GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 350

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 350

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

\ff} magame40

Uit de hortus door Daan Smit

Haemanthus foto: Med. Foto Dienst-VI

Haemanthus Albiflos, met witte bloemen en gele meeldraden, is een ouderwetse potplant, die beter bekend is onder de naam poederkwast. Ook andere soorten worden zo genoemd, zoals Haemanthus xhybridus „Koning Albert" (met prachtig grote rode bloemschermen) en Haemanthus coccineus (met een afgeplatte bloeiwijze, bestaande uit rode bloemetjes). Als kant en klare potplant is de poederkwast haast met te koop, zodat we zijn aangewezen op een bollenfirma of op een kennis die een grotere plant heeft, waarvan een scheut kan worden afgesneden. Wanneer we een bol hebben ontvangen, moet die direkt worden uitgepakt. De vlezige wortels worden bekeken op rottende of beschadigde delen. Deze worden meteen verwijderd, evenals de verdroogde wortels. Behalve Haemanthus albiflos worden de overige soorten zonder blad geleverd. Ze worden meteen opgepot in een voedzaam grondmengsel bestaande uit 1 /3 bladgrond, 1/3 kleien 1 /3 oude, goed verteerde koemest, dat zorgvuldig tussen de vlezige wortels wordt verspreid, zodat geen loze ruimten onstaan waardoor de wortels zouden kunnen uitdrogen. We moeten er op letten dat de bollen nooit meer dan 2 / 3 met grond worden bedekt. Na het oppotten wordt goed aangegoten en krijgt de pot een warme, lichte standplaats, doch niet in de volle zon. De eerste weken na 't

A. Haemanthus albiflos oppotten zal er weinig te zien zijn. De bol begint nu langzaam nieuwe wortels te vormen en zodra deze krachtig genoeg zijn zal het blad zich pas ontwikkelen, althans bij Haemanthus albiflos en H aemanthus x hybridus, terwijl bij Haemanthus coccineus eerst de bloem verschijnt en daarna pas het blad. Een maand na 't oppotten wordt pas begonnen met regelmatig eens inde 14dagen, bij te mesten. Hebben de bollen eenmaal gebloeid, dan wordt de uitgebloeide bloemstengel er in z'n geheel uitgesneden om zaadvorming te voorkomen. Dit zou te veel kracht van de plant vergen. Wel kan het bij sterke, grote planten van Haemanthus hybridus ,,Koning Albert", hetgeen de sierwaarde aanmerkelijk verhoogt. De vrij grote rode bessen zitten in een scherm op de bloemstengel en kunnen wanneer ze helemaal rood zijn worden geoogst, waarna ze meteen gezaaid dienen te worden, daar ze slechts korte tijd

B. Haemanthus x hybridus ,,Koning Albert" hun kiemkracht behouden. Haemanthus albiflos en Haemanthus coccineus kunnen ook d.m.v. zaad worden vermenigvuldigd, doch makkelijker nog d.m.v. jonge bollen, die zich zo nu en dan naast de oude moederbol ontwikkelen. Wanneer het nodig is kan omstreeks april-mei worden verpot in het reeds eerder genoemde grondmengsel. Tijdens deze handeling kunnen de jonge bol-

len meteen worden weggesneden met een scherp mesje. Ook worden de oude wortels gelijktijdig weggesneden. Om mooie veelbloemige planten te krijgen is het aan te raden de j onge bollen niet weg te halen. Wanneer de planten jaarlijks regelmatig van extra bijvoeding worden voorzien, is verpotten niet steeds nodig. Eens in de 3-4 jaar is dan voldoende, 's Zomers vanaf half mei tot half oktober kunnen de planten met pot en al in de tuin worden ingegraven. Alle Haemanthus soorten maken een rustperiode door, die bij ons gedurende de wintermaanden valt. Na olctober krijgen de planten geen water meer, zodat het blad kan afsterven. Een uitzondering vormt echter Haemanthus albiflos, die niet mag afsterven. Deze plant houdt evenals de andere ook een rustperiode aan en krijgt minder water dan normaal, doch mag nooit geheel uitdrogen, en wordt tevens koeler gezet. Zijn de overige soorten afgestorven, dan gaan ze met pot en al4e4ast in, waar ze warm en droog worden overwinterd tot 't komende voorjaar. Omstreeks maart halen we ze weer te voorschijn en na ze weer water te hebben gegeven of ze zonodig te hebben verpot, begint de cyclus weer van vooraf aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 350

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's