GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 138

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 138

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 4 deel daarvan, dat door auto-verzekeraars werd vergoed: naar schatting werd in totaal voor 3,3 miljard gulden schade aangericht. Daarvan had ongeveer 1 miljard betrekking op personenschade (doden of gewonden) en ongeveer 2,3 miljard op zaakschade. Van die personenschade bleef ongeveer 190 miljoen zonder enige vergoeding; ongeveer 570 miljoen werd vergoed door verzekeringen aan de kant van de schadelijders (sociale verzekeringen zoals bij voorbeeld de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Algemene Weduwen- en Wezenwet of door private verzekeringen zoals ziektekostenverzekeringen, ongevallenverzekeringen en levensverzekeringen). Ongeveer 240 miljoen (zeg maar een kwart) werd vergoed door de auto-verzekeraars. Ongeveer 80 miljoen daarvan werd rechtstreeks uitgekeerd aan de slachtoffers of hun nabestaanden; de rest, ongeveer 160 miljoen werd uitbetaald aan zgn. ,,regresnemende instanties", dat zijn verzekeringsinstellingen die in eerste instantie personenschade hebben vergoed, maar die het door hen uitgekeerde bedrag verhalen op de autoverzekeraar. Het regresrecht komt verderop uitvoeriger ter sprake. Van de zaak schade wordt een veel minder groot deel vergoed. Het totaal werd geschat op 2,3 miljard in '75. Ongeveer 1,2 miljard daarvan werd door de schadelijders gedragen. Blijft over 1,1 miljard. Daarvan werd ongeveer 480 miljoen vergoed door WAverzekeraars; ongeveer 580 miljoen door motorrijtuigcasco-verzekeraars en ongeveer 40 milj.oen door andere partikuliere verzekeraars. Het totaalbeeld komt er globaal als volgt uit te zien: van de schade van 3,3 miljard wordt circa 1,4 miljard (bijna de helft) ge-

Prof. mr. A. J. O. baron van Wassenaer van Catwijck

dragen door degene die de schade heeft geleden; van het deel dat wel wordt vergoed, (1,9 miljard) kwam 720 miljoen voor rekening van de WAverzekeraars, 580 miljoen voor de rekening van de cascoverzekeraars en 600 miljoen werd vergoed door voorzieningen aan de zijde van de schadelijders. Schuldvraag VU-magazine veronderstelt, met een Wik op de cijfers, dat er vele Nederlanders bitter teleurgesteld moeten zijn, omdat ze meenden recht te hebben op een uitkering en die niet kregen. Prof. Van Wassenaer beaamt dat: ..Het moeten er tienduizenden per jaar zijn. Het is zeer merkwaardig dat verkeersslachtoffers in Nederland nooit tot een vorm van organisatie zijn gekomen. In Amerika heeft een man als Ralph Nader de stoot gegeven tot allerlei ontwikkelingen. In steeds meer staten in de VS worden zgn. ,,no fault-wetten" (no fault - ^een

nou nee, niet ernstig, alleen wat LotJ^reu^en, maar ^een Kra^e op de wageix

vT^i

schuld) van kracht. In Europa heeft alleen Zweden een duidelijke wet op de verkeersverzekering; Polen en Finland hebben iets dat in die richting gaat. Amerika loopt dus duidelijk voorop". De term ,,no fault" moet worden verduidelijkt. Er wordt een verzekeringssysteem mee bedoeld, waarin het wel of niet uitbetalen van schadevergoeding niet afhankelijk wordt gesteld van de vraag of de schadelijder wel of niet schuld had aan het ongeluk waarbij de schade ontstond. De schuldvraag speelt dus geen rol meer. De belangrijkste bezwaren die prof. Van Wassenaer koestert tegen het huidige WA-systeem hebben met die beruchte schuldvraag te maken. „Bij het onderzoek daarnaar is het vaak puur toeval of er getuigen zijn en of die getuigen iets kunnen verklaren dat de moeite waard is: Zelf reed ik kort geleden door een straat: voor me reed een bromfietser. Op een gegeven moment hoor ik een klap en ik zie die bromfietser over de straat gaan. Ik heb niet gezien hoe dat is gebeurd. Het bleek dat hij was aangereden door een auto die dwars overstak. In dit geval waren er nog andere getuigen, maar als ik de enige was geweest, had ik moeten verklaren: ik reed achter die brommer, ik hoorde een klap en zag hem over de straat gaan. Op dergelijke toevalligheden berust dan een aansprakelijkheid. Dan zwijg ik nog maar van de soms volstrekt tegenstrijdige verhalen die betrokkenen of getuigen over één en dezelfde gebeurtenis kunnen vertellen." Vaak is dus moeilijk uit te maken wie er schuld heeft. Dat is één. Een ander, fundamenteler, bezwaar gaat tegen de regel dat wie schuld heeft aan een ongeluk, geen vergoeding kan claimen, of slechts een deel voor zijn schade. Naar schatting in 40 tot 50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 138

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's