GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 468

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 468

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magame

1 ^ ntagame 26 viel en zij zelven gedekt stonden achter schut en b o o m " . De „ G r o n i n g e r s " hebben van de mogelijkheden die dit reglement b o o d , gebruik gemaakt o m de macht in de kerk aan zich te trekken. Er is sprake van een samenzwering, of zoals Kuyper het noemt, van een „Groninger conspiratie". „Dankzij een kiesstelsel dat in .tirannieke partijdigheid ter wereld niets voor onze politieke kieswet onder doet, (had) de Groninger coalitie slechts te durven o m alvermogend te heerschen, en mits aan de consciëntie (geweten) het zwijgen werd opgelegd en het „ m a c h t boven recht" van goede gading w e r d verklaard, naar hartelust den baas te kon spelen in deze ongelukkige kerk".

Concreet is de situatie zo, dat van de zes kerkelijke hoogleraren er vier van de Groninger richting zijn; twee zijn niet-Groningers en de gereformeerde (ook w e l : orthodoxe of confessionele) richting k o m t i n hetverhaal nietvoor. K u y p e r w i l wel kwijt, dat wanneer hij het in de kerk voor het zeggen had gehad, hij allemaal gereformeerden zou hebben benoemd. Want gereformeerden zijn „exclusivist i s c h " . „ D e benoeming van een modern of Groningsch kerkelijk hoogleraar ware voor een orthodoxe synode eenvoudig een ongerijmdheid geweest". Maar van de „Groninger apostelen van het „ p o n d s p o n d s g e w i j s " , de geboren lofredenaars der verdraagzaamheid, de mannen die zich inbeelden als de vredemakers van nature tussen de heetgebakerde modernen en de schichtige Gereformeerden in te s t a a n " had m e n mogen verwachten, dat ze de te vergeven leerstoelen netjes hadden verdeeld. Nu dat niet is gebeurd, zitten de gereformeerden in de oppositie en, schrijft Kuyper: „ N i e t ongaarne". „ I n die oppositie kan het ijzer gestaald, de kracht geoefend worden en loopt de saamgroeiing van w a t saam hoort geregelder af". De vraag die tussen oktober en december 1878 in de Heraut aan de orde is, betreft de positie van de ethischirenische groep. Horen die bij de gereformeerde richting (ze noemen zich zelf zowel orthodox als gereformeerd) of neigen ze naar de Groningers? De lezers van De Heraut behoeven niet lang op antwoord te wachten. Op 3 november geeft Kuyper puntsgewijs de verschillen aan tussen de VUvereniging-in-aanbouw („het Gereformeerde c o m i t é " , noemt hij haar) en de plannen van de ethisch-irenische predikanten die ijveren voor een eigen leerstoel in Utrecht.

Twee comtte's „Inzake het theologisch onderwijs staan w e er nu zóó aan toe, dat 1. het Gereformeerde comité zijn werkzaamheden nu acht maanden geleden begon en wel a. nadat van dezen kant steeds tegen de aanstelling van hoogleraars voor de kerke Christi door een ongeloovige Regeering geijverd was. b. na jaren lang voor het denkbeeld van een vrije universiteit gestreden te hebben.

c. in de overtuiging dat er in de theologische studie eenheid van beginsel moet huizen. d. met den toeleg o m die studie in universitairen bodem te doen wortelen en e. op voorwerpelijk (objectief) Gereformeerden grondslag En dat 2. het Irenische Comité zijn werkzaamheden eerst voor nu acht dagen begon en wel a. in het leven trad, niettegenstaande men kennis droeg van het bestaan van het eerstgenoemde en wist dat dit reeds maanden werkte en reeds gelden saambracht. b. gevormd werd door mannen, die eerst jaren achtereen er het hunne toe bijdroegen, o m den ellendigen toestand in het leven te roepen, waartegen ze thans in verzet k o m e n ; met name door hun ijveren bij de Tweede Kamer voor Staatstheologie; door hun steunen van de synode; door hun ijveren voor „ o n v r i j e " studie. c. alle éénheid van beginsel bij de theologische studie voor overbodig verklaart d. in zijn universitair mozaiek althans één Groningsch hoogleraar zelfs te Utrecht meerekent, en de ethische, zelfs de jongere school ( . . . ) juist door tegenover hem geen ander hoogleraar te stellen, nu als voldoende Gereformeerd ijkt en waarmerkt. en e. zijn werkzaamheid plaatst op een basis, waarin „alle kleuren dooreen spelen", maar juist het „kleur bekennen" ontbreekt. Uit welk een en ander tevens blijkt, dat het metterdaad dit tweede Comité is dat oppositie komt maken tegen het lang vooruit gevormde en hun bekende eerste plan; natuurlijk niet o m 6epersonen, maar o m het beginsel. Nu, dit is natuurlijk volkomen geoorloofd, maar het is toch goed dat men het weet. Om des beginsels wille komt men tegen het denkbeeld o m een in hart en nieren Gereformeerde school te stichten in verzet".

6ES0HEIDS] J U l IA, .G»ft=idM i. er* t. isTdouid« maar huniictitDUiIiK' b'-' ({^ , Ufoir igo. nuH fij«3 ttiMT Vd^^e tr-kW-di t . ha*r iw^rt, nornogelijk o( gtwjrjgB» iTOi-i?

Wij •mfrht* OBM fnuJB !•

Sdndd beQJden

Dat fc-Mfolaeb V^fbond. d»t omrin

VOLKSl TCAVR net

Twei" P l a t r n S i »

klfaroiKlmk.

!!! Voor \\v{ virslfc-st !!!

»li7ie

100,000 KIHI IER30EKJE; ÏB :|j dlvcr-ee, vu. ! (I. t..t M 11.

UEOEREN TRAKTATEi (kort m ingrijpjnil.i Hij ftllc BoikliMideUaiB Le I-.-IUBRU «

- CWolojOi op fiine

NIEUWE KmiBOEKJES. Lltpive van HDVbkEK JET/WI^. Ie Awvurdu» F. fV b.

Bt;K);EN'i:a. UlJNtibN'bll. HUNCit:NEK, B1;^'at:NËU.

ker»tmU n 0»H(ü k e n m l s a n ë r r tiiri h i k e r U M i i • ( ha (•»4>l) h e n i M U «t At >l8«lil ^.n«B nair bel VJÜD.'. b • J i', iiA.=i::!ii;uKK Twceda Dnik. Ia (t(-li:nsttfotil-i 'm. •w. i'ryj f 0.1,'.. :;'. Eiemfl. f S U. KAi;?8LN', Urr l i c h t u tlr D u ^ u i OE^'.

lOÜJ,.

-Ü;--

ih.-i

I. H. VAN' L r - . - ' H u l K X . I h StklMlJ lu u- Ui. l'.i.-:a- r , g ; tu:jo, CLIRlSTOVKtLS tluO^ Offtel. Een

;ii ïtriiiai.

rwuir BUIi'LidK Tilcrcrlen is KI

f. liLAL'L kawrl

'Bi'isié. .b-ii t « oitdïfrIiBg "(' 1

da. : .üieo. S«: .• ) .u Hi Oud » [1 vu fV Xi'D» let •.^r>p-fidiie in D.v. V«B 12 , DÉ u'.i^ttTiiv C.ilaiojfHi ÏJ bij aÜB •MiTTtga btaso en giBüg toogeioodi^c.

l'rjj.. j , . , <cv.e i <>.7ü, a. .v-iiifl.=dijD BO wordt "i' 'fJ

FABRIKANT EN ECIAUTEIT IN üiiAIMAC flNES,

^0.121.

No. 36.

Spnisfnuit, bij de Holsteeg.

Duiël Stalpers'r. bU de FcTdlnaBd B«I«tr.

Duf en muf Het is duidelijk dat, w a t Kuyper betreft, de ethischirenische richting niets te maken mag hebben met de te stichten-gereformeerde universiteit en dat de wegen tussen orthodoxen en gematigd orthodoxen, die al uiteen gingen in 1869 toen het over vrij lager onderwijs ging, uiteen zullen blijven gaan nu het over vrij hoger onderwijs gaat. De verschillen hebben niet alleen te maken met „ b e g i n s e l e n " te maken. Kuyper ziet ook meer sociologisch getinte verschillen tussen gereformeerden en ethische. Ze lezen verschillende boeken ; ethischen vinden dat met de gereformeerden „ n i e t te eggen of te p l o e g e n " valt; ze vinden het gereformeerde leven ,,duf en m u f " . Zichzelf beschouwen ze als meer wetenschappelijk, minder stijf dan „deze stugge onverzettelijke lieden, die meest tot de lagere volksklasse b e h o o r d e n " . „Dit maakte", schrijft Kuyper, „ d a t omgekeerd, deze Gereformeerde levenskringen alles behalve zachtaardig in hun oordeelen over deze „ o n t w i k kelde" en „wetenschappelijke" lieden werden en strak en stijf bleven v o l h o u d e n , dat men het vei-

ligst liep door voor deze heeren uit den w e g te g a a n " . Hij hoopt dat, onder meer door het o p richten van De Heraut het „wetenschappelijk gehalte" van de gereformeerde gezindte kan worden opgevijzeld en dat daardoor de afstand tussen gereformeerden en de wetenschappelijke o r t h o d o x e n " kan worden verkleind.

H.BRUCIQMANN i

SPUlbTR}ftATN?i2l

steeds voorradig S 'iNGER's Trap- en Hand-Naaimachinea ' M de nieawste verbBterlngen Tooriien. i Schoen- ea ZadelmakerB-Machines, Zclfwei pnd» Naaimacliine» {Fvler Motor), Machin met Mnziek, pnike Conatnictie. Alle» ««eV S jaren garantie en gratia onderritfat. (10210) . ReparatiSn worden potdig «itgeroertl. Gtdnikt ler KOKINI

iJitE NEDÏRLANDSCHI

Hij hoopt het, maar hij lijkt er niet al te vast op te rekenen. Een week later, het is dan 17 november, herinnert Kuyper er nog eens aan dat de ethischirenischen zich niet achter Groen van Prinsterer hebben geschaard toen die zich verzette tegen „overheidsfaculteiten voor godgeleerdheid" en hoe ze hebben ingestemd met de benoeming van hoogleraren door de hervormde synode, in plaats van mee te vechten voor een vrije studie. „Naar w i j oordeelen konden, deden ze daarmee niet slechts verkeerd, maar begingen ze, aldus doende, metterdaad, w e zeggen niet subjectief, maar in objectieven zin, een zonde tegen de gemeente van Christus. En gelijk het nu met alle zonde zóó staat, dat ze u blijft aankleven en al dieper in u vreet, tot tijd en wijle, dat ge, door ze openlijk te belijden, er u geestelijk van afscheidt, zoo is het ook hier. De irenische predikanten moeten o m hun zedelijke vrijheid te herwinnen eerst schuld belijden. Belijden dat Groen gelijk had en zij o n gelijk, toen ze de staatstheologie in stand hielpen houden. En belijden evenzeer dat Rutgers gelijk en zij ongelijk hadden, toen ze de synode hielpen o m dwang in te voeren in het theologisch onderw i j s ( . . . ) We ( . . . ) eischen dat ze met hun leiders Van Toorenenbergen, Doedes, Bronsveld enz. aan het hoofd, erkennen zullen, dat hier schuld, dat hier zonde ligt. De zonde namelijk, dat ze zich aan wetenschappelijke belangen te veel en aan het geloofsleven van het volk Gods in de lagere klassen der maatschappij te weinig hebben gestoord en daardoor afdoolden". Kuyper verwacht eerlijk gezegd niet, dat de „irenische b r o e d e r e n " hun dwalingen binnenkort zullen inzien. Ze zullen voorlopig nog w e l doorgaan o m tegenover ieder professor „ d i e niet goed i s " er eentje te zetten die wel goed is. Maar die ,,utiliteitstheologie" zal, net als utiliteitspolitiek haar eigen aanhangers verslinden. Zo ver is het echter nog niet en Kuyper vraagt (nee, hij eischt) van de irenische heren dat ze ophouden „ o n s hard te vallen o m d a t ook w i j op onze beurt onze overtuiging niet ten offer breng e n " en bovenal dat ze het niet doen voorkomen alsof het plan voor een vrije universiteit alleen maar zou zijn gesmeed o m hun plan in het water te laten vallen.

NEDEIf Naamlooze Vennootschap Lev

an Venekering op het va* I ) Jall («aa.

ltc«HiDi«ri>«ii: U ImêUtitm P. BAHUSEN, J, K. M. H1>.IN- '-' NARUI WOLTKKilKEK; im.t-Ji * » • « « ' R-rtteriHn, Mr. V lOLAK ^SW.U-^ '^ PKNMrWCK VAN NUKNlIlil^., K • " * ' ' '

Wrfctwir; J. « O K . ArfJ«itcl-« o»«rlöilr„. -- Vrr^k-r.

U Ukfmrs M 1 (T«HM «CT hrt ^

Mr J. It. CORVKR HOOP! •f- <•, A, rrXItAL, Hl. I.EO H: W. .S, mjfUiKR W « , . l Vr R, j (JKAAf SimMMKl,

»inr:nr.l»J niHOIRUI

ANïrreRBAfl, PrtMea

GALANTER I KAlAKIlSiHAAT 12

Statuut De Vereniging die in Utrecht een privaatdocent wil gaan benoemen, komt in de loop van n o v e m ber met haar statuten voor de dag. Volgens de grondslag is de vereniging „ i n overeenstemming met de leer der Nederlandsch-Hervormde kerk, zoals die uit hare levensgeschiedenis en belijdenisschriften gekend w o r d t " . Kuyper heeft voor dit

27

artikel geen goed w o o r d over. „Verbeeld u, de bestuurders van deze Vereeniging zullen dus n u , eer ze verder gaan, een onderzoek hebben in te stellen; p r / m o naar de „levensgeschiedenis" der kerk; secundo naar de „belijdenisschriften" o m tertio uit die beiden alsdan „ d e leer der kerk" op te maken. Zijn ze daarmee gereed, dan zullen ze voorts onderzoek moeten doen naar het onderwijs gegeven door de H. H. Beets, Van Oosterzee, Doedes, Valenton, Lasonder en Cannegieter (Kuyper noemt hier de namen van Utrechtse theologen); al verder dit onderwijs moeten vergelijken met de door hen gevonden leer o m alsdan eindelijk- te constateren, bij wien van deze heeren het onderwijs niet in overeenstemming is met de leer die (aldus is bekend geworden. Benoemen ze dan ten slotte niemand tegenover Beets, tegenover Van Oosterzee, tegenover Doedes, tegenover Lasonder, dan weet de gemeente tevens dat de leer van deze Vereeniging in overeenstemming met het onderwijs van al deze heeren i s " . Op de volgende pagina van De Heraut van die week 24 november staan de statuten afgedrukt van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag. Artikel 2 luidt: ,,De Vereeniging staat geheel en uitsluitend op den grondslag der Gereformeerde beginselen, en mitsdien erkent zij als grondslag voor het onderwijs in de Godgeleerdheid de drie Formulieren van eenigheid, gelijk die in den jare 1619 door de Nationale Synode van Dordrecht voor de Nederlandsche Gereformeerde Kerken zijn vastgesteld; een zoodanig gezag daaraan toekennende, als genoemde Synode, blijkens hare eigen handelwijze en hare acten aan de belijdenisgeschriften der Nederlandsche Gereformeerde Kerken heeft toegekend".

VanGËPoen Het lijkt er op, dat Kuyper dit keer iets te vroeg heeft toegeslagen. De f o r m u l e r i n g die door de ethisch-irenische vereniging voor haar statuut is gebruikt, blijkt afkomstig te zijn van niemand minder dan Groen, die haar ooit op een vergadering blijkt te hebben bedacht. Kuyper knort iets in de geest v a n : dus ze zijn nog niet eens origineel ook, maar dat klinkt na zo'n onthulling niet erg overtuigend. Geruime tijd later, op 22 december, vergelijkt dr. F. L. Rutgers de twee plannen met elkaar. Zijn toon is aanzienlijk bedaarder dan die van Kuyper. Het plan o m een eigen universiteit op te richten noemt hij „ h e t stichtingsplan"; het plan o m privaatdocenten te benoemen aan bestaande theologische faculteiten is „ h e t aanvullingsplan". ,,Het eene bedoelt aanvulling of correctie van hetgeen men in het theologisch onderwijs gebrekkig en verkeerd acht, en w i l daartoe privaatdocenten aanstellen, des noods zelfs voor alle theologische vakken. Het andere ziet in die aanvulling weinig heil, vooral omdat dat gebrekkige en verkeerde dan toch zijn invloed op de studenten blijft uitoefenen; het w i l daarom tegenover het bestaande eene eigene stichting, en dan niet alleen voor de godgeleerdheid maar ook voor andere vakken, daar op elk gebied tegen den thans heerschenden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 468

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's