GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 157

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 157

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

tnagame23 ambtenaar te ontslaan. Bepaald is nu dat ontslag van een ambtenaar mogelijk \s „indien uit zijn gedragingen van een zodanige gezindheid blijkt, dat geen voldoende waarborg aanwezig is dat hij zijn plicht als ambtenaar onder alle omstandigheden getrouwelijk zal volbrengen" (art. 97 b van het Algemeen rijksambtenarenreglement). Voor z o n ontslag is de instemming van de minister-president nodig, die dan eersteen adviescommissie moet raadplegen. Wat de aanstelling van ambtenaren betreft: voordat een ambtenaar met een vertrouwensfunktie wordt belast, vindt er ten aanzien van hem of haar een veiligheidsonderzoek plaats. Een vertrouwensfunktie is een funktie, ,,die de mogelijkheid biedt de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat te schaden dan wel het naar behoren funktioneren van een vitaal onderdeel van een departement van algemeen bestuur of van een daaronder ressorterende dienst, bedrijf of instelling in gevaar te brengen" (an. 71 a van het Algemeen rijksambtenai-enreglement). Bij het veiligheidsonderzoek wordt gelet op de gegevens betreffende a. deelneming of steunverlening aan staatsgevaarlijke aktiviteit; b. lidmaatschap van of steunverlening aan organisaties, die doeleinden nastreven of ter verwezenlijking van hun doeleinden middelen hanteren, die in strijd zijn met de grondslagen van de demokratische rechtsorde; c. persoonlijkegedragingen en omstandigheden; d. de justitiële antecedenten (het strafblad dus) (artikel 5 van debeschikking antecedentenonderzoek). Het veiligheidsonderzoek wordt verricht door de Binnenlandse Veiligheidsdienst. De BVD handelt daarbij niet op eigen initiatief, maar op verzoek van de instantie die tot aanstelling bevoegd is. In ieder geval wordt tussen het hoofd van de BVD en deze instantie de omvang van het veiligheidsonderzoek in onderling overleg bepaald: de ene vertrouwensfunktie opent meer mogelijkheden het staatsbelang te schaden dan de andere en daarom zal het onderzoek in het eerste geval een meer intensief en in het tweede geval een meer globaal karakter dragen. Als het om burgerfunkties bij het departement van Defensie en om militaire funkties gaat wordt het onderzoek verricht door de militaire inlichtingendiensten. De ministers wijzen, elk voor hun departement, in overeenstemming metdeminister van Binnenlandse Zaken de funkties aan die als vertrouwensfunktie beschouwd moeten worden. De BVD neemt geen beslissing en adviseert ook niet; zij verzamelt slechts feiten. De beslissing wordt genomen door het gezag dat bevoegd is tot aanstelling. Als er naar aanleiding van het onderzoek twijfel rijst of de sollicitanten bij de vervulling van de vertrouwensfunktie zijn plicht als ambtenaar onder alle omstandigheden trouw zal vervullen, wordt dat aan de sollicitant meegedeeld. Deze kan dan binnen acht dagen een bezwaarschrift indienen, waarover een adviescommissie wordt geraadpleegd. Het advies van deze commissie is niet bindend. Volgt een afwijzing dan krijgt de sollicitant de motieven daarvoor te horen ,,zulks met bescherming van de bronnen, waaruit de gegevens zijn verkregen". Overigens vindt een vertrouwensonderzoek pas aan hét eind van de sollicitatieprocedure plaats: in principe is men al voor de funktie geselekteerd maar eerst moet nog een veiligheidsonderzoek (en een medische keuring) plaatsvinden. De sollicitant wordt van het onderzoek op de hoogtegesteld. Bij de departementen van Buitenlandse Zaken en Defensie waren, naar een opgave van de minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer, in 1975 alle funkties vertrouwensfunkties. Verder w a s dat het geval bij:

Algemene Zaken Justitie Binnenlandse Zaken (uitgezonderd BVD) Onderwijs en Wetenschappen Financiën Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Verkeer en Waterstaat (uitgezonderd PTT) PTT Economische Zaken Landbouw en Visserij Sociale Zaken Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Volksgezondheid en Milieuhygiëne

met 62 % van defunkties met 7 , 2 % van defunkties met 27,6 % van defunkties met 0,3 %vandefunkties met 2 , 5 % van defunkties met 32,3 %van defunkties met met met met met

12,8 % van de funkties 39,4 % van defunkties 9 , 9 % van defunkties 1,2 % van defunkties 2 , 6 % van defunkties

met 3 %vandefunkties met

6,1 % van defunkties

Van alle funkties bij de departementen w a s in totaal 3 0 , 9 % als vertrouwensfunktie bestempeld. Bij de gemeenten komen geen vertrouwensfunkties voor, bij de provincies is er een klein aantal (ongeveer 70 voor het hele land). De Tweede Kamer heeft in juni 1975 op een vermindering van het aantal vertrouwensfunkties aangedrongen. Ook wilde men de maatstaf „persoonlijke gedragingen en omstandigheden" door een minder vaag geformuleerde maatstaf vervangen. Praktijk in Nederland Hoe wordt nu in Nederland dit veiligheidsonderzoek gehanteerd? Daarover is weinig zinnigs te zeggen w a n t het gaat hier om werk dat uit zijn aard moeilijk te doorgronden is. Maar er kan w e l iets over worden gezegd. In het Kamerdebat van juni 1975 werden aan minister De Gaay Fortman enkele vragen gesteld over hoe bepaalde begrippen uit art. 5 van de Beschikking antecedentenonderzoek moesten worden uitgelegd. Wat betreft onderdeel a. werd de vraag gesteld of onder deelneming of steunverlening aan staatsgevaarlijke aktiviteit ook werd verstaan een afwijzende instelling ten opzichte van de NAVO. Antwoord van de minister: nee, maar bij iemand die de NAVO afwijst kan w e l van andere faktoren sprake zijn die hem voor een vertrouwensfunktie ongeschikt maken. Een afwijzende instelling tegenover de NAVO zonder dat van zulke nevenfaktoren sprake is maakt iemand voor zo'n funktie niet ongeschikt. Over onderdeel b. merkte de minister nog eens op dat er niet langer een lijst bestond van organisaties, waarvan het lidmaatschap iemand ongeschikt maakte voor een ambtelijke funktie; dat gold ook voor vertrouwensfunkties. Het hele punt van de anti-demokratische organisaties heeft een ander karakter gekregen. Het hangt af van de omstandigheden, van het konkrete geval en, aldus de m in ister, „ van de evaluatie die het tot aanstellen bevoegde gezag — dat is niet de BVD — heeft ten aanzien van een vermeende anti-demokratische groepering of organisatie". Wat het derde kriterium betreft, de persoonlijke gedragingen en omstandigheden, erkende de minister dat dit nogal subjektief was, maar hij vond het toch onmisbaar: „ Het is, als zo vaak in het leven, niet mogelijk elk subjektief element volstrekt uit te sluiten". Verder lichtte hij dit onderdeel als volgt toe: „ Wanneer het gaat om de persoonlijke omstandigheden dan gaat het niet om iets dat in de persoon zelf gelegen is, maar dan gaat het erom of hij zich niet bevindt in een omstandigheid die hem, bij voorbeeld in de funktie die hij straks zal moeten gaan vervullen, misschien zou kunnen blootstellen aan chantage. Bij persoonlijke gedragingen gaat het om gedrag dat de betrokkene uit veiligheidsoogpunt kwetsbaar maakt". Meer konkreet wilde de minister op dit punt niet worden. Men kan hier denken aan het voorbeeld van de man die geen kort-verband-vrijwilliger bij de luchtmacht kon worden omdat hij familieleden had in de DDR, met wie hij ook kontakt onderhield: De

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 157

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's