GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 36

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MJ magaüne 34

,,Pastoraat als hulpverlening is niet alleen het oplappen van de geblesseerden, maar ook fluiten tegen spel verruwing."

Om terug te keren tot het thema van uw dissertatie, hoe ziet u in de praktijl^ de taak van het pastoraat als hulpverlening? We moeten beslist niet denken, dat het bij die hulpverlening alleen gaat om het bijstaan van de ,,slachtoffers". Om het in voetbal-termen te zeggen: het is niet alleen het oplappen van de geblesseerden maar ook het fluiten tegen spelverruwing. Het is dus werkzaam zijn buiten, zowel als binnen de lijnen. Volstaan met het element van vertroosting buiten de lijnen van het maatschappelijk speelveld zou het gevaar vergroten dat vertroosting tot vertrossing leidt, zoals Dekker het uitdrukt, tot het optrekken van een schijnwereld, waarin de mensen kunnen vluchten, ver van de wrede maatschappelijke werkelijkheid (zie VU-magazine, februari 1977). In de functies van pastoraat als hulpverlening — te weten helen, bijstaan, begeleiden en verzoenen — vinden we wel degelijk ook de dimensie van het mensen mondig maken. Heel belangrijk daarin is mensen te helpen zichzelf te helpen. Hoe past uw stelling over de homofiele mens en zijn relaties in uw verhaal? Juist voor homofielen geldt die dualiteit van de hulpverlening: enerzijds moeten zij zichzelf Ieren aanvaarden zoals ze zijn, maar anderzijds moeten wij ook meehelpen de maatschappelijke situatie en de discriminatie die daaruit voortvloeit te veranderen. Letterlijk luidde mijn stelling: ,,aanvaarding van de homofiel gerichte mens vraagt erkenning van de homofiele relatie, wat onder andere tot uitdrukking kan komen in een vorm van kerkelijke bevestiging van deze relatie". Deze stelling is hier en daar wat misverstaan, met name op het punt van die bevestiging. Kijk, erzit een logische opeenvolging en een consequente gedachtengang in de drie begrippen in deze stelling. Aanvaarding is meer dan gedogen, het vraagt om erkenning. En in die erkenning zit iets publieks. Het derde begrip — bevestiging — hangt er wat losser bij, maar erkenning kan tot uitdrukking ko-

men in een vorm van kerkelijke bevestigingHet hoeft niet, het moet kunnen. Ik ben op die stelling gekomen vanuit een duidelijke betrokkenheid met de situatie van de homofiel gerichte mens. Toen ik predikant werd in Eist, wist ik betrekkelijk weinig hiervan, maar ik kwam er in het pastoraat mee in aanraking. Langzamerhand raakte ik meer en meer betrokken bij deze problematiek, onder andere via conferenties. De homofiel gerichte mens is in veel gevallen in een dergelijk isolement geraakt, dat ik hulpverlening op dit gebied zeker tot mijn taak als pastor ben gaan rekenen. Als je je ergens instort dan heeft dat een sneeuwbal-effect. Ik ben er in mijn eigen pastoraat dan ook veel mee bezig. Wat die stelling zelf betreft: een kerkelijke bevestiging voegt natuurlijk niets toe aan het geluk van twee mensen. Ik denk in dit geval dan ook helemaal niet aan een soort imitatie van een huwelijksplechtigheid. Maar een bevestiging vormt een publieke erkenning van zo'n relatie, van het verbond dat twee mensen samen gesloten hebben. Een bemoediging van de kant van de gemeente, waarin de voorbede een belangrijke plaats zou moeten innemen. Juist waar een homofiele relatie maatschappelijk zo kwetsbaar is, heeft ook deze relatie er recht op, dat de gemeente daar met haar liefde en belangstelling omheen gaat staan. Bevestiging moet dan begrepen worden als het zich bevestigd zien, zich gesterkt voelen, ,,'t Is niet goed dat-de mens alleen is", geldt voor ieder mens, ondanks het feit dat zo'n relatie natuurlijk een vrijwillige zaak blijft. De kerk zou in dezejuist voorop moeten lopen. Het gaat erom, dat de scheiding die kerk en maatschappij veelal aanbrengen tussen een aarzelend gedogen van de homofiele gerichtheid, omdat die niet te veranderen is, en het niet willen aanvaarden van de praktijk onhoudbaar is, onmenselijk en naar mijn besef niet christelijk. Naar aanleiding van'een onderzoek, waaruit blijkt dat de vier taakgebieden.

,,eredienst en prediking", ,,onderricht en vorming", ,,pastoraat" en ,,bestuur en organisatie" in gelijke mate de werktijd van de gemiddelde predikant in beslag nemen, poneert u de volgende stelling: ,,de theologische opleiding bestrijkt in haar gerichtheid op kennisinhouden en kennisoverdracht vooral de eerste twee gebieden, wat in de praktijk van het latere werk spanningen moet geven". Hoe ziet naar uw mening de ideale opleiding van de predikant eruit? 't Is nu zo dat je start met de theorie, je begint met de bestudering van de bijbel en je eindigt bij de mens. Voor mijn gevoel zou je van meet af aan vanuit de relatie tussen theorie én praktijk moeten werken. Het bestuderen van de boeken mag niet buiten de levende ontmoeting om gaan. We werken nu in het vijfdejaar met stages om die brug te slaan. Maar eigenlijk zou dat al veel vroeger moeten gebeuren, zodat je je voortdurend afvraagt, wat is de betrekking tussen Woord en werkelijkheid, tussen Bijbel en mens. Dan sta je van het begin af aan in de spanning tussen die twee. Een spanning waarmee je later in het pastoraat onophoudelijk te maken krijgt. Het moet mogelijk zijn om op dat punt veel meer te integreren, zeker waar uit dat onderzoek blijkt dat het pastoraat — dat toch verstaan moet worden als het helpen van mensen — een vierde van de tijd opslokt. Vandaar dan ook de stelling, die als een rode draad door mijn hele boek loopt, dat in aanbod en aandacht duidelijker tot uitdrukking dient te komen dat pastoraat niet de kerk, maar de samenleving als horizon heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's