GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 349

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 349

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

\K\magazimi9

Ook voor huisarts geldt:

Hoe meer techniek hoe minder tijd prof.dr. H. J. van Aalderen

„Ik moest op een dinsdagavond een lezing houden voor huisartsen in Kampen. Toen ben ik 's avonds om kwart voor zeven uit Amsterdam gegaan. Om kwart over acht was ik in Kampen en daar was ik om kwart over elf klaar. Om kwart over twaalf was ik weer thuis. Niets ongewoons tegenwoordig. Maar nèt in die dagen las ik een oud stuk van een hoogleraar uit Amsterdam, die eens voor een genootschap in Friesland een lezing had gehouden en die daarvoor dinsdag op reis was gegaan, woensdag de lezing hield en donderdag terugreisde. Dat kostte hem drie dagen, maar wat een ander tempo! En wat een andere behoefte geeft dat aan vrije tijd! Want die dag heen reizen en die dag terug was natuurlijk een zeer relaxte toestand. Zoals ook het verblijf in het dokterskoetsje een moment van ontspanning was tussen twee consulten door. Het hele tempo van onze huidige technische samenleving maakt dat ook artsen meedoen aan de claim: we moeten meer vrije tijd." Aan het woord is prof. H. J. van Aalderen, directeur van het Huisartseninstituut van de VU. Tussen ons in ligt een brief van een VU-Magazine-lezeres, een vroegere ziekenverzorgster, zo nu en dan nog actief, die klaagt: „ De situatie is deze, dat we weinig meer aan onze huisartsen hebben". Haar eerste grief is het 5 a 10 minuten-systeem". Waar moet je met je problemen heen, want daar is geen tijd voor!" En de tweede klacht heeft betrekking op de avond- en weekenddiensten, waardoor patiënten telkens een andere arts zien — als er tenminste een komt. Vaak wordt het telefonisch afgedaan. „ We worden — verveleridgenoeg — zoals ik het nu bekijk als nummer beschouwd. Het wordt ons gezegd dat de artsen het druk hebben... Ik gun ze veel, maar hoe is dit probleem op te lossen? Ben zelf een doktersdochter maar de tijd van 40jaren terug is helaas niet te vergelijken, ondanks dat er tegenwoordig met veel modernere middelen gewerkt wordt." Hebben de dokters het nu drukker dan vroeger? Prof. Van Aalderen: „Vroeger ging men

veel minder naar de dokter. De hoeveelheid consulten per patiënt per jaar neemt nog jaarlijks toe. Op 't ogenblik is het 12 patiënten per 1000 per dag. Dat is op 'n moment 5 geweest. In de periode van '50 tot nu is dat toegenomen. We hebben zelf ook behoefte geschapen in de maatschappij. Vroeger had je drie soorten zoutjes; nu heb je er 25. Zo is ook het „medisch" aanbod toegenomen. We zijn op 't ogenblik bezig met een onderzoekje hierover naar aanleiding van het verwijspatroon van huisartsen. Verwijzingen zijn enorm toegenomen ook omdat er veel meer specialisten zijn. In de geneeskunde zelf is de laatste tientallen jaren enorm veel veranderd. Als je rekent wat er in mijn studiejaren nog aan mogelijkheden waren voor soorten onderzoek en je vergelijkt dat met nu. Het is echt onvergelijkelijk. Die hele vertechnisering van de onderzoeken de laatste 20 jaar is zo geïntensiveerd! De huisarts wordt 't verlengstuk van een medisch apparaat en de patiënt eigenlijk ook. Medisch gezien kun je in korte tijd veel meer doen, maar menselijk gezien kun je niets in de korte tijd die per patiënt overblijft bij een groeiend aantal consulten. Medisch verbeter je dan wat, denk je, omdat je in korte tijd veel meer kunt onderzoeken dan vroeger, maar dat gaat allemaal ten koste van de beleving van de patiënt als mens in die korte tijd. Want dèt kan in vijf minuten niet. Daar heeft zij groot gelijk aan. Er is een tekort aan dokters, zeker in de eerste lijn, maar 't is wel zo dat als er meer dokters zijn, ze opnieuw moeten leren wat ze met die tijd moeten doen. Die moeten ze niet besteden door nóg meer medische dingen te gaan doen, maar die moeten ze besteden door klachten, ziekten en angsten met de patiënt door te praten. Want dat is het waar ze behoefte aan hebben; dat blijkt ook heel duidelijk uit deze brief. Er staat nergens in de brief dat ze medisch niet goed behandeld zijn, maar ,,hij weet niet met me om te gaan". Je lost het probleem niet alléén op door meer tijd voor de huisarts te scheppen."

De Start van de Huisartseninstituten aan de Universiteiten heeft alles te maken met de enorme technische ontwikkeling in de geneeskunde sinds de jaren '50. De huisarts had het gevoel dat er iets niet goed ging, niet met zijn beroepsgroep maar ook niet met de geneeskunde. Nadat een staatscommissie zich over de problematiek had gebogen, werd in '68 het Academisch Statuut veranderd. Nu is de situatie zo, dat na het afstuderen gekozen kan worden voor een specialisatie, een opleiding tot huisarts of voor de sociale geneeskunde. De cursus „huisarts" duurt een jaar. Tussen de 45 è 50% van de studenten kiest voor de huisartsrichting. Over het vak dat hij geeft spreekt prof. Van Aalderen als over „een vak in wording". ,,Een van onze taken is een soort theoretisch kader te scheppen waardoor al datgene wat in huisartsenpraktijken gebeurt overdraagbaar wordt aan anderen. Nu zal nooit alles uit een boekje te leren zijn, maar we hebben de laatste jaren een enorme ontwikkeling gezien van de gedragswetenschappen. Niet alles in menselijke relaties is uniek. Studenten kunnen leren hoe je met 'n ander omgaat, hoe je relaties als hulpverlener opbouwt." Maar zal men ook tijd daarvoor leren nemen? Prof. Van Aalderen signaleert meteen al een remmende factor. „Praten betaalt slecht; handelen betaalt beter". Maar dat is alweer een ander onderwerp.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 349

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's