VU Magazine 1977 - pagina 292

MJ magameló Onderwijs wenselijk? Als er dan gevaren zijn v o o r de mensheid als gevolg van het invoeren van computers en automatisering, moeten w e aan de VU dan doorgaan met onderwijs in de informatica, zodat steeds meer mensen computers kunnen p r o g r a m m e r e n en inschakelen. Ik dacht van w e l , en niet alleen o m d a t mijn baantje er mee gemoeid is. Een van de grootste gevaren die w e lopen is namelijk dat de computers die die essentiële functies gaan vervullen die ik beschreef, vaak niet correct functioneren. N u denk ik niet aan mechanische of electronische storingen, maar storingen tengevolge van fouten in het p r o g r a m m a . Als ik u vertel dat s o m m i g e programma's gemaakt zijn door honderden personen die, opgeschreven, dikke boekdelen beslaan, dan kunt u de indruk krijgen van de complexiteit er van. Ter vergelijking: het programma ter berekening van de wortel uit 2 besloeg enkele regels. De p r o g r a m m a ' s die w i j de basis cursisten laten maken beslaan enkele pagina's. Een programma dat de schaakregels kent telt enkele tientallen pagina's. Een p r o g r a m m a v o o r een klein computer systeem telt enkele honderden pagina's. Een programma voor een groot computersysteem zoals de IBM360 telde 100 000 pagina's. De complexiteit van zulke gigantische programma's, vergeleken met ons eenvoudige programmaatje voor de berekening van de wortel uit 2 is als de complexiteit van een wolkenkrabber vergeleken met die var> een iglo. Wanneer m e n nu bedenkt dat veel personen die betrokken zijn bij het maken van deze grote en complexe programma's geen gedegen opleiding op het gebied van de informatica gehad hebben, dan zult u het niet verwonderlijk vinden dat de kwaliteit van de p r o g r a m matuur vaak bedroevend slecht is. Men zie ook het interessante boek van Frederick Brooks [4], waarin hij als leider van een project dat 5000 man-jaar kostte de oorzaken van het fiasco van dit project analiseert. W e l n u , ik meen dat juist daar de opleiding bij de vakgroep informatica van de VU een belangrijke taak heeft namelijk o m de studenten te leren op een zodanige wijze computers te programmeren dat de betrouwbaarheid van het resulterende p r o g r a m m a zo groot mogelijk is. Dit uitgangspunt beïnvloedt alle aspecten van de opleiding: de keuze van hulpmiddelen zoals programmeer taal; de keuze van de vakken zoals correctheidsbewijzen, de wijze van werken, zoals systematisch testen, etc. Uiteraard proberen w e ook in de opleiding de studenten verantwoordelijkheidsbesef bij te brengen voor de gevolgen van hun bezig zijn met computer en daarmee met de maatschappij. Onze maatschappij heeft behoefte aan informatici die o p een dergelijke wijze zijn opgeleid. H o e d e opleiding in d e informatica, zowel voor h o o f d vakstudenten binnen de wiskunde, als voor het accentvak binnen de economie (prof. J . M. van Oorschot), als bijvakstudenten in andere (sub) faculteiten gedacht is, is o.a. het onderwerp van een uitvoerige studie in de v o r m van een lijvig rapport,„De informatica bij de Vrije Universiteit", n u m m e r VOCH 105, dat uitgebracht w e r d door de Voorbereidingscommissie Interfaculteit Informatica en dat begin 1977 door het College van Bestuur verstuurd is naar alle (sub) faculteiten. Voor eventueel geïnteresseerden is een kleine brochure gemaakt, getit e l d : „Informatica studeren aan de Vrije Universiteit".

Literatuur [1 ] A Problem-List of issues Concerning Computers and Public Policy ACM Committee on Computers and Public Policy, Communication ACM, vol. 17 Number 9 (sept 1974) pp 495503. [2] Michael A. Arbib, The Metaphorical Brain, an introduction to Cybernetics as artificial intelligence and brain theory, Wiley-lnterscience, 1972. [3] Michael A. Arbib, Brains, Machines and Mathematics, McGraw Hill, 1965. [4] Frederick P. Brooks Jr., The mythical man-month Essays on Software Engineering, Addison-Wesley, 1975. [5] C. Dorf, Computers and Man, Boyd and Fraser, San Francisco, 1974. [6] Jacques Ellul, La Technique, Armand Colin, Paris, 1954, vertaald door John Wilkinson iri het Engels: The Technological Society, uitgegeven door Alfred A. Knopf, New York, 1967. [7] E M. Foster, The Machine Stops, Harcourt, Brace and World, Inc, 1956. [8] David Gerrold, De G.O.D. Computer, Prisma boeken. [9] Georg Klaus, Kybernetic - eine neue Universalphilosophie der Gesellschaft? Akademie Verlag, Berlin 1973. [10] D. Overkleeft, De beschreven mens, De Bezige Bij, 1975. [11] James Marin, Adrian R.D. Norman, The Computerized Society, Penguin Books, 1973. [12] Zenon W. Pylyshyn, Perspectives on the Computer Revolution, Prentice Hall 1970. [13] H. van Riessen, Denkgereedschap, Mededelingen van de Vereniging van Calvinistische Wijsbegeerte, Juni 1969, September 1969, December 1969. [14] E. Schuurman, Techniek en Toekomst, van Gorcum, Assen 1972. [15] P. Valery, On Intelligence, in the Collected Works of Paul Valery, ed. Jackson Mathews, Princeton University Press, 1952. [16] Frederic Vester, Hoe wij denken, leren en vergeten, Bosch en Keuning NV, Baarn, 1976. [17] Milton R. Wessel, Freedom's Edge, The Computer threat to society, Addison and Wesley, 1975. [18] Norbert Wiener, God and Golem, Inc, A comment on certain points where Cybernetics Impinges on Religion, The MIT Press, 1964. Prof. Van de Riet in commnnieatie met de computer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen