GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 452

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 452

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magüTJute 10 eniging en V.U. ook maar oppervlakkig kent niet geneigd zijn te glimlachen om de heilige onnozelheid als het verslag van het verenigingsjaar na de wegzuivering van Lohman dankbaar memoreert dat de pijnlijke worsteling voor de zuiverheid onzer beginselen . . . nu achter den rug is?

Kwellend Wie achter de geschiedenis staat weet dat die beginselkwestie de Vereniging, zoals we zeiden, kwellend bleef begeleiden tot vandaag toe, of daar nu de Asser synode, de Nieuw-Guineapolitiek of - als ondanks de onveranderlijkheid van art. 2 (krachtens het oude art. 12) die gereformeerde beginselen daaruit verdwenen zijn - het penetreren van leden van de C.P.N, in bepaalde bestuursorganen van de V.U. aanleiding toe zijn. Dan laten we bij deze korte behandeling wel het begin uit de titel van dit eerste hoofdstuk los, maar niet het beginsel. Dat beginsel zal ons drie hoofdstukken lang blijven bezig houden, maar het is dan ook het specifieke van Vereniging en V.U. Als tweede hoofdstuk komt dan het vervolg van de worsteling om de concretisering van die beginselen in de periode na omstreeks 19(K) aan de orde, onder de degelijke titel Beginsetverzaking, met achter dat stoere woord een tot nadenken stemmend vraagteken: Beginselverzaking? Het derde hoofdstuk geeft dan een overzicht van de strijd die een eeuw lang gevoerd is over de vraag, of en in hoeverre de werkers aan de V.U. gebonden zijn aan de beginselen.

Nooddak Maar eerst-moeten we aan het einde van deze schets over het beginsel bij het begin der Vereniging nog even terugkomen op die neiging te glimlachen om de heilige onnozelheid van de mannen van die eerste tijd. Het zou van verwatenheid getuigen als men die neiging niet zou onderdrukken. Men kan beter de wenkbrauwen fronsen en proberen a.h.w. onder die gebeurtenissen en uitspraken naar de structuren te zoeken. Dan dringt zich - wie zal het bevreemden ais in het voorgaande het historisch Calvinisme ter sprake is gekomen? - een historische vergelijking op. Bij het zoeken naar religieuze zekerheid, naar emancipatie en een vooral in geestelijk opzicht betere maatschappij heeft in de 16e-eeuwse Nederlanden veler en velerlei verzet zich gekristalliseerd om de meest doelbewuste groep, die der Calvinisten. Het nederlandse Calvinisme vormde a.h.w. een nooddak waaronder vogels van diverse pluimage schuilden; waarbij de vraag gesteld kan worden of men zich in het begin die diversiteit wel duidelijk bewust geweest is. Maar die treedt dan wel gauw aan het licht. De structuur van dat ene Calvinisme blijkt brokkelig en geleed: Rekkelijken en Preciezen, Arminianen en Gomaristen, Remonstranten en Contraremonstranten. Vogels van zeer diverse pluimage, en onafwendbaar komt om met Vondel te spreken De Rommelpot in 't Hanekot. De geschiedenis herhaalt zich, ondanks het l'histoire se rep'ete, in feite nooit. Hoogstens kan het zien van de ene structuur het historisch oog oefe-

nen de in wezen zo geheel andere structuur duidelijker en eerder te zien. Onder dat voorbehoud kan men voorzichtig de vraag stellen of het 19eeeuwse Calvinisme, de Vereniging en de V.U. ook niet een nooddak, een noodconstructie geweest zijn. Een noodzakelijke noodconstructie, maar dan toch een noodconstructie, waarbij men het noodfundament der gereformeerde beginselen in draagkracht heeft overschat. Onder het nooddak zal men gaandeweg eikaars verschillende pluimage onderkennen: Afgescheiden, Dolerenden, Hervormden, Gereformeerden en Christelijk Gereformeerden, om van vaak belangrijker en subtieler onderscheidingen binnen elk van die groepen nog maar te zwijgen. Is zo, in de historische ontwikkeling gezien, in de volgende fase (thema 2, Beginselverzaking?) het verdwijnen van de gereformeerde beginselen uit art. 2 een onvervangbaar verlies? Velen, die in die vraag de suggestie horen dat het géén verlies is, komen met de wedervraag die men bijna klassiek-gereformeerd zou kunnen noemen: IVaar blijven we dan? En betekenisvol wijzen ze naar de voorlopige slotfase: leden van de C.P.N, in bestuursfuncties aan de V.U. Zie je nou wel, waar blijven we dan? En wie op die vraag antwoordt: In Gods hand, krijgt een vinnige vingerwijzing naarde verantwoordelijkheid, naar het Ora et labora, het bid en werk, of naar het bredere Orate et vigilate, bidt en waakt. Maar er zijn ook andere vormen van verantwoordelijkheidsbesef en van het Orate et vigilate dan de vraagstellers zo op het eerste gezicht zien.

.Jaarvergadering in Assen, 1938

m\

#

#

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 452

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's