoden worden gevonden die op kleine schaal te gebruiken zijn. Om natuurwetenschap en techniek in wat wijder verband ten dienste te stellen van de publieke zaak zou wettelijk moeten worden vastgelegd dat alle burgers, actiegroepen, verenigingen en politieke partijen, recht hebben op wetenschappelijke bijstand via een nationaal speur- en ontwikkelingswerksysteem. Dank zij zulke bijstand kunnen burgers hun eigen wetenschappelijk-technischeproblemen oplossen en ook eigen beleidslalternatieven uitwerken naast de voorstellen van de overheid. Zoiets zou kunnen worden gekoppeld aan een voor ieder toegankelijk informatie-systeem. Daarin ligt niet alleen informatieoverwetenschap en techniek ter inzage, maar is ook een lijst beschikbaar van speur- en ontwikkelingswerk dat aan de gang is, of in voorbereiding is. Ten slotte: er is nog maar weinig bekend wat nu precies de rol van natuurwetenschappen en van de techniek is in een westerse samenleving. Nog veel minder om het natuurwetenschap speur- en ontwikkelingswerk te kunnen inpassen in een beleidsplan op langere termijn; een weg naar een goede toekomst, is meer „harde kennis nodig van de economische, politieke en sociale aspecten van natuurwetenschappen en techniek".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's